Driekoningen
2020
Beste
Kinderen, Papa’s en Mama’s, Oma’s en Opa’s. Beste Parochianen.
Een paar
dagen geleden, bij Oud& Nieuw was er heel veel mist. Dat hebben jullie vast
wel gemerkt. Ik zeker want ik moest nog met de auto onderweg terug naar
Alkmaar. Dan moet je heel rustig rijden, de mistlamp aanzetten en hopen dat
andere mensen ook voorzichtig zijn!
Het vuurwerk
was ook wat minder goed te zien, maar dat is niet erg – als je maar veilig
thuisgekomen bent en er geen ongelukken gebeuren in de mist! En wat is het fijn
als je de volgende ochtend alles weer helder kan zien!
We lezen in
deze mis voor het feest van Driekoningen een verhaal over een ander licht dat
ons de weg wijst. Ook een soort mistlamp – maar dan niet één die zegt: “Kijk
uit! Straks bots je nog ergens op!” , maar meer een soort vuurtoren of een
baken aan de kust. “Hier moet je zijn, hier moet je naartoe”
Het gebeurt
heel vaak dat mensen de weg kwijt zijn. Dat het op één of andere manier donker
is om hen heen. Niet alleen dat ze écht slecht kunnen zien maar ook: dat ze de
weg niet weten. Dat mensen de weg niet weten omdat ze niet weten wat ze moeten
doen, of waar ze naar toe zouden moeten gaan. Ze weten niet meer wat goed is en
wat slecht. Maar als mensen maar wat doen, zo het eerste wat in hun opkomt, dan
gaat het best vaak mis. Dat is een beetje als je op weg gaat ergens heen, en je
slaat nu eens linksaf en dan eens rechtsaf, zo als op dat moment in je opkomt. Dan gaan al je mooie plannen de mist in.
Je komt
ongetwijfeld ergens uit, maar
waarschijnlijk niet op de plek waar iedereen op je zit te wachten. Je moet
kunnen zien waar je naar toe gaat voordat je ergens kan komen, dat gaat zo in
de auto, en zo gaat het ook in het leven. Bij alles wat we doen.
Maar soms
lukt het niet om de weg in het leven te vinden, hoe goed je je best ook doet.
De Bijbel
zegt dat als je je best doet, maar de weg niet kan vinden, dat God je dan
helpt. Bij de Drie Koningen doet Hij dat heel letterlijk. Het zijn wijze mensen
die op zoek zijn naar een nieuwe koning die de hele wereld nieuw gaat maken.
Maar hoe ze ook studeren op kaarten en rekenen op de computer, ze komen er niet
uit. Dan stuurt God ze een teken, zodat ze op pad kunnen – en ze vinden het kind
waar ze naar op zoek waren, zodat ze het geschenken kunnen geven. En een
cadeau, dat is de snelste manier om te zeggen: ik ben blij dat je er bent. Ik ben blij dat ik je gevonden heb.
Ook als wij
niet weten wat we moeten doen in het leven dan mogen we aan God vragen om
licht. Mogen we vragen dat we wat beter om ons heen mogen kijken. Zo kunnen we
dan leren zien wat goed is en wat verkeerd. We mogen kijken wat Jezus zelf
gedaan heeft, hoe hij met andere mensen omging. Als we ons best willen doen om
steeds meer op Hem te lijken, zijn voorbeeld na te volgen dan gaat in ons leven
nooit alles de mist in.
Als we
helder om ons heen kijken kunnen we zelf ook weer op zoek gaan naar andere
mensen, ze geven wat ze nodig hebben en zo tegen ze zeggen: ik ben blij dat je er bent. Ik ben blij dat
ik je gevonden heb.
Amen.