Vijftiende zondag in gewone tijd
Je gaat het zien als je het doorhebt
Beste vrienden,
Het is u misschien wel eens overkomen dat u een boek herleest uit uw jeugd. Misschien wel een boek dat u voor de leeslijst moest lezen en waar u toen de schouders over ophaalde. Nu slaat u het weer open als en als u het herleest denkt u opeens: wat een bijzonder boek is dit! Waarom zag ik dat al die jaren geleden niet in? En al die wijze lessen die er in staan, die zag ik dertig, veertig jaar geleden niet!
Zoals dat in het klein kan gaan met boeken zo kan dat ook in het groot met het geloof gaan. Met de verhalen uit de Bijbel bijvoorbeeld. We kunnen dan zeggen: ik begrijp er niets van, wat God bedoelt. Maar dan, jaren later en met veel meer levenservaring, kijken we terug en zeggen: “nu valt het kwartje. Nu weet ik wat dit betekent, wie God voor mij en andere mensen is en wat Hij ons wil zeggen. Eerst zag ik het niet, ik was er niet klaar voor, maar nu, nu zie ik het.
Zo gaat het vaker in het leven. In de woorden van een andere “JC”: je gaat het pas zien als je het door hebt .
Helaas, of gelukkig, komen we nooit op het punt dat we altijd alles zullen begrijpen wat de Heer ons in de Bijbel zegt. Zelfs de allerslimste Bijbelwetenschappers en de mensen met het diepste, meest gewortelde geloof, staan toch ook nog wel eens met hun ogen te knipperen hier en daar.
Ik denk toch dat dat niet erg is, het is goed dat we niet alles begrijpen, anders denken we nog dat wij God in onze achterzak hebben, en dat is geen hele eerbiedige gedachte.
Maar toch: het is moeilijk om er mee om te gaan dat er mensen zijn, best veel mensen zijn, die wat wij wél zien, wél begrijpen zelf níet zien. Zelfs niet een beetje.
We hebben het prachtige verhaal van
Jezus Christus, die mens is geworden om alle mensen te redden van de zonde en
de dood, we hebben de Bijbel, die grote bibliotheek vol verhalen over God en
mens.
We hebben tweeduizend jaar christelijke cultuur, we hebben de Kerk en de sacramenten die onze ziel levend maken, we hebben de Paus die zoveel wijze lessen voor ons heeft, we hebben Maria, de Moeder van God en talloze heiligen in de Hemel die onze voorspreker zijn, en toch zijn er mensen die zeggen: daar moeten we niks van weten.
Of erger nog, ze denken of zeggen: "weg ermee!".
Dat is niet iets nieuws: als mensen zeggen “dat is nu eenmaal de moderne tijd, met internet en wetenschap en enzovoorts” dan is dat niet zo. Dat is altijd al zo geweest.
Daar lezen we over in het evangelie
van vandaag in de parabel van de Zaaier, of eigenlijk liever, de parabel van de
Akkers, want daar gaat het verhaal eigenlijk over - in welke grond valt het
woord van God? Is die akker daar wel klaar voor?
Jezus brengt goed nieuws aan de mensen om hem heen, en toch zijn er veel mensen die Jezus en zijn woorden afwijzen. Hij vertelt deze parabel om aan de leerlingen uit te leggen hoe dat nou kan. Is het Woord van God niet sterk genoeg? Klopt er iets niet aan Jezus of wat hij te zeggen heeft?
Er lijkt een tweedeling te zijn in
de menselijke reactie op Gods geheimen. Er zijn er aan, zegt het Evangelie,
“het gegeven is de Geheimen van het Rijk der Hemelen te kennen” en aan wie “het
niet gegeven is”.
De parabel spreekt dit ook uit en legt uit hoe dat komt, waarom het Goede Nieuws, het Evangelie, geen vrucht lijkt te dragen. Omdat het geloof geen wortel kan schieten bijvoorbeeld, of het beetje geloof wat er is overschaduwd wordt door alle zorgen van de wereld.
Ze zijn er niet klaar voor. Er moet
nog één en ander gebeuren. Sommige mensen hebben het nu te slecht om het Goede
Nieuws te kunnen horen. De pijn moet eerst zakken, een plek krijgen, dan is er
pas ruimte voor groei. Anderen hebben het juist te goed. Gods goede nieuws
dringt niet meer door tussen alle winkelcatalogi en beursberichten. Maar ook
daar kan nog van alles gebeuren wat voor nieuwe openingen kan zorgen. De wereld
is immers onderworpen aan een “zinloos bestaan” en meer dingen van de wereld
ophopen kan ons leven niet zinniger maken.
Maar dat ga je pas zien als je het doorhebt.
En wanneer je het doorhebt, dan ga
je er ook wat mee doen. Geloof in het evangelie is niet een soort passief
weten, maar een kennis die je nieuw maakt en die je leven richting geeft. Je
leven wordt er volledig anders van ook al blijf je dezelfde baan houden, blijf
je lid van dezelfde familie en zie je nog steeds dezelfde mensen om je heen.
En je zal vrucht dragen, de zin die je dan in het leven vindt – de zin die God aan het leven gegeven heeft , zal je dan ook kunnen doorgeven aan anderen.
Aan dertig mensen, zestig mensen, misschien wel honderd mensen.
Als we tenslotte een tijd geen zin
zien, onze wortels niet diep genoeg lijken te gaan, het dor en droog wordt om
ons heen, moeten we niet wanhopen. Gods woord en Gods belofte bereiken altijd
hun doel. Wat we eerst niet zagen, niet snapten, niet geloofden, kun je later
wel zien, wel snappen, wel geloven.
Als wij ons voor Gods Woord open stellen geeft God ons ook de diepere wortels en vruchtbare grond.
Opdat we vrucht mogen blijven
dragen.
Amen.