In die tijd leerde Jezus in een gelijkenis aan zijn leerlingen,
dat zij steeds moesten bidden en daarin niet versagen.
Hij zei:
“Er was eens in een zekere stad een rechter,
die zich om God noch gebod bekommerde.
Er was ook een weduwe in de stad,
die herhaaldelijk bij hem kwam met het verzoek:
Verschaf mij recht ten opzichte van mijn tegenstander.
Een tijdlang wilde die rechter niet,
maar daarna zei hij bij zichzelf:
Al bekommer ik mij om God noch gebod,
toch zal ik die weduwe recht verschaffen
om niet langer geplaagd te worden door haar eindeloze bezoeken.”
dat zij steeds moesten bidden en daarin niet versagen.
Hij zei:
“Er was eens in een zekere stad een rechter,
die zich om God noch gebod bekommerde.
Er was ook een weduwe in de stad,
die herhaaldelijk bij hem kwam met het verzoek:
Verschaf mij recht ten opzichte van mijn tegenstander.
Een tijdlang wilde die rechter niet,
maar daarna zei hij bij zichzelf:
Al bekommer ik mij om God noch gebod,
toch zal ik die weduwe recht verschaffen
om niet langer geplaagd te worden door haar eindeloze bezoeken.”
En de Heer sprak:
“Hoort wat de onrechtvaardige rechter zegt!
Zou God dan geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen,
die dag en nacht tot Hem roepen,
of zal Hij ten opzichte van hen onbewogen blijven?
Ik zeg u: Hij zal hun spoedig recht verschaffen.
Maar: zal de Mensenzoon bij zijn komst
het geloof op aarde vinden?”“Hoort wat de onrechtvaardige rechter zegt!
Zou God dan geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen,
die dag en nacht tot Hem roepen,
of zal Hij ten opzichte van hen onbewogen blijven?
Ik zeg u: Hij zal hun spoedig recht verschaffen.
Maar: zal de Mensenzoon bij zijn komst
Broeders en zusters
We hebben
het verhaal gelezen van de Weduwe en de Onrechtvaardige Rechter
Een verhaal
dat niet zover van ons afstaat. Sommige dingen blijven door de eeuwen heen toch
aardig hetzelfde.
De afgelopen
week zijn er veel demonstraties geweest in Nederland – van mensen van allerlei
snit – links en rechts die onrecht voelden en aandrongen dat er wat gaat
gebeuren. Er rijden trekkers over de snelweg en er worden Amsterdamse bruggen
geblokkeerd en er wordt gestaakt voor het klimaat.
Alles om maar de aandacht te
trekken van de – zo voelen ze het – onrechtvaardige overheid die hen recht moet
verschaffen of iets moet doen.
En soms,
heel soms, als je adem lang genoeg is, dan gebeurt er wat.
Ik probeer
het me ook zo een beetje voor te stellen. De arme weduwe – ik stel me haar voor
op een geleende trekker – die met een bord met – in grote letters - VERSCHAF
MIJ RECHT erop. En dat ze dan rondjes rijdt om het kantoor van de
onrechtvaardige rechter, net zo lang dat hij denkt. “Laat ik haar maar zin
geven, anders rijdt ze mijn deuren er nog uit”.
In onze
vertaling staat namelijk wel “anders blijft ze maar aandringen”, maar het
oorspronkelijke Grieks is wat directer, en wordt misschien beter vertaald met “straks
krijg ik nog een mep van haar”.
Maar hoe het
ook zou zijn, de weduwe is geen katje om zonder handschoenen beet te
pakken. Ze is niet afgezonderd, ze is
niet wereldvreemd – integendeel ze staat midden in het leven en is luidkeels
aanwezig! Ze is assertief en voor de
duvel niet bang. Een sterke vrouw.
En de Heer
haalt haar als voorbeeld aan voor ons geestelijk leven. Ons gebedsleven.
Daar kunnen
we een aantal lessen uit trekken. Ik
noem er drie
Hier en nu is het te doen
Gods deur blijft niet dicht
Het gebed draagt vrucht
Allereerst:
hier en nu is het te doen.
Ik vind het
voorbeeld van de opstandige weduwe een bijzonder voorbeeld voor het geestelijk
leven. Bij een begrip als “geestelijk leven”
denken we namelijk vaak aan iets heel vredigs, iets met meditatie. Of retraites
in het klooster waar je even helemaal tot je zelf kan komen. Even los van alle
zorgen en problemen van de wereld.
Maar dat is
niet wat het is. En elke monnik of moniale uit een klooster kan je vertellen
dat als je naar een klooster wil – langer dan een paar dagen - om definitief te
ontsnappen aan de moeilijkheden van het leven – dat je daar niet op de goede
plaats zal zitten.
Het
geestelijk leven vindt integendeel plaats op die plek waar je met je kaplaarzen
in de blubber staat. Het is niet ergens
ver weg, in een bos, op een rots in de woestijn of ergens in de bergen. Het is
hier en nu. Je kan dus niet denken – ik heb het te druk, er gebeurt te veel om
me heen. Ik kan mij niet vrijmaken om uren te bidden – dus ik doe maar niks.
Niks is geen
optie. Het is niet alleen een
mogelijkheid om aan God te vragen wat we nodig hebben, voor wat we zien dat
anderen nodig hebben.
Het moet een gewoonte zijn om te bidden, en elke gewoonte
begint met een klein stapje. Je bidt zoals je kan, en je bidt niet zoals het
niet kan.
God deur
blijft niet dicht.
Maar hoe
dan, wat vermogen onze kleine gebedjes die we kunnen zeggen? Leggen die het
niet af tegen al het kabaal van de wereld? Worden die niet weggedrukt,
verdwijnen die niet in het niets?
Hoe krijgen
onze woorden kracht? We hebben niet allemaal een trekker in de schuur staan
waarmee we onze woorden kracht kunnen bijzetten. God zelf staat borg voor de
kracht van ons gebed. Wijzelf vinden het misschien niet indrukwekkend wat er
gebeurt, maar wat er gebeurt is zeker indrukwekkend.
Thérèse van
Lisieux, de grote Franse heilige uit de negentiende eeuw sprak er eens over dat
mensen vroeger altijd trap moesten lopen, maar dat er nu liften waren die je moeiteloos
mee naar boven namen. We kunnen zelf wel
ploeteren, maar God heeft voor ons een lift gereedgemaakt, of een trekker zo je
wil, die onze woorden, onze hoop, onze moeilijkheden brengt waar die moeten
zijn. Bij God. Gods deuren blijven nooit
gesloten. Als we ze willen openbreken dan kan dat. Dat is wat er op de deuren
van het Koninkrijk staat: “breek mij open!”
Het doet
denken aan woorden uit het
Mattheusevangelie: “Van de dagen van Johannes de Doper tot nu toe breekt het
Rijk der hemelen zich met geweld baan en geweldenaars maken het buit. (Mt
11:12). Iedereen die een greep wil doen naar het Koninkrijk van God kan het
buitmaken.
Het gebed
draagt vrucht
Wat komt er
dan door die deuren heen als we die openmaken? De vruchten van het gebed, geloof, genade. Dat
een gebed verhoord wordt wil niet altijd zeggen dat je krijgt wat je wil – zo
werkt het niet. Maar we kunnen wel krijgen wat we nodig hebben. Nieuwe
inzichten krijgen – ontdekken dat ook als het leven tegenzit we een beroep
kunnen doen op mensen om ons heen. Soms betekent het ook leren leven met
moeilijkheden waar we graag van verlost waren geweest (2 Kor. 12:7)
Een gebed is
nu immers geen toverspreuk, en Gods geest is geen geest uit een fles die al
onze kinderlijke wensen komt vervullen. We bidden temidden van de moeilijkheden van
ons leven, niet om altijd maar van die moeilijkheden bevrijd te worden – maar om
kracht om ze te kunnen dragen. Om te kunnen beseffen dat het leven niet altijd
om onze wensen draait, maar dat we ook in zwakte en kwetsbaarheid Gods
aanwezigheid in ons leven kunnen voelen, tegenwoordig kunnen stellen.
Samen dan
met God, en met alle andere mensen om ons heen mogen wij dan weer op onze beurt
doen wat we kunnen om het Koninkrijk weer een stukje dichterbij te brengen in
ons dagelijks leven.
Elke dag
opnieuw.
Amen.