Saturday 4 January 2020

Driekoningen 2020


Driekoningen 2020

Beste Kinderen, Papa’s en Mama’s, Oma’s en Opa’s. Beste Parochianen.
Een paar dagen geleden, bij Oud& Nieuw was er heel veel mist. Dat hebben jullie vast wel gemerkt. Ik zeker want ik moest nog met de auto onderweg terug naar Alkmaar. Dan moet je heel rustig rijden, de mistlamp aanzetten en hopen dat andere mensen ook voorzichtig zijn!

Het vuurwerk was ook wat minder goed te zien, maar dat is niet erg – als je maar veilig thuisgekomen bent en er geen ongelukken gebeuren in de mist! En wat is het fijn als je de volgende ochtend alles weer helder kan zien!

We lezen in deze mis voor het feest van Driekoningen een verhaal over een ander licht dat ons de weg wijst. Ook een soort mistlamp – maar dan niet één die zegt: “Kijk uit! Straks bots je nog ergens op!” , maar meer een soort vuurtoren of een baken aan de kust. “Hier moet je zijn, hier moet je naartoe”

Het gebeurt heel vaak dat mensen de weg kwijt zijn. Dat het op één of andere manier donker is om hen heen. Niet alleen dat ze écht slecht kunnen zien maar ook: dat ze de weg niet weten. Dat mensen de weg niet weten omdat ze niet weten wat ze moeten doen, of waar ze naar toe zouden moeten gaan. Ze weten niet meer wat goed is en wat slecht. Maar als mensen maar wat doen, zo het eerste wat in hun opkomt, dan gaat het best vaak mis. Dat is een beetje als je op weg gaat ergens heen, en je slaat nu eens linksaf en dan eens rechtsaf, zo als op dat moment in je opkomt.  Dan gaan al je mooie plannen de mist in.

Je komt ongetwijfeld ergens uit, maar waarschijnlijk niet op de plek waar iedereen op je zit te wachten. Je moet kunnen zien waar je naar toe gaat voordat je ergens kan komen, dat gaat zo in de auto, en zo gaat het ook in het leven. Bij alles wat we doen.

Maar soms lukt het niet om de weg in het leven te vinden, hoe goed je je best ook doet.

De Bijbel zegt dat als je je best doet, maar de weg niet kan vinden, dat God je dan helpt. Bij de Drie Koningen doet Hij dat heel letterlijk. Het zijn wijze mensen die op zoek zijn naar een nieuwe koning die de hele wereld nieuw gaat maken. Maar hoe ze ook studeren op kaarten en rekenen op de computer, ze komen er niet uit. Dan stuurt God ze een teken, zodat ze op pad kunnen – en ze vinden het kind waar ze naar op zoek waren, zodat ze het geschenken kunnen geven. En een cadeau, dat is de snelste manier om te zeggen: ik ben blij dat je er bent. Ik ben blij dat ik je gevonden heb.

Ook als wij niet weten wat we moeten doen in het leven dan mogen we aan God vragen om licht. Mogen we vragen dat we wat beter om ons heen mogen kijken. Zo kunnen we dan leren zien wat goed is en wat verkeerd. We mogen kijken wat Jezus zelf gedaan heeft, hoe hij met andere mensen omging. Als we ons best willen doen om steeds meer op Hem te lijken, zijn voorbeeld na te volgen dan gaat in ons leven nooit alles de mist in.

Als we helder om ons heen kijken kunnen we zelf ook weer op zoek gaan naar andere mensen, ze geven wat ze nodig hebben en zo tegen ze zeggen: ik ben blij dat je er bent. Ik ben blij dat ik je gevonden heb.

Amen.