“Geef ons meer geloof.”
De Heer antwoordde:
“Als ge een geloof had als een mosterdzaadje,
zoudt ge tot die moerbeiboom zeggen:
Maak uw wortels los uit de grond en plant u in de zee,
en hij zou u gehoorzamen.
Wie van u zal tot de knecht,
die hij in dienst heeft als ploeger of veehoeder
bij diens thuiskomst van het land zeggen:
Kom meteen aan tafel en tast toe?
Zal hij niet eerder zeggen:
Maak mijn maaltijd klaar;
omgord je en bedien mij, terwijl ik eet en drink;
daarna kun je zelf eten en drinken?
Moet hij die knecht soms dankbaar zijn,
omdat hij heeft uitgevoerd wat hem is opgedragen?
Zo is het ook met u:
wanneer ge alles hebt gedaan wat u opgedragen werd,
zegt dan: Wij zijn maar gewone knechten;
wij hebben alleen maar onze plicht gedaan.”
Broeders en
zusters
Als je een
nieuwe baan krijgt dan is het heel vanzelfsprekend om te vragen: waar doe ik
dit voor? Ga ik er wel genoeg op vooruit? Is dit een promotie die ik maak, of
word ik misschien juist op een doodlopend spoor gezet? Wat wordt mijn salaris
en wat zijn mijn secundaire arbeidsvoorwaarden? Krijg ik wel een mooie nieuwe
titel? Wat komt er op mijn visitekaartje
te staan?
De
leerlingen van Jezus waren daar ook erg in geïnteresseerd. In hun – we zullen
het maar een “kerkelijke carrière” noemen. Ze kibbelen vaak onderling over wie
er voorop mag lopen en wie het belangrijkst is. Dat Jezus ze een heel andere
les probeert te leren gaat een beetje langs hen heen.
Soms duurt
het gewoon erg lang voordat je de juiste les leert, dat de meest
vanzelfsprekende vragen van het leven soms helemaal niet zo vanzelfsprekend
zijn.
Jezus
probeert ze daar te brengen, op die plek waar zijn boodschap tot hen mag doordringen.
Hij gebruikt dan woorden, teksten en voorbeelden die best een beetje schrijnen –
die een beetje pijn doen aan je oren.
We treffen
Jezus en de leerlingen nét nadat Jezus zijn leerlingen uitgelegd heeft dat ze
geroepen zijn om mensen altijd te vergeven als ze spijt hebben van wat ze
gedaan hebben, wel zeven keer zeven keer zegt Jezus. Dat is Bijbeltaal voor “altijd”.
De
leerlingen zijn daar een beetje confuus van. Dát is wanneer ze vragen: “Heer,
geef ons meer geloof”. “Als we maar genoeg geloven, genoeg overtuigd zijn van
dat we dat kúnnen, dan kúnnen we dat misschien” zie je ze denken. “En Jezus moet ons die overtuiging maar geven”
Maar dan
spreekt Jezus even geen bemoedigend woord. Met zijn vergelijking met het
mosterdzaadje zegt hij eigenlijk: dát kan wel wezen, maar dát niveau van
overtuiging, zo`n diepe overtuiging – die hebben jullie helemaal niet. Het verhaal van het mosterdzaadje is geen
leuk romantisch verhaal over iets kleins en kwetsbaars dat een mooie grote boom
wordt waarin allemaal vogels in kunnen schuilen en die veel schaduw geeft.
Eigenlijk zegt Jezus: als je écht geloof had zou je de wereld in vuur en vlam
kunnen zetten, en kijk nu eens naar jullie, jullie zijn al benauwd om een ander
te vergeven. Auw. Jezus is een beetje onaardig voor de leerlingen. Dat hebben
ze soms nodig, zullen we maar zeggen. Het christendom is niet altijd een geloof
van “een warm gevoel van binnen”. Of wachten tot iemand anders ons als het ware
een injectiespuit met inspiratie geeft zodat wij aan de slag kunnen.
Dat is niet
de weg die we moeten gaan. Jezus wijst in het evangelie een andere weg. Dat je gewoon moet doen wat je móet doen, en
niet moet wachten op grote golven inspiratie van boven. Gewoon de schouders
eronder.
Hoe dit dan
moet is best een lastige vraag. Het is niet zo gek bedacht van de leerlingen.
Hoe kun je nou goede dingen doen zonder dat je er helemaal klaar voor bent?
In het begin van de week had ik het
Evangelie gelezen en dan ga ik graag wat wandelen om op ideeën te komen voor de
preek van zondag. Toen ik begin deze week hier in de buurt wandelde, kwam ik
langs een boerderij waar de woorden Ora et Labora opstonden. Bid en Werk. Woorden
die oorspronkelijk uit de kloostertraditie komen.
De
oorspronkelijke uitspraak, waarvan “Bid en Werk” de samenvatting is, is “Bid en
Werk, dan is God zonder uitstel bij je”.
Ik denk dat
die spreuk ons drie aanknopingspunten geeft voor het leven:
Allereerst:
Bid
De
Leerlingen hadden wel een beetje gelijk. Het werk van alledag kan niet alleen
maar uit jezelf komen. Als je geen contact zoekt met God dan wordt al je harde
werk uiteindelijk een soort steriele bezigheid – dan wordt het een bezigheid
die op zichzelf gericht raakt. Dan raken mensen in zichzelf opgesloten, en
denken bijvoorbeeld alleen nog maar aan hun carrière. Het gebed leert ons elke
dag opnieuw dat we alles wat we doen mogen opdragen aan Hem die ons op weg wil
helpen en ons naar Hem toeroept.
Ten
tweede: Werk
Er is geen
ontsnappen aan. Het hele leven bestaat uit hard werken. Wie op zoek is naar een
rustig leventje komt meestal bedrogen uit. Zeker als je leerling van Jezus wilt
zijn. Je gaat altijd te maken krijgen met moeilijkheden, met tegenslagen en met
zaken die niet liepen zoals je gepland had. Dat is allemaal niet erg. Elke dag
weer mogen we de schouders er onder zetten en zien hoe we het beste kunnen
maken van onze situatie. Werk mogen we hier niet alleen zien als bezigheid in
de wereld, maar ook het werk dat behoort bij ons christen-zijn. Op zoek gaan
naar wie het moeilijk heeft, kwaad met goed vergelden, elkaar ondersteunen en
onderrichten. Verantwoordelijkheid nemen voor de gemeenschap. Het is niet
altijd een dankbare bezigheid, maar het moet allemaal gebeuren.
Ten derde:
God is erbij
God steunt
ons in wat we doen, daar mogen we zeker in geloven. Maar hij doet dat op vele
manieren, en we mogen niet verwachten dat we de hele daag geloof, hoop en
liefde in literverpakkingen toegediend krijgen. God de mogelijkheid geven om
ons te kunnen helpen is hard werken. Daar gaat gebed aan vooraf, en inzet. En
de wegen van God zijn niet altijd inzichtelijk voor ons. Toch mogen we uit dat
geloof leven, en daar steun in vinden als we het moeilijk hebben.
Als we
proberen onze plicht te doen, dan staan wij nooit alleen. We vinden mensen om
ons heen die ons steunen, en God zelf die ons helpt.
Dan hoeven
we ons niet druk te maken of we wel genoeg waardering krijgen, of wat er op
onze rekening of ons visitekaartje staat.
Want wij zijn in Zijn Handen.
Amen.