Evangelie (Joh.
17,1-11a)
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en zei:
“Vader, het uur is gekomen.
Verheerlijk uw Zoon, opdat de Zoon U verheerlijke.
Gij hebt Hem immers macht gegeven over alle mensen
om eeuwig leven te schenken aan allen, die Gij Hem gegeven hebt.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen,
de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden: Jezus Christus.
Ik heb U op aarde verheerlijkt
door het werk te volbrengen, dat Gij Mij hebt opgedragen te doen.
Gij, Vader, verheerlijk Mij thans bij Uzelf
en geef Mij de heerlijkheid,
die Ik bij U had eer de wereld bestond.
Ik heb uw Naam geopenbaard aan de mensen,
die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt.
U behoorden ze toe;
Mij hebt Gij ze gegeven en zij hebben uw woord onderhouden.
Nu weten zij, dat al wat Gij Mij gegeven hebt, van U komt.
Want de boodschap, die Gij Mij hebt meegedeeld,
heb Ik hun meegedeeld,
en zij hebben ze aangenomen en naar waarheid erkend,
dat Ik van U ben uitgegaan,
en zij hebben geloofd, dat Gij Mij hebt gezonden.
Ik bid voor hen.
Niet voor de wereld bid Ik,
maar voor hen, die Gij Mij gegeven hebt, omdat zij U toebehoren.
Al het mijne is van U en het uwe is van Mij.
Zo ben Ik in hen verheerlijkt.
Ik blijf niet langer in de wereld, zij echter blijven in de wereld,
terwijl Ik naar U toe kom.”
“Vader, het uur is gekomen.
Verheerlijk uw Zoon, opdat de Zoon U verheerlijke.
Gij hebt Hem immers macht gegeven over alle mensen
om eeuwig leven te schenken aan allen, die Gij Hem gegeven hebt.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen,
de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden: Jezus Christus.
Ik heb U op aarde verheerlijkt
door het werk te volbrengen, dat Gij Mij hebt opgedragen te doen.
Gij, Vader, verheerlijk Mij thans bij Uzelf
en geef Mij de heerlijkheid,
die Ik bij U had eer de wereld bestond.
Ik heb uw Naam geopenbaard aan de mensen,
die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt.
U behoorden ze toe;
Mij hebt Gij ze gegeven en zij hebben uw woord onderhouden.
Nu weten zij, dat al wat Gij Mij gegeven hebt, van U komt.
Want de boodschap, die Gij Mij hebt meegedeeld,
heb Ik hun meegedeeld,
en zij hebben ze aangenomen en naar waarheid erkend,
dat Ik van U ben uitgegaan,
en zij hebben geloofd, dat Gij Mij hebt gezonden.
Ik bid voor hen.
Niet voor de wereld bid Ik,
maar voor hen, die Gij Mij gegeven hebt, omdat zij U toebehoren.
Al het mijne is van U en het uwe is van Mij.
Zo ben Ik in hen verheerlijkt.
Ik blijf niet langer in de wereld, zij echter blijven in de wereld,
terwijl Ik naar U toe kom.”
Verkondiging:
Broeders en zusters, beste mensen
thuis.
Het evangelie dat we vandaag lezen
hoort bij een lange redevoering van Jezus, het is best een moeilijke tekst.
Maar het gaat er over dat er twee geesten, we zouden ook kunnen zeggen twee
machten of twee principes zijn waar we mee te maken hebben
De geest van eenheid en de geest van
verdeeldheid.
De geest van eenheid moet bij de Kerk
horen, want dat is de geest van God. De geest van verdeeldheid leeft in de
wereld en doet het omgekeerde van wat God wil. Die geest zet mensen tegen
elkaar op. Het is de geest die mensen er om bezorgd maakt of ze toch wel
precies krijgen, tot op de gram afgemeten, waar we “recht” op zouden hebben. Het
is de geest van angst voor anderen, die ook wel eens iets zouden kunnen krijgen
wat jij wil hebben.
Van die verdeeldheid hebben we de
afgelopen weken veel kunnen zien, op radio en televisie. Daar waren weer veel
mensen met meningen te zien en te horen die zich tekort gedaan voelden, en
vooral vonden dat een ánder maar moest inschikken.
Zo las ik gisteren dat alle
veiligheidsmaatregelen onzin waren, zo zei een professor uit Amsterdam, want
alleen oude en ongezonde mensen gaan er volgens hem aan dood. En die mensen zijn toch
overbodig, want die kosten alleen maar geld.
Verdeeldheid en egoïsme staan nooit
ver van elkaar af, want als je vooral aan jezelf denkt dan zijn anderen maar
een last of een bedreiging. Wie zo in het leven staat is een “kind van de wereld”,
heeft de geest van de wereld aangenomen.
U moet niet raar staan te kijken als
zulke professors morgen weer iets anders zeggen want wie de geest van
verdeeldheid omarmt raakt zelf ook verdeeld. Dan weet je ’s ochtends niet meer
wat je ’s avonds in het praatprogramma vinden moet.
Niks om jaloers op te zijn dus.
Onder de kinderen van het licht, het
Volk van God, mag een andere Geest heersen. De Geest van Eenheid. Dat wil niet
zeggen dat er nooit verdeeldheid is, maar wel dat als we die bemerken die
áltijd pijn doet. Als we geen pijn meer voelen onder verdeeldheid dan zijn we
kinderen van de wereld geworden, dus laten we vooral oplettend blijven!
Over de Geest van Eenheid kunnen we
een paar dingen zeggen:
1. De
Geest van Eenheid houdt God en de mensen bij elkaar. Door de Heilige Geest
kunnen we altijd dicht bij God blijven, kunnen we ontdekken wat zijn wil is
voor ons leven. Door de Heilige Geest vinden we toegang tot wat de Bijbel ons
wil zeggen en door de Heilige Geest zijn er de werkzame sacramenten van de Kerk
die dé manier zijn waarop God zich nu aan de wereld meedeelt. Zonder die Geest
van Eenheid zouden we maar verweesd rondlopen. Dan geloof je op maandag zus en
op dinsdag zo. Dat biedt geen perspectief. Zo raak je opgesloten in jezelf.
2.
De Geest van Eenheid houdt de Kerk bij elkaar.
Alle mensen die geraakt zijn door het verhaal van God en de mensen horen bij
elkaar. Met al hun verschillen en waar ze ook wonen – of in welke eeuw – we hebben
allemaal een band. Er kunnen soms stevige meningsverschillen zijn, maar haat,
afkeer en afscheiding – dat heeft geen plaats onder ons. Er kunnen ook geen A-
of B- parochianen zijn. Geen mensen waarvan we zeggen “jij bent jong en gezond,
jij mag vooraan staan” en “u bent maar oud en ziek en ik heb geen tijd voor u”.
Als we merken dat we dat toch doen moeten we ons weer richten op de Heilige
Geest, en onze oren sluiten voor die geest van de wereld die toch weer is binnengesiepeld.
3.
De Geest van de Eenheid roept ons op om ons in
te zetten voor de samenleving, om daar verdeeldheid te beperken en mensen tot
eenheid en solidariteit op te roepen. De Kerk getuigt ervan dat álle mensen een
onopgeefbare waardigheid hebben die losstaat van je achtergrond, je geloof, je
geslacht of je leeftijd. De Kerk moet er op aandringen dat mensen dus ook niet
afgeschreven mogen worden, dat verwondt namelijk de waardigheid van mensen.
Het is niet
aan de Kerk om kandidaten op te stellen of verkiezingscampagnes te voeren. Maar
de Kerk kan ook niet zeggen dat ze niks met de wereld te maken heeft of de
wereld maar aan haar lot moet overlaten. Alsof wij als op een soort gezellig religieus
cruiseschip naar de overkant kunnen varen, terwijl de landen waar je langsvaart
allemaal in brand staan.
Broeders en
zusters, wij zijn geen cruiseschip, wij zijn een veldhospitaal. Voor iedereen.
Laten we dus blijven geloven, hopen en
liefhebben, dan kunnen we die Geest van Eenheid in ons sterker maken, en als we
leven in de Geest van Eenheid worden we zelf ook authentieker, sterker in het
geloof, sterker in de omgang met anderen. Dan gaat ook ons leven niet meer om
ons eigen ikje draaien maar om iedereen met wie we in verbinding staan. Dan
krijgen we kracht om ook in moeilijke tijden trouw te blijven aan onze roeping,
om ons te verenigen met God, in de Kerk voor álle mensen.
Amen.
De bisschoppenconferentie in Nederland
heeft een nieuw protocol opgesteld waarmee het kerkelijk leven langzaam weer
kan worden opgestart.
De nieuwe regels maken het weer
mogelijk dat vanaf 1 juni er weer in kleine kring -tot 30 personen – weer missen
kunnen worden gevierd, en per 14 juni – Sacramentsdag – kan er weer communie
worden uitgereikt. Dit zal nog niet op de ons bekende manier zijn omdat er veel
voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen, maar het ís weer mogelijk. Gelukkig.
Als u wilt deelnemen aan een eucharistieviering
moet u van te voren contact opnemen met het secretariaat zodat u op de bezoekerslijst
kunt worden geplaatst. Dat is helaas tijdelijk nodig.
Het uitreiken van de communie zal er
in het begin wat onwennig uitizien. De communie zal worden uitgereikt met een
hostietang en met een beschermend schild tussen de priester en de gelovige.
Dat voelt erg ongemakkelijk. Maar het kunnen
ontvangen van de Heer onder de gedaante van brood moet belangrijker zijn dan
onze gehechtheid aan hoe de dingen tot afgelopen maart gingen.
De pastores en het parochiebestuur
hopen op uw medewerking in deze kwetsbare tijd.
Dank u wel.