Saturday 2 March 2024

Derde zondag in de Vastentijd

 Toen het Paasfeest der Joden nabij was,
ging Jezus op naar Jeruzalem.
In de tempel trof Hij de verkopers aan
van runderen, schapen en duiven
en ook de geldwisselaars die daar zaten.
Hij maakte van touwen een gesel,
dreef ze allemaal uit de tempel,
ook de schapen en de runderen;
het kleingeld van de wisselaars veegde Hij van de tafels
en Hij wierp die omver.
En tot de duivenhandelaars zei Hij:
“Weg met dit alles!
Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal!”
Zijn leerlingen herinnerden zich dat er geschreven staat:
De ijver voor uw huis zal mij verteren.
De Joden richtten zich tot Hem met de woorden:
“Wat voor teken kunt Gij ons laten zien,
dat Gij dit doen moogt?”
Waarop Jezus hun antwoordde:
“Breekt deze tempel af
en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.”
Maar de Joden merkten op:
“Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd;
zult Gij hem dan in drie dagen doen herrijzen?”
Jezus echter sprak over de tempel van zijn lichaam.
Toen Hij dan ook verrezen was uit de doden,
herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had,
en zij geloofden in de Schrift
en in het woord dat Jezus gesproken had.
Terwijl Hij bij gelegenheid van het Paasfeest in Jeruzalem was,
begonnen er velen in zijn Naam te geloven
bij het zien van de tekenen die Hij deed.
Maar Jezus van zijn kant had geen vertrouwen in hen
omdat Hij allen kende.
Hij wist wat er in de mens stak
en daarom was het niet nodig
dat iemand Hem over de mens inlichtte.

Beste vrienden,

In de coronatijd, net voor Kerst, was er discussie of de kerken wel open mochten zijn. U herinnert het zich misschien nog wel. De lockdowns, met allemaal welles-nietes discussies over wat er wèl open mocht en ten koste van wie. Over één ding waren de politici het echter eens: de supermarkten moesten hoe dan ook open moesten blijven, wát er verder ook dicht moest rond Kerst, de Albert Heijn niet! 

Ik weet nog dat de gedachte door mijn hoofd spookte: dan zul je zien dat op Eerste Kerstdag de kerken dicht zijn, en de Albert Heijn open. En zo is het ook precies gegaan. Er mocht geen kerst gevierd worden,  maar je winkelwagen volladen, dat was geen probleem!

En dan denk je aan al die jonge mensen die geen Kerst mogen vieren met hun familie omdat ze dan moeten werken. Terugdenkend voel je dan een knoop in de  maag. De zondag is al verdwenen, maar mogen er dan niet eens een paar dagen overblijven waar de drang van werk en handel ophoudt? Je zou er haast begrip voor hebben als iemand een flink fietsslot op de winkelkarretjes zet. 

Zijn er dan geen vrijplaatsen meer in de tijd? Of sowieso vrijplaatsen waar de drang naar geld en goed even niet meedoet?

De Bijbel laat ons zien dat we dergelijke vrijplaatsen nodig hebben. We kunnen niet zonder werk, zonder handel, zonder geld. Iedereen die het geprobeerd heeft anders te doen is linksom of rechtsom vastgelopen. Maar het domein van werk en geld mag zich niet overal over uitstrekken!

Er zijn vrijplaatsen in de tijd – de Sabbatdag, daar hebben we over gehoord in de eerste lezing van de Tien Geboden – en er was een bijzondere vrijplaats in Jeruzalem. De Tempel.

Maar vrijplaatsen zijn altijd kwetsbaar. Het zit hem al in de naam. Altijd als we ergens een vrijplaats voor maken, geven we toe dat de vrijplaats een uitzondering is. De drang van werk, handel en macht is een vanzelfsprekendheid die alleen met grote moeite tegengehouden kan worden om werkelijk álles in de samenleving over te pakken.

Als we makkelijk tijd of een ruimte konden vrijmaken tegen de druk van die machten of belangen in, dan hoefden er ook geen vrijplaatsen te zijn.

Als de zondag niet meer wordt vrijgehouden, dan wordt het één dag onder velen, en is het geen vrijplaats meer. Dan ben je zeven dagen aan het werk. Dat is voor veel mensen al een harde werkelijkheid. Nu  zijn ook Pasen en Kerst al aan de beurt. En de enige reden dat de winkels op nieuwjaarsdag nog wel eens dicht zijn is omdat dan alle prijsplakkertjes moeten worden vervangen.

Zonder vrijplaats raak je echter meer kwijt dan je denkt: God laat zich bijvoorbeeld vooral zien op vrijplaatsen. Je moet je vrijmaken van de  stuk wereld om te kunnen werken aan je relatie met God. Het is net als met een huwelijk: als je allebei alleen maar aan het werk bent, of erger nog: alleen maar bezig bent met hoe je zo veel mogelijk eigen voordeel uit de relatie kan halen – dan gaat het mis.  Er is vrijheid en rust nodig om de relatie te laten bloeien.

We vinden vandaag drie vrijplaatsen waar het in de lezingen over gaat;

De Sabbatdag – de vrijplaats in de tijd

De Tempel – een heilige plaats, die een vrijplaats in de wereld is

Jezus Christus zelf als plaats van God

Over de vrijplaatsen in de tijd hebben we het gehad. Over de vrijplaats in de wereld van Jezus, de Tempel, gaat het in het Evangelie. We horen dat Jezus wordt geconfronteerd met een praktijk die hij niet eerder heeft gezien. We weten dat er handel was rond de tempel, en het onreine Romeinse geld moest voor de offergave worden omgewisseld in ritueel zuiver tempelgeld, dat wel door de beugel kon.

Maar kennelijk kregen de handelaren steeds meer ruimte en was dat iets waar gelovige Joden zich erg aan stoorden. Jezus wordt zelfs woedend. Terecht! Want als de vrijplaats in gevaar komt, is er geen plek meer voor God onder de mensen. Jezus overdrijft echt niet als hij wat tafels omgooit en wat handelaren met een zweep achter de vodden zit.

Daarna wijst Hij vooruit naar zichzelf, als nieuwe vrijplaats als nieuwe Tempel. De oude vrijplaatsen gaan langzaam stuk, van die kwetsbare plekken brokkelt elke keer weer een stukje af.  De sabbat wordt gecorrumpeerd, de Tempel zèlf is al in gevaar en zal – al weten de mensen dat nog niet – over veertig jaar geheel verwoest worden. Er is een nieuwe, definitieve, Vrijplaats nodig.

Jezus Christus zelf is – volgens een oude leerstelling uit de theologie – zowel Priester, degen die offert, het Lam, degene die geofferd wordt, maar ook het Altaar. Jezus Christus is zelf de plaats – het altaar - waar de grenzen tussen God en mens doorbroken worden.  Daarmee is Hijzelf de ultieme vrijplaats geworden wanneer Hij zijn lijden en sterven binnengaat om op de derde dag te verrijzen.

Jezus spreekt voor de omstanders mysterieuze woorden als Hij het heeft over de “Tempel van Zijn Lichaam” – ze kunnen het nog niet begrijpen – maar dit is wat ze betekenen. Elke vrijplaats in de wereld,  die de vrijheid van de mens in hun relatie met God moet beschermen, is uiteindelijk krachteloos. Enkel in Jezus vinden wij die plaats.

Als we in Jezus die ruimte vinden krijgen we ook zelf de mogelijkheid om vrijplaatsen in te richten in ons leven. Leren we dat de meest belangrijke dingen niet uit te drukken zijn in de taal van macht en geld. Dan kunnen we – met kracht van boven – vrijplaatsen herkennen. Onze kerk, de zondagen waarop we samen kunnen komen. Leren we ze waarderen! Dan maken we ze tot vrijplaatsen in ons leven. Als we de uren van de dag heiligen door het gebed, dan veranderen onze dagen niet in één grote brei waarin we alleen maar virtueel achter onze afspraken aanrennen.

In deze Vastentijd zijn we uitgenodigd om te werken aan onze relatie met God. Laten we dan ook die vrijplaatsen koesteren, dat alles wat we op zo`n plek zaaien, en rustig laten groeien ook vrucht mag dragen. Zo kunnen we dan in vrijheid op gaan naar het Paasfeest, de verrezen Heer ontmoeten.

Amen.