Saturday, 13 July 2024

Opening expositie Nemo Ezendam

 





Vandaag had ik de eer de expositie van het nieuwste werk van Nemo Ezendam te openen in Dorpsacademie Mus & Muzen in Wilnis. Daarbij sprak ik het volgende openingswoord uit:  

Beste Nemo, beste Jenneke en beste vrienden.

Een eer voor mij om wat te mogen zeggen ter gelegenheid van de opening van je expositie. Wij zijn allen heel benieuwd te zien waar je de afgelopen tijd aan gewerkt hebt. We kennen elkaar al wat langer, en ik ben trots te mogen zeggen dat ik ook een werk van jou aan mijn muur heb hangen. Het raakte me direct, zoals meer van jouw werk.

Kort gezegd, jij schrikt er niet voor terug de somtijds onbegrijpelijkheid van de werkelijkheid, te proberen weer te geven. Want we vermoeden wel dat onze dagelijkse werkelijkheid in drie dimensies en alles wat we kunnen zien en horen en waarnemen, dat dat maar het topje van de ijsberg is. Net zoals ons rationele bewustzijn maar een vlotje is op de diepe zee, zo is onze waarneembare werkelijkheid ook een beetje dat. Het hier en nu is niet de volheid van het bestaan.

Grote schok, voor veel mensen. Maar nu is het zo, de meeste mensen zitten tevreden op hun vlotje. Ze kijken hooguit eens af en toe naar een wolk, of steken eens een hengeltje uit in die zee. “Lekker bezig”, denken ze dan. En dat is het. Dat is geen verwijt verder van mijn kant. De diepte insteken is gewoon niet voor iedereen weggelegd. Het heeft dan ook een prijs. Er moet veel met je gebeuren voordat je er mee in contact kan komen en voordat je woorden en beelden vindt, in, door en over die diepte. Laat staan de grond van die diepte. Niet iedereen kan dat.

Zo ook kan niet iedereen kunstenaar zijn. Als kunstenaar kan (en moet) veel leren, en veel is leerbaar. Maar die bijzondere antenne moet ergens al in je zitten. En op die signalen horen, is een stevige opdracht.

Jij hebt het gehad over je ziekte. Die heeft daar ook mee van doen. Je moet diep gaan om diep te komen en dan vanuit uit die onmetelijke diepte iets mee te nemen om ons te laten zien. Minstens omdat er niet zo iets bestaat als onverdiende wijsheid.

Toen wij samen de opening had je het over een verhaal in de Bijbel (een boek met veel beelden en grote diepten waar je niet zonder gevolgen in afsteekt) , en je noemde tekst die je bijzonder raakte. En het was dan ook weer een bijzondere keuze die je maakte. Genesis 26. Ik was er niet opgekomen. Ook niet echt één verhaal, het is een meanderende serie overleveringen over Izaäk, één van de patriarchen van het Joodse volk. Daar stond iets in wat mij trof.

Sowieso in het OT, namen  van mensen en plekken hebben altijd betekenis. Ze zeggen soms letterlijk wie je bent, of welke opdracht je krijgt. Een beetje zoals bij jou, Nemo: de avonturier die afsteekt in de diepte! Je gaat ons laten zien wat je daar allemaal vond.

Nu. Izaäk betekent “hij zal lachen”. Dat is een mooie belofte, want het leven van Izaäk gaat niet altijd over rozen. Leest u vooral in Genesis wat er allemaal gebeurt. Dat is echt wild.

In Genesis 26 spitst de onrust zich toe rond een verhaal van drie bronnen. Het zijn allemaal verhalen uit nomadische tijden, oeroud, misschien wel drieduizend jaar. Izaäk is op zoek naar een plek waar hij leven kan en hij reist met zijn mensen door het land zoekt oude en nieuwe plekken op en als je het ergens ziet zitten, dan graaf je een put, op zoek naar bronnen. Water, belangrijk.

Maar vaker dan niet komt er iemand langs en die zegt, ho ho die put is van mij. Gij moogt hier niet komen. Of er is andere herres. Putten trekken ook van alles aan en dat is niet alleen maar goed.  

De eerste bron noemt zich Esek: bron van twist, daar is alleen maar ruzie. Weg van daar.

De tweede bron, noemt zich Sitna: klaagput (zelfde wortel als satan: aanklager). Dat wordt `m ook niet.

De derde bron: Rehobot: De wijde ruimte, vrije ruimte, een plek waar je vrij kan ademen.

Pas dan komt er vrede. Vrede in Izaäk, vrede om hem heen. En dán pas na al die onrust krijgt Izaäk krijgt zijn openbaring van God. En ook weer, typisch OT, dat gebeurt ’s nachts. Je krijgt contact met de bodem van die eindeloze diepte. Maar je moet niet denken dat je daar zomaar beeld bij krijgt. Die openbaring, is voorbij beelden. Die beelden, die moet je dus zelf maken. Maar dat kun je pas in die wijde ruimte, nadat je door een berg twist en geklaag gegaan bent. Er is geen onverdiende wijsheid.

En ik hoop dat dat ook voor jou zo is Nemo. Je bent afgestoken in de diepte. En dat ging gepaard met twist en moeilijkheden. Maar je neemt van alles uit die diepte mee. En dat is fascinerend om te zien. Het laat ons niet los. En ik ben zo benieuwd naar wat er allemaal nog meer uit je gaat komen. Wat je ons nog meer zult laten zien. Het is nog steeds maar een begin.

Maar voordat we praten over de toekomst vieren we het hier en het nu. De plek waar we vredig  samen zijn in een wijde, vrije ruimte. Waar wij gaan ervaren wat jij gemaakt hebt.

En daarmee open ik deze expositie. Geniet ervan.