Sunday 27 May 2018

Liefde in de diepte en in de breedte


Preek voor Zondag Trinitas , 27 mei 2018

Broeders en zusters in Christus,

Als u in een levende relatie bent, of die gekend heeft, zult u geleerd hebben hoe die zich kunnen ontwikkelen: 

Of het nu een relatie tussen man en vrouw, of een relatie tussen ouders en kinderen of familieleden of vrienden, of in een religieuze gemeenschap. Naarmate de tijd verstrijkt leer je elkaar kennen en de relatie ontwikkelt zich: ze gaat steeds dieper, ze staat nooit stil. 

En naarmate je je als persoon meer ontwikkelt kun je ook steeds meer van jezelf laten zien. En dat gaat ook vaak met verrassingen gepaard. 

Zo is dat ook in de relatie tussen God en de mensen: als Hij zich openbaart aan de mensen doet hij dat niet in één keer. Hij trekt met de mensen mee door de tijd, en laat door de tijd heen zijn relatie met mensen groeien. 

De lezingen van vandaag nemen ons mee door twee van de grootste momenten van het Oude en het Nieuwe Testament, momenten waarop die relatie wordt gedefinieerd:

Te beginnen met het Oude zijn we bij God die zich aan het Joodse volk geopenbaard heeft, die de Wet aan hen gegeven heeft en ze op die manier tot Zijn volk maakte. Een relatie met hen aangaat, met een klein volk van slaven en verschoppelingen die uit Egypte moesten vluchten op zoek naar een betere toekomst.

Dát is het volk waarvan God de Heer zegt, met jullie ga ik mee op tocht. Aan jullie laat ik zien wie ik ben. Jullie eerst! Jullie zijn mijn bijzondere volk! Alles zal gaan groeien vanuit de zaadjes die ik bij jullie plant, en nergens anders!

Dat is dan een van de eerste grote stappen van het avontuur van God met de mensen. Telkens laat hij wat meer van zich zien, en elke keer opnieuw mag het volk van God meer over hem te weten komen, dieper in Gods leven doordingen, meer van Hem begrijpen en meer naar Zijn wil leven.

En als je menselijke relaties hebt meegemaakt, dan heb je geleerd dat de persoon van wie je houdt een diepte kan zitten die je misschien niet eens vermoed hebt. Die leer je dan kennen, misschien wel in moeilijke tijden.

Zo gaat het ook met God, hij laat het joodse volk niet vallen, al worden ze hem ook ontrouw, in de woestijn, en voor de Babylonische ballingschap, maar telkens laat God de diepte van zijn liefde zien en houdt zijn familie, zo mag je dat zeggen, zijn familie op aarde, het joodse volk vast.

Totdat de tijd gekomen is, vele jaren verder voor God om zich op een nieuwe manier te tonen, de diepten van zijn liefde te laten zien. Want zijn openbaring aan het Joodse volk, dat was maar het begin. Er kan nog veel meer bij: want hoe meer Hij van zichzelf laat zien, des te meer mensen zullen er door gegrepen raken. Als liefde zich verdiept, dan verbreedt zij zich ook.

God laat zich zien in Jezus Christus, die écht mens is, mens onder de mensen, maar ook écht God, God de Zoon, altijd verbonden met God de Vader en gekomen om Zijn wil te doen.

En ook Jezus Christus gaat door de diepten heen die de Vader ook meemaakte, verworpen worden, leerlingen die het allemaal niet begrijpen, veroordeeld worden door de leiders van het volk dat Hij altijd liefgehad heeft. Hetzelfde patroon loopt door het Oude en het Nieuwe Testament
En toch gaat Hij door, en laat aan het Kruis en na drie dagen verrezen uit het Graf zien wie hij is. Hij zendt met de Vader dan de Heilige Geest om de Kerk in beweging te zetten.

Zo, als we de diepten van God hebben leren kennen, kennen we: (1) God als Vader – de schepper van alle mensen, (2) als de Zoon die zijn leven geeft voor alle mensen, en (3) als de Geest die ons bezielen zal tot het einde der dagen kan ook dat Volk van God uit zijn voegen barsten.

Zoveel liefde kun je niet meer beperken tot maar één volk op één plek, die moet de wereld door. Hoe dieper het besef van Gods liefde wordt hoe breder de groepen mensen die er door mogen worden aangesproken.

Zo komen we op dit moment, het moment van de Evangelielezing van vandaag: Jezus geeft een nieuwe opdracht aan zijn leerlingen: Gaat uit over de hele wereld , maak alle mensen tot mijn leerlingen. De God die we hebben leren kennen: Vader, Zoon en Geest , dat is geen God ver weg, een klokkenmaker of een jaloerse wettensteller, maar de brandende liefde die Kerk en Wereld aansteekt. Die Drie-ene God stop je niet meer in een doosje, die kun je niet tot je eigen bezit maken, Hij is er voor iedereen.   

En dat pad van liefde dat God en de Kerk gaan, gaat nog steeds door, wat samengebracht is mag nooit meer uit elkaar worden getrokken. Nooit meer kun je in naam van God mensen verdelen naar afkomst of taal. Een vriend van mij zei laatst tegen me: uiteindelijk sta je voor iedereen óf je staat voor niemand" er is geen tussenweg meer.

Ooit zal dat proces van verdiepen en verbreden klaar zijn, als de geschiedenis afgelopen is, hemel en aarde als een tentdoek worden opgerold. Daar kunnen we over lezen in Openbaringen – dan zal er een nieuwe Hemel en een nieuwe Aarde zijn, en God kunnen we lezen – vervult dan alles in allen:

Zo schrijft de apostel Johannes
een tempel zag ik er niet, want God, de Heer, de Albeheerser, is haar tempel, evenals het Lam. En de stad heeft het licht van zon en maan niet nodig, want de luister van God verlicht haar en haar lamp is het Lam. En de volken wandelen bij haar licht, en de koningen der aarde brengen haar hun rijkdom. Haar poorten zullen overdag nooit worden gesloten, en er zal geen nacht meer zijn.

In de diepte, de hoogte en de breedte vervult God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest díe plaats, waar alle volken hun plaats hebben, de plaats waar geen nacht meer zal zijn.
Amen.

Sunday 20 May 2018

Wind in de zeilen


Broeders en zusters in Christus 

Er zijn weinig dingen frustrerender in het leven als wanneer mensen elkaar niet verstaan. De eerste mensen die hier achter kwamen waren de torenbouwers van Babel. Ze hadden gigantische ambities voor zichzelf vastgesteld, maar hoe groots je plannen ook zijn, als je elkaar niet verstaat komt er niets van terecht.

In de Bijbel, in het Oude Testament, is het verhaal van elkaar niet verstaan , het verhaal geworden van het ontstaan van de verschillende talen. Maar ook als je wel dezelfde taal spreekt, is het nog geen gegeven dat je elkaar dan wel verstaat.

Daar is meer voor nodig.

In de zondagen voor Pinksteren, in de aanloop naar en de dagen na Hemelvaart, lezen we over de leerlingen, en over wat Jezus tegen hen zegt, en je merkt dat ze er niet gerust op zijn. Jezus gaat terug naar de Vader, en wij dan? Wie let er nu nog op ons?

Je proeft, ze zijn bang om achtergelaten te worden, om aan zichzelf overgelaten te zijn. Ze moeten er nu samen uitkomen. En dat is moeilijk. Zeker als de toekomst er ingewikkeld uitziet. Zeker als alles uit jezelf moet komen.

En dan op het Pinksterfeest breekt er wat los uit de hoogste hemel. Maria en de leerlingen ontvangen kracht van Boven. De Heilige Geest.

God laat ze niet alleen, ook al is Jezus nu uit het aardse opgegaan.
De kracht om de waarheid te kennen, dat is de Geest, maar ook de kracht om die aan iedereen te vertellen – het verhaal in Handelingen draait het verhaal van Babel om. Juist als mensen proberen op te houden alles zelf te doen kunnen ze elkaar verstaan. Grenzen van afkomst en taal doen er dan niet meer toe. Daar komt iets anders voor in de plaats.

Daar lezen we over bij Paulus, wat dat is, wat voor verdeeldheid en onverstaanbaarheid in de plaats komt: “de vrucht van de Geest”, zegt Paulus, “is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingeto­genheid”

Als je leeft uit die vruchten, dan kun je je open stellen voor anderen om je heen. Als je dat doet maak je ruimte. Dan krijgt de ander ook ruimte. Dan schep je vertrouwen, zonder vertrouwen gebeurt er niks tussen mensen. Als mensen zonder vertrouwen met elkaar moeten praten komt er meestal niks van terecht, dan kun je een bibliotheek hebben vol woordenboeken en grammatica’s, je kan de slimste tolken ter wereld naast je hebben zitten. 

Maar zonder vertrouwen gebeurt er niks.

Met dat vertrouwen, dat je met mensen om je heen kan spreken over wat je het meest raakt, het meest bezielt kun je de taak van verkondiging aan, kun je de wereld in. Dan blijf je niet alleen maar op dezelfde plek maar kun je over grenzen heenkijken.

Met Pinksteren begint het werk van de Kerk pas echt. Dán is men er klaar voor.

Vergelijk het met een schip: het schip zelf, dat is de Kerk, allemaal aan boord beste mensen we gaan op reis. Zonder schip kan er niks.

Een schip heeft een kapitein nodig: Petrus, met de andere apostelen om hem heen. Zonder kapitein kom je er ook niet.

Maar de Geest, dat is de wind in de zeilen, die houdt het schip aan de gang en brengt het op de plaats van bestemming.

Als we op ons schip elke dag op nieuw de zeilen onderhouden, door ons open te stellen voor wat de Geest ons wil geven – die liefde, vreugde, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid en ingetogenheid onderhouden dan mogen we uitzien naar waar de Geest ons brengen zal.

Het avontuur aangaan

Amen.

Sunday 13 May 2018

Mensen met een missie



Lezing: het Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 17,11b-19.

In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: Heilige Vader, bewaar in uw Naam
hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals Wij.
Toen Ik bij hen was, bewaarde Ik in uw Naam hen die Gij Mij hebt gegeven. Ik heb over hen gewaakt
en niemand van hen is verloren gegaan, behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld worden.
Maar nu kom Ik naar U toe en nog in de wereld zeg Ik dit, opdat zij mijn vreugde ten volle in zich zouden bezitten.
Ik heb hen uw woord meegedeeld, maar de wereld heeft hen gehaat,
omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben.
Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwaad.
Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben.
Wijd hen U toe in de waarheid. Uw woord is waarheid.
Zoals Gij Mij in de wereld gezonden hebt, zo zend Ik hen in de wereld,
en omwille van hen wijd Ik Mij aan U, opdat ook zij in waarheid aan U toege­wijd mogen zijn
 
Broeders en zusters,

Wat betekent het om christen te zijn? Een diepe vraag waar veel mensen mee kunnen worstelen. Er was zelfs deze week felle discussie over in de kranten, en ook de kerkleiding deed er aan mee. 

“Wat vraagt mijn geloof van mij”, “wat is het dat ik geloven moet”, “wat moet ik met de Kerk, wat is mijn rol daarin” en bovenal, of althans, ik hoor het vaak “wat moet ik doen?”

Het Evangelie van vandaag geeft ons een paar aanwijzingen waar we het antwoord mogen vinden.

Bij het voorbereiden van deze preek viel mijn oog op de zin “Zoals Gij Mij in de wereld gezonden hebt, zo zend Ik hen in de wereld”. Wat een rijk woord krijgen we vandaag. Er zit zoveel in. Ik wil er graag drie dingen kort even uithalen.

Ten eerste: wij zijn als christenen iets aparts, we zijn niet zomaar een bevolkingsgroep, zeker geen ethniciteit of iets dergelijks, maar we zijn als christenen samengeroepen om in de wereld  gezonden te worden. Wij zijn mensen met een opdracht van God, of misschien beter gezegd: een missie. Bij het woord ‘missie’ denken we aan het verre buitenland, of geheim agenten, die hebben ook een missie. Maar wij zijn geen geheime agenten, er is niks geheims aan wat wij doen, wij zijn openbare agenten, met een missie van God, met een opdracht die we niet zelf bedacht hebben, maar van God gekregen hebben, door Jezus Christus.   


Ten tweede: omdat wij die opdracht door Jezus van God krijgen zijn wij ook met hem verbonden. We krijgen onze missie niet op een goede dag op ons bordje geschoven om daarna aan ons lot overgelaten te worden ("deze boodschap vernietigt zichzelf in twintig seconden!"): we zijn altijd verbonden met Jezus en door hem met God. 

In gebed, in de sacramenten die wij samen vieren, als we samen komen in de Kerk, als we proberen Zijn wil te doen, dan is Hij er altijd bij. Ook als we ons eenzaam voelen mogen we ons dat voor ogen houden. Ons gevoel heeft niet het laatste woord, er is altijd iemand bij je, juist als het moeilijk gaat, als je niet meer weet hoe het verder moet met je missie, of zelfs maar met je leven. Het omgekeerde is ook het gevoel, als je vreugde voelt in je leven, er gebeuren mooie dingen waar je blij om kan zijn, dan deel je die momenten ook met Hem en Hij wil je zowel troosten als met je meegenieten, naar gelang wat het is wat je voelt. 

Ten derde: we moeten onze missie in de wereld uitvoeren. We zijn op missie, van God, in een ander gebied dan waar we vandaan komen. Wij zijn, een bekend woord, wel in de wereld maar niet van de wereld. Die woorden zijn zo bekend dat ze dooddoeners geworden zijn. Dat is jammer als een levend woord een dooddoener wordt. Dat is de bedoeling niet. 

Over deze tekst ga ik later nog eens uitvoeriger preken er is heel veel over te zeggen, dus ik laat het met één opmerking hierover.

Deze tekst, dat we in de wereld zijn, maar niet van de wereld, is onze onafhankelijkheidsverklaring. Het betekent dat wat andere mensen ook van ons vinden, we daar ten diepste niks van hoeven aan te trekken, als we maar trouw zijn aan onze missie van God. Wij vallen niet onder een ministerie van Godsdienstzaken, of onder wat de burgemeester van ons vindt. We moeten geen bezoekregeling afspreken om bij Jezus Christus te mogen zijn, dat je in de rij moet staan voor een loket voordat dat mag. Zelfs in landen waar je niet vrij je godsdienst uit mag oefenen kan niemand je verbieden om met God te praten in gebed. Ze zouden het graag willen, maar er is geen dictator die het kan!

We hebben geen toestemming nodig van wie dan ook om op missie te gaan, om met God te mogen zijn. We zijn als christenen altijd vrij om bij Jezus Christus te mogen horen. Verder zijn wie niemands eigendom.

Als we deze drie dingen beseffen: dat we mensen zijn met een missie, dat we op die missie altijd verbonden zijn met God door Jezus Christus en dat we verder ten diepste van niemand met macht, geld en aanzien afhankelijk zijn, dan zijn we er klaar voor, dan mogen we elke dag op nieuw zoeken naar kansjes – groot of klein – om iets van die missie waar te maken.

Amen.