Onder
degenen
die bij gelegenheid van het feest optrokken ter aanbidding
waren ook enige Grieken.
Deze nu klampten Filippus van Betsaïda in Galilea aan
en vroegen hem:
“Heer, wij zouden Jezus graag spreken.”
Filippus ging het aan Andreas vertellen
en tenslotte brachten Andreas en Filippus
de boodschap aan Jezus over.
Jezus echter antwoordde hun:
“Het uur is gekomen,
dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
als de graankorrel niet in de aarde valt,
blijft hij alleen;
maar als hij sterft,
brengt hij veel vrucht voort.
Wie zijn leven bemint, verliest het;
maar wie zijn leven in deze wereld haat,
zal het ten eeuwigen leven bewaren.
Wil iemand Mij dienen dan moet hij Mij volgen;
waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn.
Als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren.
Nu is mijn ziel ontroerd.
Wat moet Ik zeggen?
Vader, red Mij uit dit uur?
Maar daarom juist ben Ik tot dit uur gekomen.
Vader, verheerlijk uw Naam.”
Toen kwam er een stem vanuit de hemel:
“Ik heb Hem verheerlijkt
en zal Hem wederom verheerlijken.”
Het volk dat er bij stond te luisteren,
zei dat het gedonderd had.
Anderen zeiden:
“Een engel heeft tot Hem gesproken.”
Maar Jezus sprak:
“Niet om Mij was die stem,
maar om u.
Nu heeft er een oordeel over de wereld plaats,
nu zal de vorst dezer wereld worden buiten geworpen;
en wanneer Ik van de aarde zal zijn omhoog geheven
zal Ik allen tot Mij trekken.”
Hiermee duidde Hij aan
welke dood Hij zou sterven.
Beste mensen,
Het is feest in Jeruzalem! Velen zijn op pad om de pelgrimstocht naar de tempel te maken. En in dat gedrom lopen allerlei mensen rond, het is net als de Lange Nieuwstraat op koopzondag – maar dan met God erbij.
Mensen van allerlei slag lopen naar Jeruzalem, naar de Tempel, en hopen daar iets te vinden. Hoop of wijsheid, verlichting – nieuw leven.
Ondertussen gonst het in de groep van een leraar die een nieuwe boodschap brengt. Jezus. En de mensen die van ver komen – het Evangelie noemt die ‘de Grieken’ – vragen aan de eerste de beste leerling die ze tegenkomen:
“Wij willen Jezus zien”, in de Nederlandse vertaling lezen we: “we willen Hem graag spreken”, maar dat staat er niet. Er staat in het Grieks: we willen hem zien. En dat is ook waar het om draait deze zondag. Jezus zien.
“Wij willen Jezus zien”, dat zijn woorden die ook wij zo mee kunnen nemen. Want dat is ook de reden dat we hier zijn. Wat doen we hier op zondagochtend in de kerk of thuis ingeschakeld via de livestream: we willen Jezus zien, we willen zien wie Hij is, we willen wéten wie Hij is. We willen Hem beter leren kennen.
Die “Grieken” staan dus helemaal niet zo ver af van ons. Ze zijn ons best dichtbij. Sterker nog: zij zijn wat wij zijn – mensen uit de hele wereld die opgaan naar God.
De een komt elke week naar de kerk, de ander maar een paar keer per jaar – zo met Kerst en Pasen – een derde komt zo af en toe voor de mooie muziek en een vierde is misschien pas katholiek geworden en is super-enthousiast over alles. Zo was dat ook met de Grieken uit de tijd van Jezus (maar dan Joods, en nog niet katholiek)
Daar zaten hele felle bekeerlingen tussen, voor wie het niet streng genoeg kon. Of Griekssprekende Joden die elk weekend meededen en vrijwilliger waren, of Joden die dat van geboorte waren en hoewel iets minder actief – het geloof toch belangrijk vonden - en tenslotte ook mensen die achter “de muziek aanliepen”: heidenen die dat allemaal wel interessant vonden: Één God met een boodschap voor alle mensen!
Ze werden dan misschien niet officieel Joods maar ze deden wel op hun manier mee. Dat alles waren de Grieken: mensen net als wij.
En hun woorden, hun nieuwsgierigheid, is ook de onze: wij willen Jezus zien
Maar Jezus loopt niet direct naar ze toe om zich voor te stellen en visitekaartjes uit te delen.
(Dat zou wat zijn, visitekaartjes van Jezus: J. Christus, Leraar en Wonderwerker, en dan een kantooradres in Kafarnaüm en het telefoonnummer van zijn secretaresse – nee hé, we voelen het al aan, dat is niet hoe Jezus zichzelf laat zien)
Hoe gaat
Jezus zichzelf wél laten zien? Niet op een afstandelijke manier, geen gepoch met een
website en een visitekaartje, een Linkedinprofiel met endorsements – dat
mensen bijvoorbeeld vertellen dat je heel goed bent in storytelling en het
genezen van melaatsen. Of een account op Strava met een verse prestatie: wereldrecord Over-Water-Lopen.)
Onze vraag blijft: wij willen Jezus zien, maar wat is het antwoord. Wat krijgen we te zien? Wat krijgen we te horen?
We krijgen tekens en symbolen te horen. We horen over Jezus die omhooggeheven wordt met de armen wijd uitgestrekt, en een symbool: het zaad dat in de Aarde valt en sterft. Als het zaad zichzelf blijft , dan wordt het niks. Maar als het zaad sterft – ophoudt zaad te zijn – dan is er ruimte voor nieuw leven.
Die twee dingen samen wijzen vooruit. Ze wijzen vooruit naar de Goede Week, naar de Passie van de Heer. Naar zijn dood aan het Kruis.
Waar Hij omhoog geheven zichzelf openbaart als de redder van de wereld. Zo laat hij zichzelf zien.
Niet met interviews in glossy’s of bijdehante opmerkingen op sociale media of een gelikt webformulier waarna je – als je dat hebt ingevuld – elk jaar op je verjaardag een e-mailtje krijgt met felicitaties en een mooie aanbieding van Jezus. Drie voor de prijs van één. Nee.
Hij openbaart zich niet als de succesvolle – maar als degene die zijn leven geeft, en het op Pasen terugwint omdat hij het verliest.
Op de vraag: laat ons Jezus zien – is maar één antwoord mogelijk, en dat is het kruis. Dáár kun je Jezus zien. Dat is wat Hij is. De man aan het kruis die zijn leven geeft voor de hele wereld. Voor pretletters en pechvogels, succesverhalen en mislukkingen, voor wappies en wijzen, voor farizeeërs en losbollen, voor verloren zoons en oudere broers.
Je moet hem zó zien, want anders zie je hem niet.
En als je Hem zo ziet, en als je zo in Hem gelooft – die vreemde boodschap dat Jezus wint door te verliezen – dan zijn we ook vrij om te dóen.
Letterlijk vrij om te doen. Want dan zijn we ook bevrijd van het idee dat je alleen maar kan slagen als je altijd wint. Die gedachte alleen al zou je verlammen.
Dan kun je geven zonder elk moment iets terug te moeten verwachten. Kun je liefhebben zonder boekhouding.
En als je je niet meer angstig vastklampt aan jezelf zul je zien dat er ruimte is voor nieuw leven, nieuwe groei.
En met alle mensen om ons heen, die we dan met nieuwe ogen mogen leren zien kunnen we dan samen opgaan naar onze woning.
Het nieuwe Jeruzalem.
Amen.