Saturday, 4 March 2023

Verleden, Heden, Toekomst

In die tijd nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee
en bracht hen boven op een hoge berg,
waar zij alleen waren.
Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd:
zijn gelaat begon te stralen als de zon
en zijn kleed werd glanzend als het licht.
Opeens verschenen hun Mozes en Elia,
die zich met Hem onderhielden.
Petrus nam het woord en zei tot Jezus:
“Heer, het is goed, dat wij hier zijn.
Als Gij wilt zal ik hier drie tenten opslaan,
een voor U,
een voor Mozes en een voor Elia.”
Nog had hij niet uitgesproken
of een lichtende wolk overschaduwde hen
en uit de wolk klonk een stem:
“Dit is mijn Zoon, de Welbeminde,
in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld;
luistert naar Hem.”
Op het horen daarvan
wierpen de leerlingen zich ter aarde neer,
aangegrepen door een hevige vrees.
Maar Jezus kwam naar hen toe,
raakte hen aan en zei:
“Staat op, en weest niet bang.”
Toen zij hun ogen opsloegen,
zagen zij niemand meer dan alleen Jezus.
Onder het afdalen van de berg gelastte Jezus hun:
“Spreekt met niemand over wat ge hebt aanschouwd
voordat de Mensenzoon uit de doden is opgestaan.”

 

Beste vrienden,

 

Misschien heeft u wel eens gedacht terwijl u ergens op vakantie was - op een fijne plek, het weer is heerlijk, u bent lekker aan het eten, misschien met een glaasje wijn erbij met mensen waar u graag mee samen bent - dat u denkt: konden we hier maar blijven, kon dit moment maar altijd duren. 

 Dat kan natuurlijk niet, maar het is niet zo vreemd als u dat voelde. Petrus, in deze lezing dacht er ongeveer hetzelfde over. Jezus laat zien wie hij werkelijk is, een gelukzalig moment, en Petrus wil het vasthouden. In de andere evangelies staat er dan bij: “Petrus wist niet zo goed wat hij zei”. Dit evangelie is iets beleefder.

Het evangelie van vandaag, het evangelie van de gedaanteverandering is een rijke maar moeilijke tekst. Het is een tekst die als het ware zich in drie dimensies uitbreidt. We zouden er door kunnen worden overdonderd net zoals de leerlingen.

We zien Christus gemanifesteerd in zijn Glorie, terwijl hij op weg is naar Jeruzalem om het lijden te ondergaan.

We zien een openbaring van wie hij ten diepste is. Het beeld van de Vader, Hij die van eeuwigheid was – en tegelijkertijd moeten de leerlingen die boodschap geheimhouden.

We zien zowel het verleden – door Mozes en Elia – als de toekomst – Jezus in zijn Heerlijkheid en een raadselachtige opdracht voor het heden.

 En op één of andere manier wordt dit allemaal in evenwicht gehouden. Bovenop de berg Tabor in Israël.

 Laatst moest ik denken aan een boek uit mijn kindertijd. Misschien kent u het wel want het is heel bekend, en er zijn tegenwoordig ook films van: de Narniaverhalen van de Engelse schrijver CS Lewis. Het eerste deel is De Leeuw, de Heks en de Kleerkast. Het verhaal gaat over vier kinderen, broers en zussen van elkaar die door de magische kleerkast in het land Narnia terechtkomen en daar allerlei avonturen beleven. Aan het eind van het avontuur worden ze koningen en koninginnen van Narnia. Maar ook koningen en koninginnen kunnen niet voor altijd blijven in dat magische land. Op een gegeven moment moeten ze weer terug naar de gewone-mensen-wereld. Maar ze hebben wel heel veel over zichzelf geleerd.

 Ook de leerlingen moeten zichzelf ontdekken terwijl ze op tocht zijn met Jezus. Wij reizen even mee.  Ze maken een vermoeiende tocht naar de top van de berg Tabor, en de leerlingen voelen zich al bedrukt. Jezus heeft al aangekondigd dat hij het lijden moet ondergaan. Ze gaan een onzekere toekomst tegemoet. En als bovenop de berg Jezus toont wie hij werkelijk is denkt Petrus natuurlijk: als we dit moment nu vasthouden, dan is ons moeilijke leven voorbij, dan kunnen we hier altijd zijn. 

Niet alleen met Jezus maar ook met Mozes en Elia, de helden uit hun jeugd waar ze alle boeken over gelezen hebben. Die paar momenten van goddelijke heerlijkheid zijn zo grandioos dat ze zich er met man en macht aan willen vastklampen. Ze willen op de berg blijven en genieten van al die mooie dingen. Maar het kan niet. Ze moeten ook weer van die berg af weer op weg gaan naar Jeruzalem. Ze zijn op die berg Tabor om iets te leren over henzelf. Om te ontdekken wie zij zijn en wie Jezus is.

Wat is het dat zij hebben geleerd? Drie lessen:

De eerste les, denk ik, is dat er geen toekomst is zonder een verleden. Dit geldt voor alles, dit geldt voor ons, en het geldt voor het geloof. Je komt nooit verder als je je verleden zomaar afwijst als je vergeet wie je bent heb je geen toekomst. Het is geen toeval dat als Jezus zich toont in zijn glorie, laat zien wie hij van eeuwigheid is en zijn zal , dat Mozes en Elia bij hem verschijnen. Mozes symboliseert de Wet, en Elia de Profeten. Samen zijn Mozes en Elia het joodse geloof van alle voorbije eeuwen. Christus is de toekomst, maar hij is niet de toekomst die het verleden afwijst. Hij is de toekomst die het verleden omarmt en meeneemt naar nieuwe grote hoogten. 

De tweede les, is dat we niet in het verleden of in de toekomst kunnen wonen. Welke mooie herinneringen we ook hebben of welke spannende vergezichten we ook te zien krijgen, we kunnen ze niet vasthouden, we kunnen ze niet tot het “nu” maken, want het nu is altijd een opening in de tijd, een moment van vrijheid waarin we - bijgelicht door het verleden en de toekomst – ons leven vorm kunnen geven. 

En we kunnen ook niet vooruitlopen op de toekomst. Alles moet op zijn eigen tijd gebeuren. Daarom moeten de leerlingen geheim houden wat ze allemaal gezien hebben. Het is hun taak om dit alles in hun hart te bewaren tot de tijd gereed is om de waarheid over Jezus te verkondigen. Die tijd is straks, maar nu nog niet. 

De derde les is hoe we in het heden moeten staan. Hoe moeten we dat “nu” beleven? God zelf vertelt ons dat op het moment dat Petrus en de leerlingen worden geconfronteerd met het feit dat ze niet op de berg kunnen blijven, ze horen: “Dit is mijn Zoon, de welbeminde, luistert naar Hem”.

Elke dag opnieuw mogen wij op zoek naar wat Jezus ons te zeggen heeft. Elke dag opnieuw mogen we op zoek naar zijn wil voor ons leven en kunnen we mogelijkheden vinden om zijn opdracht in ons leven waar te maken. We hoeven niet steeds terug te bladeren hoe het vroeger alweer ging, en we moeten zeker niet al gretig uitkijken naar het slot van het verhaal. Elke dag heeft zijn eigen diepe betekenis. 

De reis door ons leven wordt dan óók een reis naar de kern van ons leven, we leren langzamerhand wat belangrijk is, en wat niet. We leren welke wegen dood lopen, en waar de onverwachte openingen zijn. 

Dat is soms een onzekere tocht. We weten niet altijd of we de goede kant opgaan. Maar we mogen wel geloven altijd op deze toch te worden geleid door Christus zelf.

Als we op deze tocht blijven verdwalen we niet, maar leren we steeds opnieuw dat al onze avonturen uiteindelijk deel uit gaan maken van het verhaal van Christus en zijn Kerk. Een verhaal dat begonnen is in het verborgen hart van God en tot voltooiing zal komen in de eeuwen der eeuwen, Amen.