Broeders en
Zusters in Christus
In de
katholieke kerk vieren we vandaag het Hoogfeest van Allerheiligen , dat lijkt
een feest voor ver weg. In de katholieke
kerk hebben veel heiligen een eigen plek op de kalender daar mag u als u protestant bent verder van denken wat u wilt, maar
Allerheiligen is toch wel iets bijzonders, dan vieren we alle heiligen – alle mensen
die bij God in de hemel zijn – alle beroemde en minder beroemde mensen. Vooral
de niet zo beroemde omdat we weten dat veruit de meeste heiligen in het
verborgene leefden.
Ze waren
niet wereldberoemd, kwamen niet in de krant, hun verzamelde werken worden niet
in leren banden met goed op snee uitgegeven. Het waren doodgewone mensen die op
een buitengewone manier de Heer hebben nagevolgd.
De heiligen
in de Hemel, leven in het aanschijn van God. Wie kan het zich voorstellen? Dat
lukt ons niet met mensenogen. Als we midden op Aarde zijn met al onze sores en
problemen kan de blik naar boven een uitdaging zijn, met de ogen van het geloof
hebben we soms een beetje een gissende blik, en die mag ons vooruit helpen.
Er is zelfs wel
eens gezegd: die blik naar boven dat leidt maar af, dat is Opium voor het Volk –
zo noemde Karl Marx dat – en het wordt nog steeds gezegd. Het geloof, dat houdt
de mensen maar braaf terwijl anderen het echte werk, het werk van
barmhartigheid en rechtvaardigheid moeten oppakken.
Wat hebben
we dan toch een mooie lezing vandaag, op dat feest van Allerheiligen. Mattheus
5. De zaligsprekingen. Die drukken uit dat er geen grens is, geen hoge muur,
tussen hoe wij in het leven staan op de Aarde, en hoe het leven zal zijn in de
Hemel bij God. In de katholieke traditie brengen we die grens ook niet aan. Er
is maar één kerk die alle christenen op aarde en alle mensen in de hemel omvat.
De traditie noemt dat de strijdende kerk op Aarde, strijdend tegen alles wat
van God afbrengt, strijdend tegen kwaad en onrecht en voor de menselijke
waardigheid, en dan is er ook de overwinnende kerk in de Hemel. Dan is de
strijd gestreden en mogen mensen in vreugde putten uit die eeuwige diepten van
God.
Dán is de
strijd gestreden, als we daar zijn. Niet eerder. Als de marxisten – of andere
activisten– zeggen: “dat geloof leidt maar af”, dan is dat er hooguit een teken
van dat de kerk op aarde haar roeping niet goed heeft gevolgd.
We mogen
niet berusten als we op ons pad naar heiligheid zijn. Dat is duidelijk – maar wat
is de weg dan wel? De zaligsprekingen geven ons een antwoord. Het is een
achtvoudig pad dat ons naar de zaligheid – het geluk dat van God komt – leidt.
Je moet nederig van hart zijn - het draait allemaal niet om ons, niet om ik
en jij. Het ego heeft hier geen plaats
Zalig ook de
treurenden – alleen de treurenden
begrijpen waar de gaten in de wereld zitten. Je kunt pas weten waar God moet
zijn, waar je God moet brengen, als je het van de treurenden gehoord hebt.
Zalig de
zachtmoedigen. Zachtmoedigheid, dat is geen zachtheid, maar het hebben van een
goede wil die het heil van alle mensen zoekt. We zijn geen partijgangers: vóór
dit of tegen dat, maar we willen ons voorbij het hier en nu laten leiden door
wat allen nodig hebben.
Zalig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Let
op er staat niet: wie gerechtigheid bewerkt, of voor elkaar krijgt. Dat is niet
in onze handen. Dat kunnen maar een paar mensen, vaak mensen met macht. En deze boodschap is voor iedereen.
Gerechtigheid bewerken is ons niet allen gegeven – maar er naar verlangen,
haast niet kunnen wachten tot je die dag ziet waarop recht wordt gedaan. Ja,
daar wordt je zalig van.
Zalig de
barmhartigen, want die kunnen in iedereen iets goeds zien, net als God dat kan.
Zalig de
zuiveren van hart, want alleen die kunnen zich echt concentreren op wat er
werkelijk toe doet, en worden niet steeds heen en weer geslingerd door de
dagelijks wisselende verlangens van het hart.
Zalig die
vrede brengen, dat kunnen we wèl. We kúnnen vrede brengen. Niet in
conflictcirkels stappen is al een goed begin. Altijd zoeken naar een weg
waardoor mensen die elkaar gevangen houden in nijd zich daarvan kunnen
bevrijden. Ook dat is een pad naar zaligheid.
En zalig die
vervolgd worden omwille van de gerechtigheid. Daar hebben we die gerechtigheid
weer, voor de tweede keer. En het punt van de eerste maal – dat het niet aan
ons om fundamenteel gerechtigheid te verwerkelijken
– wordt nog aangescherpt. Je honger en dorst moet zo groot zijn dat je
zelfs de bereidheid mag hebben hiervoor pijn te lijden. Honger en dorst is al
een vorm van lijden, maar daar komt nog wat bij.
Hier zijn we
bij het diepste geheim van de heiligen in de hemel aanbeland. De toekomst van
God kan niet worden afgedwongen door mensen. De rechtvaardigheid van God is te
groot voor een menselijk partijprogram. Het is geen program van macht, maar een
program van kwetsbaarheid.
De Franse
filosofe en mystica Simone Weil bekritiseerde pogingen om die kwetsbaarheid weg
te doen, om het religieuze leven te baseren op bijvoorbeeld een Sterke God die
alle kwaad zo uit de wereld wegblaast, of een religieus leven dat alleen maar
gebaseerd is op actie.
Zo’n
opvatting, zegt Simone Weil, zo`n godsdienst, is niet verheven genoeg om kwetsbaar te kunnen zijn.
Dat is de
les van het kruis. God, in Jezus Christus, is dat pad gegaan. Hij heeft niet
met een machtswoord allen uitgeschakeld die Hem niet wilden volgen – maar deed
het omgekeerde, wetende dat je het kwaad alleen kan vernietigen door het te
dragen en te ondervinden. Alleen dan kan het kwaad zichzelf vernietigen en
blijft er niets anders over dan God.
Het is geen
toeval dat de verrezen Christus nog de wonden draagt in zijn handen, voeten en
zijde. Zo wordt een nederlaag tot overwinning, zo wordt openbaar wat van alle
tijden verborgen is gebleven.
En zo staan
wij nu hier op het Hoogfeest van Allerheiligen, we verbinden ons in gebed met
de Kerk in de Hemel en alle christenen op Aarde. Vanuit honger en dorst naar
gerechtigheid voor de familie Tamrazyan en alle kinderen die in Nederland
geworteld zijn – dat is waarom wij hier zijn.
We kennen de
uitkomst niet. Dat maakt alles wat we doen kwetsbaar – en als het anders loopt
zullen er genoeg mensen zijn die zeggen: het was maar futiel.
Maar we
weten beter. De uitkomst is ons niet om het even – maar het ligt niet in onze
macht om het hart van anderen in beweging te brengen. Dat kan er maar één en
hij is de Eeuwige. Hem roepen we vandaag aan, en morgen en als het moet
overmorgen, zo lang als moet. Met Hem blijven wij verbonden omdat wij weten dat
Hij trouw blijft aan Zijn belofte voor alle mensen. Amen.