We lezen
deze zondag over de Rijke Jongeling.
Hij doet wat goed is, hij houdt zich aan
de geboden, maar als Jezus hem voorstelt alles achter zich te laten om Hem te
volgen wordt hij bedroefd, want hij had te veel.
Toch is het
een verhaal met een open einde, wie weet wat er later nog gebeurt met de rijke
jongeling? Misschien komt hij nog wel eens terug. Het verhaal sluit dat zeker
niet uit. In die zin is het geen deprimerend verhaal met een slechte afloop,
maar een verhaal met een open toekomst; wat dat betreft is dit verhaal een
beetje als ons eigen leven.
Terwijl ik deze
week wat kauwde op het verhaal van de rijke jongeling, las ik dat aartsbisschop
Oscar Romero vandaag heilig wordt verklaard. Oscar Romero was de aartsbisschop
van San Salvador in Midden-Amerika: de hoofdstad van een land dat werd (en
wordt) geteisterd door armoede en geweld.
Hoewel Oscar
niet met een zilveren lepel in zijn mond geboren werd was hij tegen de tijd dat
hij benoemd werd tot aartsbisschop van San Salvador een machtig en invloedrijk
man geworden. Dat mag je ook wel een soort rijkdom noemen.
Hij stond in
ieder geval op dat moment in zijn leven wel aan de kant van de rijkdom. El Salvador was een verscheurd land, maar mgr.
Romero was qua temperament een conservatieve man. De kerk moest zich inzetten
voor de mensen, natuurlijk – maar het was niet de taak van de kerk om zich uit
te spreken over onrecht in de samenleving. De kerk moest sowieso niet teveel
kabaal maken. Daar kwam maar ellende van. Het was beter als de kerk niet teveel
in het nieuws kwam, dan gaan machtige mensen zich maar aan de kerk ergeren. En
dan is het niet zoals in Nederland, waar dan lelijke dingen over je worden
gezegd op de televisie, maar dan wordt het nog een stuk gevaarlijker.
Hij was dan
wel van eenvoudige komaf, zijn vader was postbezorger en meubelmaker, een
handwerkman. Maar hij had door zijn kerkelijke carrière geleerd te denken als
een rijk mens. Hij was niet van kwade wil, hij haatte de armen niet, maar
accepteerde de zaken zoals ze waren. Als de rijke jongeling hield hij zich aan
de geboden, hij was een diepgelovig mens, en was ook zo wel een redelijk goede
bisschop geweest. Maar hij had de volgende stap niet kunnen zetten. En dat zou
verdrietig zijn.
Dat verdriet,
niet de volgende stap kunnen zetten, is ook het verdriet van de rijke
jongeling. In zijn hoofd kan hij niet anders dan de zaken accepteren zoals ze zijn. Al het andere is voor hem onvoorstelbaar.
In zijn
hoofd zullen de zaken altijd zijn zoals ze waren, zal hij altijd aan de
bovenkant van de samenleving staan en zal er altijd een groot verschil zijn
tussen arm en rijk, en heerst de een met bruut geweld over de ander.
De jongeling
draagt de onvrijheid van de samenleving als het ware mee in zijn in zijn hoofd.
Hij zich hier niet zomaar uit bevrijden als Jezus hem vraagt het leven anders
aan te pakken.
Met Oscar Romero
zou dat anders gaan. Juist als aartsbisschop werd hij zich echt bewust van de
extreme nood waar de bevolking in leefde en besloot hij dat hij niet langer weg
kon kijken. Hij begon zich uit te spreken tegen het geweld waar ook steeds meer
geestelijken, religieuzen en actieve katholieken slachtoffer van werden.
Hij
verkondigde dat de armen recht hadden op een waardig leven, en dat een
samenleving waarin de arme met geweld arm gehouden werd een mens-verachtende
samenleving is.
Hij
verkondigde deze waarheid zo luid dat niemand hem kon negeren. Hij was een
beroemd en vurig predikant en liet zijn preken uitzenden over de radio.
Miljoenen mensen hoorden hem, en hoorden zijn evangelische boodschap.
Mgr. Romero
kwam in gevaar. Machtige mensen wilden niets meer met hem te maken hebben en
probeerden hem zwart te maken,maar niets hield hem tegen.
Niets hield
hem tegen omdat hij geen rijke jongeling meer was, hij was eerder een goed
christen, maar nu was hij écht een volgeling van Jezus Christus geworden. Hij
had verkocht wat hij had om het aan de armen te geven en was met Jezus op weg.
Op de dag
dat mgr. Romero vermoord werd preekte hij over een tekst uit het
Johannesevangelie, over het zaad dat in de aarde moet vallen om te sterven – en
zó leven te geven.
Het waren
profetische woorden. Nog voor het einde van de mis werd hij doodgeschoten.
De machtigen
hoopten dat ze samen met mgr. Romero ook zijn woorden in de diepten van de dood
konden werpen, maar het vuur dat hij in de harten aangestoken had ging niet
meer uit.
Het zaad dat
in de aarde viel om te sterven heeft vrucht gedragen, duizend keer op duizend
keer.
Wij mogen op
onze beurt ons met deze vruchten voeden, ons hart richten op de noden van
mensen. De geestelijke noden, de lichamelijke noden. Dat we ook de moed
ontvangen om te kunnen spreken waar mensen in hun rechten geschonden worden,
waar de platte macht zich verheft in de hoop onaantastbaar te zijn.
Als we niet
berusten in onrecht, als we niet denken dat een menswaardige samenleving
onvoorstelbaar is, dan maken we ons los van de rijke jongeling die in ons hoofd
woont en ontvangen wij ook de vreugde van de vrijheid van de kinderen Gods.
Amen.