Thursday, 7 March 2024

Vierde zondag in de Vastentijd

 

“De Mensenzoon moet omhoog worden geheven,
zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn,
opdat eenieder die gelooft
in Hem eeuwig leven zal hebben.
Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad,
dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven,
opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan,
maar eeuwig leven zal hebben.
God heeft zijn Zoon
niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen,
maar opdat de wereld door Hem zou worden gered.
Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld,
maar wie niet gelooft, is al veroordeeld,
omdat hij niet
heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon Gods.
Hierin bestaat het oordeel:
het licht is in de wereld gekomen,
maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht,
omdat hun daden slecht waren.
Ieder die slecht handelt, heeft afschuw van het licht
en gaat niet naar het licht toe
uit vrees dat zijn werken openbaar gemaakt worden.
Maar wie de waarheid doet, gaat naar het licht,
opdat van zijn daden moge blijken dat zij in God zijn gedaan.”

 

Beste vrienden,

Het is een mysterieuze tekst die we deze zondag horen in het Evangelie. Jezus openbaart aan Nicodemus, een joodse leraar de nieuwe werkelijkheid die Hij zal inleiden. Hij gebruikt symbolen uit het Oude Testament om dat  uit te leggen. Maar u zult het met me eens zijn dat het Nicodemus misschien allemaal niet één twee drie duidelijk was. En ons misschien ook niet.

Grote woorden: heil, licht, oordeel, een omhooggeheven slang..

Zoals dat vaak gaat met de woorden van Jezus, de leerlingen en naasten snapten het vaak ook niet. Pas in het licht van Pasen kan men terugkijken en wordt duidelijk wat Jezus allemaal bedoelde.

Als we het af en toe allemaal moeilijk vinden bevinden we ons dus in goed gezelschap!

In deze lezing zien we een hele mooie beweging van de aarde naar de Hemel en weer terug. We zien drie thema’s die alles met elkaar te maken hebben.  

Het Kruis als openbaring van het heil

De zelfgave van Jezus

En het wezen van het oordeel.

Allereerst: zonder kruis geen redding.

Toen Mozes met het Joodse volk in de woestijn was. Gebeurde er eens iets verschrikkelijks. Door grote onvoorzichtigheid werden veel mensen door slangen gebeten en het gif zou hen fataal worden. God vertelde toen aan Mozes om een bronzen slang op een paal op te heffen in de woestijn en iedereen die naar dat beeld op keek zou worden genezen.

In de Joodse traditie wordt dan gezegd: het zijn niet de slangen die doden of levend maken: het is het hart richten op God dat leven brengt.

Jezus gebruikt het symbool om zijn kruisiging uit te leggen, net als de opgeheven slang een symbool van Goddelijke genezing was, zo zal de kruisiging de realiteit daarvan zijn.

En dat is zo omdat de kruisiging de volledige zelfgave van God in Jezus Christus is, hij is gekomen om te redden, dat is zijn enige doel – en de kruisiging en de Opstanding zijn daar de voltooiing van.

En waar red Hij ons van, van de duisternis, van het negatieve oordeel. Want het oordeel, zo zegt Hij, dat is niet als een onderzoek van een soort Goddelijke FIOD, die je boeken komt controleren om te kijken of je niet ergens eens een keer een komma verkeerd hebt gezet in je leven, maar een liefdevol licht dat ons uitnodigt om thuis te komen.

Wat betekent dit alles voor ons: we hebben hier grote vergezichten van de eeuwigheid tot Pasen en weer terug, maar wat mogen we hiermee doen?

We gaan op naar de Goede Week, een tijd waarin we ons bijzonder mogen verenigen met Jezus’ lijden en sterven aan het Kruis, en dan is het goed dat doel van redding onder ogen te houden. Het kruis maakt het Licht zichtbaar en wij worden uitgenodigd in dat licht te gaan staan.

Dat kan soms even moeilijk zijn, want als je in het licht staat zie je ook wat er allemaal nog niet goed gaat in het leven, al onze onhebbelijkheden,  onze tekortkomingen.

Maar staan we eenmaal in het licht dan kunnen we er ook steeds dichterbij komen, de duisternis heeft dan geen greep meer op ons. Niet blijvend in ieder geval.

Als je éénmaal in het licht staat wordt het makkelijker blijven we op weg, onder het teken van de Omhooggehevene mogen we uiteindelijk mee omhoog. Naar God,

Amen.