Saturday, 11 November 2023

32ste Zondag door het Jaar A

 

In die tijd vertelde Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis:
“Het is met het Rijk der hemelen
als met tien meisjes, die met hun lampen uittrokken,
de bruidegom tegemoet.
Vijf van hen waren dom, de andere vijf verstandig.
Want de dommen namen wel hun lampen mee,
maar geen olie;
de verstandigen echter namen met hun lampen
tevens kruiken olie mee.
Toen nu de bruidegom op zich liet wachten,
dommelden zij allen in en sliepen.
Maar midden in de nacht klonk er een geroep:
‘Daar is de bruidegom! Trekt hem tegemoet!’
Meteen waren al de meisjes wakker
en maakten hun lampen in orde.
De dommen zeiden tegen de verstandigen:
‘Geef ons wat olie, want onze lampen gaan uit.’
Maar de verstandigen antwoordden:
‘Nee, er mocht eens niet genoeg zijn
voor ons en jullie samen.
Gaat liever naar de verkopers en haalt wat voor jezelf.’
Maar terwijl zij onderweg waren om te gaan kopen
kwam de bruidegom,
en die klaar stonden,
traden met hem binnen om bruiloft te vieren;
en de deur ging op slot.
Later kwamen ook de andere meisjes en zeiden:
‘Heer, heer doe ons open!’
Maar hij antwoordde:
‘Voorwaar, Ik zeg u: ik ken u niet.’
Weest dus waakzaam, want gij kent dag noch uur.”

 

Beste vrienden, 

Toen ik dit verhaal over de verstandige en domme meisjes doorlas moest ik weer denken aan het van voorjaar van 2020. Die gekke Coronatijd toen er  zoveel onrust was: dat mensen bang waren dat er niet genoeg eten meer zou zijn in de winkels. Er is toen massaal ingekocht en om één of andere reden was er geen rol toiletpapier meer in zicht.

De angst dat we niet genoeg hebben in een noodsituatie is een primaire angst in het menselijk leven. En in een onverwachtse situatie kunnen we dan zo bang worden dat we irrationeel gedrag vertonen. En dan staan we opeens met honderd rollen toiletpapier bij de kassa, en genoeg vis-in-blik om tot 2025 van te kunnen eten.

De angst dat we tekort komen is een krachtig schrikbeeld! Die angst kan zo diep in ons zitten dat we dit een moeilijke lezing vinden.

Natuurlijk hadden de domme meisjes wat slimmer kunnen zijn. Maar hadden de slimme meisjes echt niet wat kunnen delen? Of voorzien dat niet iedereen zo verstandig is als zij? Misschien hadden ze toch een ezeltje kunnen  meenemen met een strategische oliereserve? Het voelt nu toch een beetje alsof de éne groep goed voor zichzelf gezorgd heeft terwijl nu de anderen opeens vast zitten op het toilet. Zonder wc-papier.

Maar als we zó gaan lezen dan zijn we veel te letterlijk bezig. Het Evangelie gaat niet over logistiek, winkelbevoorrading of consumentengedrag. Het Evangelie gaat over ons leven met God en met elkaar. Het gaat over de geestelijke realiteit.

Dus als de tekst gaat over lampen en olie, dan gaat het niet over letterlijke lampen en letterlijke olie. Of over een zaklantaarn en batterijen. Maar wat betekent het dan wel? En belangrijker: wat betekenen ze voor ons?

Drie dingen:

Allereerst: de lampen - en daarmee de olie -  zijn te lezen als symbolen van wijsheid. Licht maakt - net als de wijsheid - alles zichtbaar. Zonder wijsheid raken we verdwaald en kunnen we niet op weg naar het huis van de bruidegom, dat wil zeggen: het leven met God. Maar wijsheid is niet alleen maar kennis, iets wat je uit een boek opdoet, of een cursus bij de Open Universiteit. Dat zou te makkelijk zijn! Wijsheid is in de eerste plaats het antwoord op de vraag hoe wij trouw blijven aan onze diepste waarden, aan wat God ons leert, in onverwachtse situaties.

We hebben kennis, het resultaat van studie, waarmee we kunnen proberen de toekomst te voorspellen en te beheersen. Als we een plan maken voor de komende jaren, en we gebruiken ons verstand om vast te leggen wat we willen bereiken in die tijd en hoe we dat gaan doen, dan zijn we bezig met het toekomstbeheersing. Daar is op zich niks mis mee, maar als we er achter zijn dat de realiteit zich niet aan onze verwachtingen houdt hebben we wijsheid nodig om een nieuwe weg te vinden.

Dus dat is één: Zonder wijsheid raken we de weg in ons leven kwijt, waarin zoveel dingen kunnen gebeuren die we van tevoren niet konden voorspellen.

Dan komt het tweede punt: als je eenmaal wat wijsheid verworven hebt, bijvoorbeeld door lange  levenservaring door ons geestelijk leven, door belangrijke ontmoetingen met mensen die ons inspireren, dan moet je die ook onderhouden. Je kan niet zeggen: ik ben wijs geworden, nu mag ik achterover zitten. Nee: wil de lamp blijven branden dan moet er telkens nieuwe olie bij. Wijsheid is altijd onvoltooid en staat altijd open voor groei. Wijsheid kent wat nederigheid. Als je trots bent, ben je niet-wijs. Je moet dus elke keer opnieuw je wijsheid onderhouden, opnieuw uitdagen, leren.

Ten derde, en dit is echt een heel belangrijk punt: Wijsheid is persoonlijk. Wijsheid is de positieve weerslag van alles wat er is gebeurd in je leven. De wijsheid die je hebt is dus net zo levend als jij bent. Je kunt wijsheid ook pas verwerven als je er klaar voor bent. Een wijze man zei eens: “kijk uit voor  onverdiende wijsheid”, wijsheid die je zou denken op te doen terwijl je er nog niet klaar voor bent. Dat betekent ook dat je wijsheid ook niet zomaar kan overdragen aan iemand anders. Daarom kan een slim meisje niet zomaar olie geven aan een dom meisje. Het domme meisje kan zich de olie van de wijsheid niet eigen maken. 

Vergelijk het met een netwerk, zo`n web van levende relaties van mensen die je kent, met wie je op school gezeten hebt, of samen mee gewerkt, of zakenpartners, of vrienden waar dan ook ter wereld. Als je zo`n netwerk hebt kun je niet tegen iemand zeggen: ik geef jou mijn netwerk. Want een netwerk is een levende zaak. Het is net zo levend als jij bent. Die relaties moeten ergens ontstaan, en langzaam groeien, ze bestaan niet los van de personen die ze met elkaar verbinden.  

Je kan wel tegen iemand anders zeggen: "ik wil je helpen en ik zal in mijn netwerk rondvragen wie jou zou kunnen helpen met je probleem". En als dat goed gaat bouwt die ander ook een netwerk op. Net zo levend. Maar dat wordt zijn of haar netwerk. Niet het jouwe. Je kan mensen helpen een netwerk op te bouwen. Maar je kan zijn of haar werk niet overnemen.

Dat geldt voor alle levende dingen. Alleen dode dingen kunnen worden overgegeven, auto’s, geld, aandelen, huizen. Vaten olie. Rollen toiletpapier. Die geef je zo door. Geen probleem.

Maar levende dingen, ervaring, liefde, relaties, wijsheid? Nee. Dat kan niet. Net zo min als de meisjes hun olie kunnen afgeven. Anderen worden niet wijzer als wij onze wijsheid afknijpen.

Dus: één we hebben wijsheid nodig in ons leven om de waarheid te kunnen zien en volgen, twee de wijsheid vraagt voortdurend onderhoud en drie, wijsheid is persoonlijk, verbonden met ons leven, en kan niet zomaar worden overgedragen.

Dus, waar staan we dan, wat is de les van de meisjes?

Als het verwerven en onderhouden van wijsheid moeilijk is, dan is het voor iedereen moeilijk. Niemand wordt wijs op zichzelf. We moeten deel uitmaken van een levende gemeenschap, de kracht vinden om door te gaan als alles tegen zit, mensen die je helpen, en inspireren, de openheid van geest hebben, de creativiteit om volledig andere dingen te gaan doen als het leven niet gaat zoals we hopen – dat is allemaal niet vanzelfsprekend.

De verstandige meisjes konden de domme nu niet helpen. En de domme meisjes krijgen flink het deksel op hun neus. Maar is dit het einde van alle dingen? Dit evangelie wordt vaak als een definitief oordeel gelezen. Maar ik denk dat we niet te gauw die conclusie moeten trekken.

Wijsheid wordt ook (of misschien wel juist) verworven door alle fouten die we maken. En als we in ons hart kijken zien we daar echt niet alleen maar wijsheid. Integendeel. Als we in ons hart kijken moeten we ons niet de vraag stellen of wij een slimme meisje of een dom meisje zijn. Er lopen er integendeel tien meisjes rond in ons hart. En er zullen zeker uitzonderingen zijn, maar ik denk dat voor de meeste van ons geldt dat van die tien meisjes in ons hart er vijf dom zijn en vijf slim.

Verder is het niet eigen aan het Evangelie dat het zou wijzen naar andere mensen en zeggen: kijk eens hoe dom die waren, hier is een oordeel dat we over ze uit kunnen spreken. Het Evangelie gaat altijd over onszelf. Het Evangelie is geen zoeklicht om de fouten van anderen mee op te lichten, maar een spiegel waardoor we onszelf helderder leren zien.

Die meisjes? Die zijn wij zelf. Alle tien. Sommige verstandig. Sommige dom. En om de zoveel tijd wordt één van onze meisjes toch weer verstandig, al is ze nog zo vaak gestruikeld over haar eigen veters. En dan is er vreugde in de Hemel!

Als wij dan beseffen dat wij veel te leren hebben, nog wijs te worden zijn hebben we ook geduld met anderen die domme fouten maken en daardoor vast lopen. We kunnen de fouten niet wegnemen, net zo min als je andermans leven over kan nemen, maar laat ons dan bekend staan als mensen die altijd een helpende hand willen uitsteken naar anderen. Mensen die anderen willen zien groeien. Die anderen inspireren en zelf geïnspireerd raken. Vanuit onze relatie met God kunnen wij dan gereed staan om anderen op weg te helpen, en zelf in wijsheid te groeien. Zodat de dag mag komen dat wij welkom zijn bij het feest van de Bruidegom.

Amen.