Saturday, 16 May 2020

De Geest van Waarheid


Evangelie, Joh. 14:15-21
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Als gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden.
Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere Helper geven
om voor altijd bij u te blijven:
de Geest van de waarheid,
voor wie de wereld niet ontvankelijk is,
omdat zij Hem niet ziet en niet kent.
Gij kent Hem,
want Hij blijft bij u en zal in u zijn.
Ik zal u niet verweesd achterlaten:
Ik keer tot u terug.
Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer;
gij echter zult Mij zien,
want Ik leef en ook gij zult leven.
Op die dag zult gij weten, dat Ik in de Vader ben
en gij in Mij en Ik in u.
Wie mijn geboden onderhoudt, die hij heeft ontvangen,
hij is het die Mij liefheeft.
En wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader bemind worden;
ook Ik zal hem beminnen en Ik zal Mij aan hem openbaren.”

Verkondiging

Broeders en zusters, beste mensen thuis

We leven in de dagen voor Hemelvaart en Pinksteren. We lezen in het Evangelie over de Heer die zijn leerlingen voorbereid op wat komen gaat, of béter: wíe er komt. De Heilige Geest. 

Jezus blijft na zijn Verrijzenis niet eindeloos onder de leerlingen. Hij moet de leerlingen de ruimte geven dat zij in vrijheid Kerk kunnen zijn zonder verweesd achter te blijven. Hoe gaat dat in zijn werk?

Een woord dat direct opvalt is het gebruik van het woord ‘liefde’. De Helper, de Heilige Geest komt als antwoord op ónze liefde. De liefde waarmee wij in de wereld staan. De Heilige Geest komt niet als ongewenst en ongemakkelijk cadeau van een vreemde tante. Zo`n cadeau dat ruimte inneemt en dat je niet stilletjes naar de kringloopwinkel kan brengen – zoals we met lastige cadeaus plegen te doen. Een vreemd object dat in ons opgeruimde huisje binnendringt en ons confronteert met iemand aan wie we niet  herinnerd willen worden. Nee, zo iets is het niet. 

De Heilige Geest is een geschenk van God, de Geest is Gods aanwezigheid in de Kerk en de wereld. En Gods aanwezigheid is de aanwezigheid van liefde en waarheid. Wie in de liefde is en in de liefde blijft leert ook de waarheid kennen over God en de wereld. 

In het Evangelie staat ook dat “de wereld” die waarheid niet kent. Bedoeld wordt hier de wereld niet als het geheel van de schepping, maar de mentaliteit van de wereld. De wereld van “markt en strijd” waarin mensen alleen kunnen overleven als ze elke dag opnieuw vechten om status en macht. Dat is een strijd die nooit afloopt, een race waarvan de finish elke dag opnieuw opschuift. 

Paus Franciscus waarschuwt vaak voor “de geest van de wereld”, en dit is dan wat hij bedoelt. Een liefdeloze wereld waarin eigenbelang heerst en de ‘verliezers’ van het spel worden afgeschreven en buitengeworpen. Een wereld waarin je niks krijgt maar naar alles moet streven.  

Als die geest van de wereld in de kerk gaat heersen, met priesters en leken die onderling en tegen anderen vechten om status, invloed en macht dan wordt het getuigenis van liefde en waarheid ongeloofwaardig. Dan wordt alles wat we te geven hebben, en wat is dat toch veel, één product onder velen op de religieuze marktplaats. 

Dan win je misschien de wereld voor je – voor eventjes - maar wat heb je daaraan als je je ziel verliest? 

Laten we maar blijven wie we zijn. De familie van de Heer, door de Heilige Geest verbonden met Gods Liefde en Gods Waarheid. 

Als we in Gods Liefde en Gods Waarheid blijven, blijven we trouw aan wie ze zijn, kunnen we er in vrijheid zijn voor alle mensen om ons heen – zonder bijgedachte aan winst of rendement – en blijven we verbonden met Jezus Christus. In zijn Woord, in de Geest en door het Sacrament dat we ook nu blijven vieren zijn wij allemaal met Hem verbonden.
Zo zullen wij dan leven. Wij in Hem, en Hij in ons. 

Amen.

Saturday, 9 May 2020

Dichte grenzen?


Evangelie (Joh. 14,1-12)

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Laat uw hart niet verontrust worden.
Gij gelooft in God,
gelooft ook in Mij.
In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen.
Ware dit niet zo, dan zou Ik het u hebben gezegd,
want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden.
En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid,
kom Ik terug om u op te nemen bij Mij,
opdat ook gij zult zijn waar Ik ben.
Gij weet waar Ik heenga
en ook de weg daarheen is u bekend.”
Tomas zei tot Hem:
“Heer, wij weten niet waar Gij heengaat:
hoe moeten wij dan de weg kennen?”
Jezus antwoordde hem:
“Ik ben de weg, de waarheid en het leven.
Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij.
Als gij Mij zoudt kennen,
zoudt gij ook mijn Vader kennen.
Nu reeds kent gij Hem en ziet gij Hem.”
Hierop zei Filippus:
“Heer, toon ons de Vader; dat is ons genoeg.”
En Jezus weer:
“Ik ben al zo lang bij u
en gij kent Mij nog niet, Filippus?
Wie Mij ziet, ziet de Vader.
Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader?
Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is?
De woorden die Ik u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf,
maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht.
Gelooft Mij:
Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij.
Of gelooft het anders omwille van de werken.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
Wie in Mij gelooft,
zal ook zelf de werken doen die Ik doe.
Ja, grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga.”


 Broeders en zusters, beste parochianen, beste kijkers.

We hebben deze zondag het Evangelie lezen over de verrezen Jezus die zijn leerlingen voorbereid op zijn Hemelvaart. Jezus Christus zal als eerstgeborene uit de doden de weg vrijmaken naar het “Huis van de Vader” waar plaats is voor velen. 

De leerlingen begrijpen het niet helemaal, we zeten niet wat ze zich daarbij moeten voorstellen, of hoe zij bij dat huis zouden moeten komen. Het klinkt ver weg, alsof het niet echt voor hen is.
Ik stel het me een beetje voor alsof het ons leven in deze dagen is. De grenzen zijn dicht, vakantieplannen moeten we even niet maken. En als dan onze beste vriend vertelt: “kom op, we gaan een verre reis maken!” dat we dan een beetje verward om ons heen kijken en denken “hoe dan Jezus? Je mag België niet eens in” En als je België niet eens in mag, hoe ver weg is het Huis van de Vader dan wel niet? 

Maar Jezus vertelt ons toch hoe dat allemaal kan. Jezus is namelijk niet zomaar iemand met goed advies, niet alleen maar een wijze man met goede lessen voor het leven. Hij doet niet alleen maar bijzondere dingen. Hij is ook heel bijzonder.  

Hij is sprekend Zijn Vader.  En dat maakt heel veel mogelijk! 

“Wie mij ziet, ziet de Vader” zegt Jezus en versterkt dat door te zeggen “niemand komt tot de Vader tenzij door mij”. Dat is geen woord dat bedoeld is om iemand uit te sluiten, maar juist bedoeld om de hele wereld te omarmen. 

God de Vader, de Schepper van Hemel en Aarde en de Bron van alles wat bestaat wordt door miljarden mensen vermoed en uitgesproken, joden, christenen, moslims en vele anderen. Oude Griekse filosofen vermoedden Hem al, en ook veel Oosterse denkers zochten tastend naar die Eenheid , dat Beginsel wat aan alle leven ten grondslag ligt. Omdat we zijn sporen vinden in de Schepping en in onze eigen ziel – die naar eenheid en waarheid zoekt kunnen we vermoeden dat Hij bestaat. 

Maar die éne Bron van alle leven, kunnen wij niet uit onszelf ontmoeten. Van gezicht tot gezicht. Hij moet zich aan ons tonen. Andersom gaat het niet. Een God die je zomaar vatten kan, die je als je eigen broekzak kent. Dát is geen God. Dat wordt hooguit een afgodje, een stukje klei van eigen makelei. 

Jezus laat zien wie de Vader is, geen God ver weg – geen onbereikbaar eerste beginsel waar alleen de allerslimste filosofen héle moeilijke boeken over kunnen schrijven, maar een persoon die ons heel nabij is, die in zijn Zoon laat zien dat Hij van ons houdt, alles voor ons over heeft en zijn bestaan volledig met ons wil delen. 

Wij mogen door het leven en het voorbeeld van Jezus Christus mee op tocht gaan, want de reis van ons leven leidt hoe dan ook naar God. Wij mogen Hem ontmoeten, van aangezicht tot aangezicht. En niemand kan die reis tegenhouden, geen grenshek, geen epidemie, geen enkel kwaad heeft daar macht over. 

Ook als we thuis zijn, thuis moeten blijven, ligt die weg altijd voor ons open. De weg naar liefde, harmonie, een zinvol leven. 
En uiteindelijk de weg naar Gods huis, waar plaats is voor velen. 

Amen.





Saturday, 25 April 2020

De Emmausgangers


Broeders en zusters, beste parochianen, beste kijkers.

Deze zondag lezen we het evangelie van de Emmausgangers. Twee leerlingen van Jezus hebben de moed opgegeven. Jezus is dood en begraven, er lijkt geen toekomst meer te zijn. Met een tas vol verhalen en herinneringen gaan ze teleurgesteld terug naar huis.

Dan komen ze een vreemde man tegen en ze lopen samen met hem op. Hij vraagt hen wat er gebeurd is en dan komen de verhalen los. Het was zo mooi, maar nu was het voorbij. Er is geen hoop meer.

De vreemdeling is Jezus, maar dat kunnen ze nog niet zien. Zo gaat dat vaak in het leven. Het antwoord op je vragen staat recht voor je neus terwijl je mistroostig naar de horizon tuurt.

Jezus vertelt hen over de verhalen van de Bijbel, de beloftes die ze toch ook van hun leraar Jezus te horen hebben gekregen. De dood en het graf zijn geen einde – maar een nieuw begin.

Als ze samen aan tafel gaan en het brood breken zien ze wie hij werkelijk is. Maar ze kunnen hem niet beetpakken, niet vasthouden. Maar opeens vallen alle puzzelstukjes op hun plaats en vertrekken ze weer naar Jeruzalem. Het is nacht, het is gevaarlijk om de straat weer op te gaan, maar dat maakt niet uit. Ze zijn niet meer bang en spoeden zich naar hun nieuwe toekomst.
Ik wil graag drie opmerkingen maken naar aanleiding van deze mooie, diepe lezing.  

De eerste en ik denk ook wel de belangrijkste is dat ook als we de moed verloren hebben, alles waar we op hoopten de rug toekeren, oprecht geloven dat er geen toekomst meer is, God met ons meeloopt. We treffen hem als een vreemdeling op straat met wie we een onverdacht praatje maken, heel onopvallend.

God is groter dan onze verwachtingen van winst of verlies, groter dan wat wij denken dat waar of onwaar is. Hij is groter dan ons geloof en groter dan ons ongeloof.

Ten tweede:  Als Hij dan met je oploopt dan gedraagt hij zich niet als een vervelende lerares die je ooit je Franse woordjes overhoorde – net als je die week met je gedachten ergens anders zat - of een heerszuchtige buurman die jou wel eens vertelt wat je moet doen en laten, en hoe je je auto moet parkeren en vooral hoe niet.

Hij beleert je niet, maar sluit zich aan bij wie je bent, en wat je al weet en wat je kan. Hij spreekt je niet toe als ‘mens-in-het-algemeen’ maar als jouzelf.

Alles wat je bent en alles wat je geleerd hebt, van je vader en moeder, je familie en vrienden, en van je (goede) leraren roept hij in herinnering.
Als je het dan een tijdje niet meer ziet zitten is Hij de stille stem die zegt. “Maar wacht eens even, herinner je je niet dat – toen en toen – je dit of dat hebt meegemaakt en hoe erg je toen in de put zat, en kijk nu eens, hoe je daar goed doorgekomen bent! Ook nu zal er een weg zijn!”

Zo zegt Hij het tegen de leerlingen: denk eens, je hebt pijn – maar denk terug aan wat Jezus tegen je gezegd heeft – het moest allemaal zo gebeuren, dit ís niet het einde van alles.

De stem van God is nooit de stem die je verder in de put drukt. De stem van God is de stem die moed geeft, de stem die je sterker wil maken.
Tenslotte: wanneer we Hem dan herkennen, hem horen in Gods woord, hem ervaren in de Eucharistie, hem zien in onze medemens, dan ontvangen we die moet ook en worden we groter dan we zijn, kunnen we dingen aan die we nooit voor mogelijk hielden. Gaan we door roeien en ruiten om te doen wat nodig is. Zo worden we dan ook zelf werktuig van God en mogen wij andere mensen bemoedigen die het niet meer zien zitten, die terneergeslagen zijn. Dan heeft onze angst en ons verdriet geen macht meer over ons.  

Je kan je nog best angstig en verdrietig voelen, af en toe, maar dat gevoel is niet meer de baas over jou.

Zo mogen wij ook deze week weer het leven aanpakken. We staan er niet alleen voor. God is met ons. Waar we ook heengaan, of we het allemaal geloven of juist niet. 

Hij loopt met ons op, totdat wij Hem herkennen bij het breken van het brood.

Amen.