Er is recent veel aandacht voor de sociale
verantwoordelijkheid van de consument. Consumenten worden bijvoorbeeld
aangespoord zich te onthouden van vleesconsumptie of vliegreizen. Dit in verband
met de verstrekkende consequenties die dergelijke consumptieve keuzes met zich
mee brengen.
Vreemd genoeg zien we ook een steeds terugkerende discussie over
het al dan niet legaliseren van verdovende middelen. Het legaliseren van drugs
wordt door mediapersoonlijkheden en commentatoren aangeprezen als een oplossing
voor meerdere sociale problemen: niet in het minst de overlast van drugscriminaliteit
en de milieuschade van illegale XTC-productie.
Drugsgebruik wordt als een onschuldige of zelfs recreatieve
bezigheid gepresenteerd. Risico’s worden toegeschreven aan het feit dat
drugsbezit en –productie illegaal zijn. Legalisatie zou deze problemen als
sneeuw voor de zon doen verdwijnen. Moet de consument niet zelf bepalen hoe hij
zijn eigen bewustzijn beïnvloedt? Conform het liberale “schadebeginsel” zou het
de overheid niet moeten aangaan wat mensen met hun eigen lichaam of geest doen
zolang een ander maar niet hoeft te struikelen over gifvaten in het bos.
Een dergelijke houding is echter niet alleen naïef maar
zelfs gevaarlijk. Door drugs te legaliseren wordt het steeds moeilijker te erkennen
dat mensen verantwoordelijkheid voor elkaar dragen. Onze geestesstaat gaat ons
allen aan.
In het uiterste geval ondermijnt legalisatie van verdovende
middelen zelfs een fundamentele grondslag van het menselijk samenleven: de
notie dat we onze geestesstaat niet zonder grote ongelukken los kunnen maken
van ons eigen handelen in de wereld.
De Amerikaanse filosoof Nozick beschreef in 1974 een
gedachtenexperiment dat hij de Experience
Machine noemde. Hij postuleerde een machine waarmee wij elke gewenste ervaring
zouden kunnen ondervinden. De onderliggende vraag was voor hem welke problemen
er zouden opdoemen als iemand er voor zou kiezen om zijn of haar leven in een
dergelijke machine door te brengen.
Zijn gedachtenexperiment raakt ook de discussie over
drugsgebruik. De analogie is immers duidelijk: door drugs kunnen we
ontspanning, gevoelens van genegenheid, of de illusie van krachtdadigheid voelen
zonder dat deze gevoelens een band met de werkelijkheid hebben.
Nozicks voornaamste argument is dat iets ervaren wezenlijk
anders is, dan iets doen. Genegenheid voelen onder de invloed van XTC is bijvoorbeeld
niet vergelijkbaar met de daadwerkelijke genegenheid die de vrucht is van een
lange omgang met een andere persoon.
Maar ook wíe wij zijn als persoon is afhankelijk van wat wij
doen, en met wie wij samenleven. Nozick concludeert dan ook dat een wezen dat
uitsluitend ervaringen heeft zonder te handelen in de wereld zijn persoonlijkheid
verloren heeft: een extreme situatie die ons tot waarschuwing mag zijn.
Als de bewustzijnsstaten die opgeroepen worden door
drugsgebruik onvergelijkbaar zijn met de geestelijke vruchten van de werkelijkheid zitten we op een risicovol pad. Er
ontstaat bijvoorbeeld een risico van verdringing
als kunstmatige ervaringen - die makkelijk op te roepen zijn - het moeizaam
verworven welzijn - de vrucht van inspanning
en samenleven – verdrukt.
Drugs ondermijnen de grondslag van het menselijk samenleven.
Hier speelt ook sociale stratificatie een rol. De Engelse psychiater Dalrymple heeft
er op gewezen dat waar hoogopgeleide drugsgebruikers hun gebruik in zekere zin
kunnen reguleren, vele anderen, met minder sociaal of cognitief kapitaal dat
niet kunnen. De ‘onschuldige’ chemische recreatie van enkelen, leidt voor anderen
makkelijker tot een nachtmerrie van passiviteit en krachteloosheid.
Legalisatie van drugs is dus ook geen onderdeel is van het emancipatoir
streven: eerder is het tegendeel waar. Waar emanciperend handelen gericht is op
het verdelen van kennis, macht en inkomen - zodat allen een actieve rol kunnen spelen in de
samenleving - maakt drugsgebruik passief: en de arme buitenproportioneel vaker
dan de rijke.
Verder worden juist díe mensen die vaker geraakt worden door
de ontmanteling van sociale en economische zekerheden makkelijker opgezogen
door drugsgebruik. Naar mate het leven moeilijker wordt - het dagelijkse werk
zwaarder, eentoniger en onzekerder – biedt het gebruik van verdovende middelen
zich aan als makkelijke, maar nefaste uitweg.
In zoverre de consumptieve geneugten van een beperkte laag
van de bevolking worden uitgeruild tegen de mogelijkheid van anderen om een
actief en vruchtbaar leven te leiden is het legaliseren van drugsgebruik is eerder
een nieuwe fase van een proces van anti-emancipatie.
De belofte van individuele vrijheid brengt zo het tegendeel te weeg.
Dit opinieartikel verscheen op 31 oktober 2018 in licht gewijzigde vorm in het Nederlands Dagblad.