Broeders en zusters.
Misschien heeft u deze week op de TV beelden gezien van
de slag om Mosoel. Het Irakese leger heeft de aanval ingezet op de laatste ISIS
bolwerken in deze stad. Als een laatste wanhopige daad hebben de aanhangers van
ISIS de grote moskee van Mosoel: de al-Noerimoskee, opgeblazen. Het is te hopen
dat dit het begin is van het einde van het kwaadaarde IS-regiem.
Het is eigen aan het kwaad om, als het einde nabij is, een zo groot
mogelijke verwoesting aan te richten. Alles wordt dan ineens een doelwit, ook
de eigen voorzieningen, de eigen gebedshuizen, de eigen bevolking. Dit is haast
een natuurwet, en we moeten er maar voor bidden dat deze beweging gauw wordt
verslagen: christenen zijn geroepen om altijd te bidden, en te werken voor
vrede.
Ook in ons leven, op veel kleinere schaal, hebben wij ook te maken met
situaties die niet vredig zijn. We zien strijd en afwijzing om ons heen en
ervaren het soms ook aan den lijve in ons eigen leven. De lezingen van vandaag
spreken over hoe we om moeten gaan met deze situaties.
In de eerste lezing zien we Jeremia, de profeet. Hij was geroepen om de
waarheid te verkondigen aan het Joodse volk dat afgedwaald was. Zijn
verkondiging leverde hem echter veel problemen op. Zijn eerdere vrienden wilden niks meer met hem
te maken hebben, en erger nog – ze waren zijn ergste vijanden geworden en waren
continu bezig te proberen om hem uit te schakelen.Ze noemen hem zelfs "Ontzetting-overal"!
Uit de context is ook wel duidelijk dat het gaat om een overmacht. Het is
niet vijf tegen één, of tien tegen één, het is één tegen honderd en je mag geen
jokers inzetten. Er is geen machtige groep die Jeremia uit de wind gaat houden.
Indien dit alleen maar een sociale of een politieke strijd was, was er maar één
conclusie mogelijk: Houd er maar mee op Jeremia. Die strijd van jou, die strijd
voor de waarheid, tegen de machthebbers van jouw tijd, die win je nooit. Geef
het maar op, dat is het makkelijkst voor iedereen.
Wanneer u in de Bijbel dit hoofdstuk van Jeremia leest wordt
duidelijk dat Jeremia grote moeite heeft met zijn roeping. Hij gebruikt daar
harde woorden voor. Hij stelt zichzelf hele existentiële vragen bij: waarom heb
ik ooit geboren moeten worden? Waarom heb ik dit allemaal moeten meemaken? Vragen
die wij ons ook stellen als we geconfronteerd worden met moeilijke situaties.
Jeremia is er moedeloos van geworden.
.Dit is een moedeloosheid die ons allemaal kan raken. Wanneer wij proberen goed
proberen te doen, is het goed mogelijk dat we geen bedankje krijgen, maar
dat de zaken juist helemaal uit de hand lopen.
Ook kan het zijn dat wat we geprobeerd hebben te doen consequenties blijkt
te hebben die wij niet kunnen overzien. Dan kijken we naar de puinhopen en
denken: hoe zijn we hier nu weer in terechtgekomen?
Dat onze goede intenties soms tot vervelende situaties leiden is ook onontkoombaar:
we lezen vandaag bij Paulus hoe we allemaal geraakt zijn door de erfzonde, door
de gebrokenheid waar alle mensen mee te maken hebben. Indien we allemaal zouden
krijgen wat we verdienen, zou dat eerlijker zijn, maar we leven in een gebroken
wereld, dus is het soms helaas onontkoombaar dat nietsnutten lof wordt
toegezwaaid en mensen die zich altijd voor hun naaste hebben ingezet nog een
trap na krijgen. Heel soms is het omgekeerd, en daar mogen we dan blij mee zijn.
Maar we hoeven niet bevreesd te zijn. God let op ons, niet om ons te
bespioneren, maar om ons bij te staan, om met ons mee te gaan. Omdat Hij
aandacht voor ons heeft. Juist als niemand meer naar ons wil luisteren wordt
Gods aandacht voor ons des te actiever.
Ook de kleinste dingen ontgaan hem niet. Niets wat Hij ons ingeeft, hoe
klein of onbeduidend het ook mag lijken, zal verborgen blijven. Gods plan met
de mensen zal zich voltrekken, ongeacht wie zich er tegen zal verzetten.
Gods Woord is geen geheime leer die alleen maar voor ingewijden bestemd is!
Het is er voor iedereen!
Daar mogen we ons door laten bemoedigen; door de woorden van Jeremia die
zegt: de Heer is een machtige strijder – Hij laat ons niet los! En door de
woorden van Jezus die zegt dat iedereen die zich niet laat afschrikken door
anderen om zijn naam bekend te maken, die zal door Jezus zelf worden erkend bij
de Vader die in de Hemel is.
Wanneer we altijd het goede proberen te doen, zullen we zeker niet altijd
de populariteitsprijs winnen – maar daar hoeven we niet wakker van te liggen.
Niets gaat zo snel voorbij als applaus of afwijzing - maar God blijft
altijd. Hij is eeuwig, ongebonden aan tijd of plaats houdt Hij alles in zijn
hand en laat niemand verloren lopen die Hem met een oprecht hart zoekt. Wat er
dan ook tegen zit: God zelf staat borg voor ons.
Ik wil afsluiten met de woorden van de profeet Habakkuk.
Habakkuk is een beetje een vreemde profeet, want niemand lijkt te weten wie
hij was of waar hij vandaan kwam. Al die feiten zijn verloren gegaan in de
mistbanken van de geschiedenis. Maar de woorden die hij opgeschreven heeft,
waren ingegeven door de Geest en worden nu nog gelezen en gebeden in het
getijdengebed:
De vijgeboom bot niet uit, de wingerd draagt geen vrucht, de olijvenoogst
is mislukt en de dorre akkers geven geen voedsel meer; de schapen zijn uit de
kooien verdwenen en er staat geen rund meer op stal. Ik echter, ik verheug mij
in Jahwe, ik jubel om de God die mij redt. Jahwe, de Heer, is mijn kracht, Hij
maakt mijn voeten als de voeten van hinden en doet mij de hoogten betreden.
Amen.