Sunday, 24 December 2023

Kerstnacht en Kerstochtend 2023

In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus,
dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk.
Deze volkstelling vond plaats
eer Quirinius landvoogd van Syrië was.
Allen gingen op reis,
ieder naar zijn eigen stad, om zich te laten inschrijven.
Ook Jozef trok op
en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David,
ging hij van Galilea, uit de stad Nazaret,
naar Judea, naar de stad van David, Betlehem geheten,
om zich te laten inschrijven,
samen met Maria zijn verloofde, die zwanger was.
Terwijl zij daar verbleven,
brak het uur aan waarop zij moeder zou worden;
zij bracht een Zoon ter wereld, haar eerstgeborene.
Zij wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe,
omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
In de omgeving bevonden zich herders,
die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten.
Plotseling stond een engel des Heren voor hen
en zij werden omstraald door de glorie des Heren,
zodat zij door grote vrees werden bevangen.
Maar de engel sprak tot hen:
“Vreest niet, want zie,
ik verkondig u een vreugdevolle boodschap,
die bestemd is voor heel het volk.
Heden is u een Redder geboren,
Christus de Heer,
in de stad van David.
En dit zal voor u een teken zijn:
gij zult het pasgeboren kind vinden
in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.”
Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare;
zij verheerlijkten God met de woorden:
“Eer aan God in den hoge
en op aarde vrede onder de mensen
in wie Hij welbehagen heeft.”

Beste vrienden

Met Kerstmis vieren we het Licht. Dat is niet alleen maar geestelijk licht, of een fijn gevoel dat we van binnen hebben. We willen het ook werkelijk licht maken, in de kerk, in huis. We maken het gezellig. We steken kaarsen aan! Dat warme kaarslicht maakt ons blij. Er hangen lichtjes in de Kerstboom, lichtjes voor het raam. 

Ook als mensen niet meer geloven en niet meer naar de Kerk komen vieren ze nog steeds het Licht. Zo diep zit dat. Wij zijn er niet op gebouwd om in de duisternis te blijven zitten, zo zijn we zijn er ook niet op gebouwd om alleen te zijn. Met Kerst zoeken we elkaar op, er wordt plaats gemaakt voor iedereen.

 Het Lukasevangelie, waar het geboorteverhaal van Jezus in staat neemt ons mee naar het verhaal van licht en duisternis, van warmte en kou.  

Augustus, keizer Augustus, daar begint het mee. De keizer wil zijn licht laten schijnen op al zijn onderdanen. Dat is een ander licht dan waar wij aan denken. Dat is geen vriendelijk licht maar een schijnwerper waar de mensen niet uit kunnen ontsnappen. Van dat kunstlicht krijg  je het niet warm. Het het koude schijnsel van de macht. Neplicht, we laten het gauw achter ons. Dat is niet het licht waar we naar op zoek zijn.

Jozef en Maria gaan op reis naar Bethlehem. Ze willen niet, maar ze moeten! Ze moeten in Bethlehem worden ingeschreven in het belastingregister. Het moet een zware reis zijn, zeker voor Maria die hoogzwanger is. En als ze in Bethlehem aankomen is er ook nog geen plaats voor hen in de herberg.

Ik heb wel eens horen zeggen, Bethlehem zat gewoon vol. Jozef had eerder moeten reserveren op booking.com! Maar dat staat er denk ik niet zo. Er staat niet, “er was geen plaats”, er staat niet “Bethlehem zat boordevol en er kon niemand meer bij”. Er staat: “er was geen plaats voor hen.” En dat betekent in het Grieks hetzelfde als in het Nederlands. Er was geen plaats voor hen.

Er staat niet bij waarom, maar we kunnen het wel raden: uit andere teksten in het Evangelie weten we dat Jozef en Maria niet veel geld hadden. Dan gebeurt het wel vaker dat er geen plek is voor je.

Ter illustratie: ik kwam in mijn aantekeningen een krantenbericht tegen van een paar jaar geleden over een basisschool ergens in het land. Zeven kinderen mochten niet bij het kerstdiner zijn. Hun ouders konden de ouderbijdrage namelijk niet betalen. En als je niet betaalt, dan is er geen plaats voor jou aan tafel. Dan mag je niet mee op schoolreisje en ben je niet welkom bij het kerstontbijt.

Dat artikeltje is me bijgebleven. Het is al een paar jaar oud, maar ik denk niet dat het nu niet meer gebeurd. Misschien halen zulk soort berichten de krant gewoon niet meer. Hoe dan ook. Het is dan niet zo dat er geen plaats is. Natuurlijk is er plaats aan tafel. Er is altijd ruimte voor een stoeltje, wat kadetjes en een extra blikje knakworstjes.

Nee, er is geen plaats voor hen. 

Het zal je maar gezegd worden. 

“Er is hier geen plaats voor jou”. 

Dan wordt het wel erg donker, en koud. 

Het kindje Jezus is er al. Hem vieren we. Maar Kerst zèlf lijkt dan nog erg ver weg te zijn. Maar dat is niet zo, het is heel dichtbij. En het toont zich. Het gaat zich laten zien. Op spectaculaire wijze. Met vuurwerk. 

Na de geboorte van Jezus horen van de herders. Een andere groep mensen voor wie “geen plaats is”. Herders waren net als tollenaars en zondaars uitgestoten uit de samenleving. Ze deden vies werk en roken vast niet erg lekker. Maar zíj zijn het juist die als eerste het Goede Nieuws krijgen. Dat nieuws wordt hen gebracht met alle licht en warmte, door de Engel die vertelt wie Jezus werkelijk is. 

Zoveel gloed, zoveel licht, daar moeten ze van geschrokken zijn! Vandaar dat de Engel zegt “vrees niet, ik kom van God, ik kom je goed nieuws vertellen, over de Koning, die de Redder wordt van het Joodse volk en de hele wereld. De Messias, de Christus, de man die hemel en aarde weer bij elkaar gaat brengen”. 

Maar als je dan verwacht, dat je die koning moet zoeken in een groot paleis? Nee, in de stal moeten ze zijn, in de kribbe is het te doen, daar ligt hij omzwachteld in de kribbe. 

En ik stel me voor, beste vrienden, hoe daar voor het eerst Kerst gevierd werd. In die donkere stal met Jozef en Maria, de herders en het kindje Jezus. Het was geen kerst omdat er veel eten op tafel stond. Het was geen Kerst omdat de stal zo mooi versierd was. Maar ze vonden licht en warmte omdat ze bij elkaar kwamen rond Jezus, en rond dat kind vonden ze hun plek, mochten zij er zijn.  

Hier is een plaats voor jou , er zal altijd een plaats zijn voor jou. Dát is de boodschap van de stal.

Hier is plaats voor jou: het tegenovergestelde van wat de mensen tegen Jozef en Maria zeiden, het tegenovergestelde van wat de herders misschien al hun hele leven te horen krijgen.

Hier is plaats voor jou. 

Voor Jozef, Maria en de herders is er plek. En als ze weer moeten opbreken voor hun volgende reis, dan nemen ze die plek met zich mee. 

God geeft ons in Jezus Christus een plek die niemand meer van je af kan nemen. Dat is een verzekering, en een opdracht. 

Een verzekering, want als God tegen jou zegt: ik heb jou als mens lief, ik heb welbehagen in jou (in de wat ouderwetse woorden van het Evangelie: in de mensen een welbehagen, dan heb je een plek die niemand anders van je af kan pakken. Ook al is het donker in huis, en hangen er geen lichtjes op. Ook dan is Kerst van jou. Niemand kan je dat afnemen.

Het is een verzekering, maar óók een opdracht. Als God ons een nieuwe plaats geeft, in een nieuwe wereld, naast het Koningskind, dan moeten wij op onze beurt ook plaats maken voor elkaar, moeten we licht brengen waar het duister is, warmte brengen waar het koud geworden is. 

Het licht van Kerstmis hebben wij niet gemaakt. Het is, zoals het Evangelie zegt,  “de stralen van de glorie des Heren”: ongeschapen licht van God. Dát is het licht dat op de velden neerstroomde voor de ogen van de verblufte herders. Het Kerstlicht komt van God. 

Wij mogen zorgen voor dat licht, meewerken om het brandend te houden.

Als we dat doen, dan geven we dat vuurtje door, dat licht en die warmte die te zien en te voelen was in Bethlehem. Dan geven we iets van God zélf door aan elkaar en maken we de boodschap van het Kerstfeest waar. 

Zalig Kerstfeest! Amen!

 

Kerstochtend B

 

In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alles is door Hem geworden en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is. In Hem was leven en dat leven was het licht der mensen. En het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan. 

Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Deze kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. Niet hij was het Licht, maar hij moest getuigen van het Licht. Het ware Licht, dat iedere mens verlicht kwam in de wereld. Hij was in de wereld; de wereld was door Hem geworden en toch erkende de wereld Hem niet. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet. 

Aan allen echter, die Hem wel aanvaardden, aan hen, die in zijn Naam geloven, gaf Hij het vermogen kinderen van God te worden. Zij zijn niet uit bloed, noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt, vol genade en waarheid. 

Wij hebben Johannes’ getuigenis over Hem toen hij uitriep: “Deze was het van wie ik zei: Hij die achter mij komt is vóór mij, want Hij was eerder dan ik.” Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen; genade op genade. 

Werd de wet door Mozes gegeven, de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus. Niemand heeft ooit God gezien; de Eniggeboren God, die in de schoot des Vaders is, Hij heeft Hem doen kennen.

 

Beste vrienden,

Van harte welkom op deze viering op Eerste Kerstdag. Jezus is geboren, hij is op Aarde verschenen om het licht te maken om licht te brengen. We hebben in het evangelie de grote lofzang uit het  Johannesevangelie gelezen: over het Woord, dat bij God was, het woord dat ook het Licht is dat alle mensen komt verlichten.

Licht in de duisternis. Wat hebben we dat allemaal nodig. Hoe mogen we dat begrijpen? Het licht en de duisternis?

Misschien kunt u zich een situatie voorstellen, of heeft u het zelf meegemaakt dat u een geweldig voornemen heeft, een groots plan tussen uw oren. En hoe meer u er over nadenkt hoe helderder die plannen worden,u bent al druk met het schetsen van blauwdrukken!

Maar hoe geweldig uw ideeën ook zijn, bij het eerste contact met de realiteit verpulveren ze tot stof. En als u dan tegen uw vrienden of familie verteld over hoe u daar geschokt door bent zeggen ze: ja, dat had ik je wel van tevoren kunnen vertellen dat zoiets niet zou werken. En dat is niet enkel leedvermaak. Je dacht het allemaal zo helder te zien, maar eigenlijk liep je in duisternis rond. Wat een deceptie!

We hebben andere mensen nodig om de dingen om ons heen beter te zien, beter op waarde te kunnen schatten. Als mensen met elkaar overleggen, elkaar ontmoeten, in dialoog elkaars standpunten bevragen dan is de kans veel groter dat er van een plan of project iets terecht komt.

Maar mensen kunnen dat niet altijd uit zichzelf, zich openstellen voor de ander. Sterker nog: als je niet uitkijkt ben je je hele leven bezig met blijven oefenen in spreken en vooral luisteren. Soms komt het zelfs voor dat de kunst van het luisteren en het zien van de ander helemaal verloren lijken te zijn gegaan. Waarin iedereen alleen maar met zichzelf bezig is, of als het echt moet de paar mensen direct om zich heen.  Een volk zo zou de Bijbel zeggen dat in duisternis wandelt.

Maar daar kan het niet bij blijven: het volk dat in duisternis wandelt zal een groot licht zien. En dan wordt alles helder als de dag, en kunnen we elkaar werkelijk ontmoeten voor wie we zijn.

Jezus Christus is dat licht. Hij breekt deze Kerst door. Hij leert ons helder te zien wat er toe doet. We hoeven geen dertig jaar te wachten, totdat Hij volwassen is. Hij leert het ons nu al. De Kribbe is de eerste leerstoel van de Heer.

Welke les mogen we meenemen uit de stal van Bethlehem?

Om te beginnen onze eigen plannen en blauwdrukken zijn niet het belangrijkste wat er is – fundamenteel aan ons bestaan zijn de plannen van God – die zijn eindelozer en matelozer dan wat wij kunnen verzinnen.

De plannen van God verwerkelijken zich op plaatsen en mensen die we niet zien, die niet opvallen. Mensen waarvan velen zullen zeggen: die doen er niet toe. Maar zij doen er juist het meest toe. Het is de omgekeerde wereld!

Als we dat weten, die lessen leren weten we ook dat we niet op de wereld gezet zijn om alleen aan onszelf te denken. Laten we dan altijd – ook wanneer we knutselen aan al onze eigen ambities – open staan voor anderen, de ander respecteren en naar anderen luisteren.

Dan kunnen wij ook dichter naderen tot het leven van de Heer en leren leven uit de liefde die Hij ons geven wil.

Amen.