Saturday, 6 March 2021

Een Plaats voor God

Toen het Paasfeest der Joden nabij was,
ging Jezus op naar Jeruzalem.
In de tempel trof Hij de verkopers aan
van runderen, schapen en duiven
en ook de geldwisselaars die daar zaten.
Hij maakte van touwen een gesel,
dreef ze allemaal uit de tempel,
ook de schapen en de runderen;
het kleingeld van de wisselaars veegde Hij van de tafels
en Hij wierp die omver.
En tot de duivenhandelaars zei Hij:
“Weg met dit alles!
Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal!”
Zijn leerlingen herinnerden zich dat er geschreven staat:
De ijver voor uw huis zal mij verteren.
De Joden richtten zich tot Hem met de woorden:
“Wat voor teken kunt Gij ons laten zien,
dat Gij dit doen moogt?”
Waarop Jezus hun antwoordde:
“Breekt deze tempel af
en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.”
Maar de Joden merkten op:
“Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd;
zult Gij hem dan in drie dagen doen herrijzen?”
Jezus echter sprak over de tempel van zijn lichaam.
Toen Hij dan ook verrezen was uit de doden,
herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had,
en zij geloofden in de Schrift
en in het woord dat Jezus gesproken had.
Terwijl Hij bij gelegenheid van het Paasfeest in Jeruzalem was,
begonnen er velen in zijn Naam te geloven
bij het zien van de tekenen die Hij deed.
Maar Jezus van zijn kant had geen vertrouwen in hen,
omdat Hij allen kende.
Hij wist wat er in de mens stak
en daarom was het niet nodig

dat iemand Hem over de mens inlichtte. 

Broeders en zusters

Een paar maanden geleden, net voor Kerst was er discussie of de kerken überhaupt wel open mochten zijn, en of ze niet beter dicht konden gaan. U herinnert het zich misschien nog wel. Wat in ieder geval wel duidelijk was, was dat de supermarkten hoe dan ook open moesten blijven, wát er verder ook dicht moest rond Kerst, de Albert Heijn niet!  

Ik weet nog dat de gedachte door mijn hoofd spookte: dan zul je zien dat op Eerste Kerstdag de kerken dicht zijn, en de Albert Heijn open. En dan denk je aan al die jonge mensen die geen Kerst mogen vieren met hun familie omdat ze dan moeten werken.  En je voelt haast een knoop in je maag. De zondag is al verdwenen, maar mogen er dan niet eens een paar dagen overblijven waar de drang van werk en handel ophoudt? Je zou er haast begrip voor hebben als iemand een flink fietsslot op de winkelkarretjes zet. 

Zijn er dan geen vrijplaatsen meer in de tijd, of sowieso vrijplaatsen waar de vanzelfsprekendheid waarmee alles wordt opgemeten, vertaald naar euro’s en daarna gedeclareerd niet opgaat?

De Bijbel laat ons zien dat er nood is aan dergelijke vrijplaatsen. We kunnen niet zonder werk, zonder handel, zonder geld. Iedereen die het geprobeerd heeft anders te doen is linksom of rechtsom vastgelopen, maar het domein van werk en geld mag zich niet overal over uitstrekken!

Er zijn vrijplaatsen in de tijd – de Sabbatdag, daar hebben we over gehoord in de eerste lezing van de Tien Geboden – en er was een bijzondere vrijplaats in Jeruzalem. De Tempel.

Maar vrijplaatsen zijn kwetsbaar. Het zit hem al in de naam. Altijd als we ergens een vrijplaats voor maken, geven we toe dat de vrijplaats een uitzondering is, en de drang van werk, handel en macht de vanzelfsprekendheid die alleen met grote moeite tegengehouden kan worden om werkelijk álles in de samenleving over te pakken.

Als we makkelijk een tijd of een ruimte konden vrijmaken tegen de druk van die machten of belangen in, dan hoefden er geen vrijplaatsen te zijn.

Als de zondag niet meer wordt vrijgehouden, ook maatschappelijk niet, voor andere zaken dan wordt het één dag onder vele, en de facto dus een dag waarop we gewoon aan het werk zijn. Dat is voor veel mensen al een harde werkelijkheid. Inmiddels zijn ook Pasen en Kerst al aan de beurt. En de enige reden dat de winkels op nieuwjaarsdag dicht zijn is omdat dan alle prijsplakkertjes moeten worden vervangen.

God laat zich vooral zien in die vrijplaatsen. Je moet je vrijmaken van een stuk wereld om goed te kunnen werken aan de relatie met God. Het is net als met een huwelijk: als je allebei alleen maar aan het werk bent, of erger nog: alleen maar bezig bent met hoe je zo veel mogelijk eigen voordeel uit de relatie kan halen – dan gaat het mis.  Er is vrijheid en rust nodig om de relatie te laten bloeien.

We vinden vandaag drie vrijplaatsen waar het in de lezingen over gaat;

De Sabbatdag – de vrijplaats in de tijd

De Tempel – een heilige plaats, die een vrijplaats in de wereld is

Jezus Christus zelf

Over de vrijplaatsen in de tijd hebben we het gehad. Over de vrijplaats in de wereld van Jezus, de Tempel, gaat het in het Evangelie. We horen dat Jezus wordt geconfronteerd met een praktijk die hij niet eerder heeft gezien. We weten dat er handel was rond de tempel, en het onreine Romeinse geld moest voor de offergave worden omgewisseld in tempelgeld, dat wel door de beugel kon, maar kennelijk kregen de handelaren veel meer ruimte dan eerder, en was dat iets waar gelovige Joden zich heel erg aan stoorden. Jezus wordt zelfs woedend. Want als de vrijplaats in gevaar komt, is er geen plek meer voor God onder de mensen. Jezus overdrijft echt niet als hij wat tafels omgooit en wat handelaren met een zweep achter de vodden zit.

Daarna wijst Hij vooruit naar zichzelf, als nieuwe vrijplaats als nieuwe Tempel. De oude vrijplaatsen gaan langzaam stuk, elke keer brokkelt er een stukje van af.  De sabbat wordt gecorrumpeerd, de Tempel zelf is in gevaar en zal – al weten de mensen dat nog niet – over veertig jaar geheel verwoest worden. Er is een nieuwe, definitieve, Vrijplaats nodig.

Jezus Christus zelf is – dat is een oude leerstelling uit de theologie – zowel Priester, degen die offert, het Lam, degene die geofferd wordt, maar ook het Altaar. Jezus Christus is zelf de plaats waar de grenzen tussen God en mens doorbroken worden.  Daarmee is Hijzelf de ultieme vrijplaats geworden wanneer Hij zijn lijden en sterven binnengaat om op de derde dag te verrijzen.

Jezus spreekt voor de omstanders mysterieuze woorden als Hij het heeft over de “Tempel van Zijn Lichaam” – ze kunnen het nog niet begrijpen – maar dit is wat ze betekenen. Elke vrijplaats in de wereld die de vrijheid van de mens in hun relatie met God moet beschermen is uiteindelijk krachteloos. Enkel in Jezus vinden wie die plaats.

Als we in Jezus die ruimte vinden krijgen we ook zelf de mogelijkheid om vrijplaatsen in te richten in ons leven. Leren we dat de meest belangrijke dingen niet uit te drukken zijn in de taal van macht en geld. Dan kunnen we – met kracht van boven – vrijplaatsen herkennen. Onze kerk, de zondagen waarop we samen kunnen komen. Leren we ze waarderen en maken we zelf de vrijplaatsen in ons leven.  Heiligen we de uren van de dag door het gebed, zodat onze dagen niet veranderen in één grote tijdsbrei waarin we alleen maar virtueel achter onze zoomvergaderingen en –afspraken aanrennen.

In deze Vastentijd zijn we uitgenodigd om te werken aan onze relatie met God. Laten we dan ook die kostbare vrijplaatsen koesteren, dat alles wat we op die plaats zaaien, en rustig laten groeien ook vrucht mag dragen zodat we ook in vrijheid op kunnen gaan naar het Paasfeest, bij de verrezen Heer.

Amen.