Het gebeurde
in het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius:
Pontius Pilatus was landvoogd van Judea;
Herodes gouverneur van het gewest Galilea;
zijn broer Filippus gouverneur van het gewest Iturea en Trachonitis
en Lysanias gouverneur van Abilene;
Annas en Kajafas bekleedden het hogepriesterschap.
Toen kwam het woord van God over Johannes,
zoon van Zacharias,
die in de woestijn verbleef.
Hij begon op te treden in heel de Jordaanstreek
en een doopsel van bekering te preken
tot vergeving van zonden,
volgens de profetie,
die geschreven staat in het boek van Jesaja:
Een stem roept in de woestijn:
bereidt de weg van de Heer,
maakt zijn paden recht.
Elk dal moet gevuld
elke berg of heuvel geslecht worden;
de kronkelpaden moeten recht,
de ruwe wegen effen worden.
Heel de mensheid zal Gods redding zien.
Beste vrienden,
De afgelopen dagen sprak ik best veel mensen
die neerslachtig waren vanwege moeilijke situaties in hun leven. Ze voelden
allerlei obstakels om hen heen en in hunzelf. Allerlei plannen vallen in het
water. De crisis gaat maar niet voorbij. U heeft waarschijnlijk al gehoord over
de zware beperkingen die ook het kerkelijk leven op Kerstavond zullen raken.
Wat betekent dit seizoen van verwachting als
we voor ons gevoel minder hebben om naar uit te kijken? De vorige zondag werden
we door het Evangelie uitgenodigd na te denken over waakzaamheid en gebed om zo
in de verwachting op de komst van de Heer te leven.
Deze zondag lezen we over Johannes de Doper,
die oproept tot bekering. (Lk 3:3) Zijn opdracht wordt samengevat met de
woorden:
bereidt de weg van de Heer,
maakt zijn paden recht.
Elk dal moet gevuld
elke berg of heuvel geslecht worden;
de kronkelpaden moeten recht,
de ruwe wegen effen worden.
Om de Weg van de Heer te bereiden moeten we wegen
van bekering inslaan. Er liggen tussen nu en Kerstmis een aantal taken voor
ons. Het is net als met de vastentijd en Pasen: als we ons niet goed
voorbereiden, niet goed op reis gaan, komen we maar half aan – en dat zou zonde
zijn!
Welke taken liggen voor ons?
Elk dal moet gevuld:
Daar beginnen we mee: met de gaten in ons
leven. De valleien staan voor alles wat er ontbreekt aan ons morele en
geestelijke leven: ons gebrek aan aandacht voor een ander en voor God. Dat kan
per mens verschillen, maar we vinden het antwoord wat er in die valleien ligt
als we ons afvragen waar we geen aandacht voor hebben. Wie we onzichtbaar
maken in ons leven. Wie we negeren.
Dat vraagt een houding van omdenken. Elke dag
vragen het nieuws en het internet aandacht voor deze of gene, en gezien alle
beperkingen, moeilijkheden en uitgevallen vieringen voelen we onszelf niet
alleen maar verdrietig, maar zelfs zelfmedelijden. Hier moeten we ons
erg bewust van worden, want we moeten nu juist leren te zien naar anderen. Alleen
als we aandacht hebben – gaan opletten op wat het is wat we missen kunnen
we vooruit. Als we vooruit willen kunnen we niet om de valleien heen!
Elke berg of heuvel moet worden
geslecht
In de Bijbel staan heuvels en bergen symbool
voor alles wat onveranderlijk is, wat rots-vast is. Wij kunnen, in onze
tijd, bergen afgraven met explosieven maar dat kan niet de bedoeling zijn. Integendeel.
Bergen of heuvels slechten is – in de wereld van de Bijbel - onmogelijk.
De bergen en heuvels die hier genoemd worden
staan voor zaken die moeten verdwijnen uit ons leven maar die onoverwinnelijk
lijken. De onveranderlijk-lijkende gedragspatronen waar we telkens invallen
misschien. Alles waarvan je (zuchtend) zegt: zo ben ik nu eenmaal Alles
waarvan je weet dat het nooit veranderen kan: dat alles moet veranderen.
God neemt geen genoegen met zo ben ik nou
eenmaal. Bekering is een radikale beweging: je kan niet op voorhand zeggen
waar je uitkomt of grenzen stellen aan wat er gebeuren gaat. Voor ons is het
onmogelijk om bergen te slechten, maar voor God is niets onmogelijk.
Als we elke dag kleine veranderingen maken in ons
leven, met kracht van boven, kom dan eens terug na een jaar, en zie wat er
veranderd is, kom eens terug na tien jaar, en je bent een ander mens: een beter
mens. Met hulp van God blijft zelfs de grootste berg niet overeind.
De kronkelpaden moeten recht, de ruwe
wegen effen worden
In Jesaja versterkt deze regel de voorgaande. Er is
geen obstakel dat niet met Gods kracht neergehaald kan worde. Als de bergen
wijzen naar obstakels in ons zelf, suggereert het kronkelpad obstakels die
buiten ons liggen. Moeilijkheden met andere mensen misschien, of de toestand
in de wereld. Alles waarvan je denken kan: daar komen we nooit doorheen.
Ook daarvoor geldt: wacht maar. Blijf voortgaan op de weg die je volgen moet en
je komt waar je wezen moet.
Samenvattend: onze opdracht voor de advent is er één
weg van voorbereiding, op drie niveaus:
Ten eerste kunnen
we ons alleen voorbereiden als we niet alleen maar bezig zijn met onszelf en de
mensen om ons heen. We moeten acht slaan op mensen die we normaal niet zien.
Ten tweede botsen
we misschien wel gauw tegen obstakels in onszelf aan, grote bergen, maar als we
de weg van voorbereiding en bekering blijven gaan verdwijnen de bergen waar je
bij staat. Bekering zorgt voor verandering door de kracht van God.
Ten derde komen
we ook in ons leven allemaal obstakels en moeilijkheden tegen in de wereld om
ons heen, maar het obstakel is nooit groter dan de weg die wij mogen gaan. God
die de bergen slecht haalt ook wel ijzeren poorten
De lezing van deze zondag zeker het woord van God dat
over Johannes komt vraagt van ons grote aandacht maar geen passiviteit.
Het zijn actie-woorden, ze moeten ons in beweging brengen. Niks mag blijven
zoals het is. Nu is het tijd om vooruit te gaan, door de kracht van God
obstakels te slechten waar ze zich ook bevinden. We hebben geen tijd voor
zelfmedelijden, ook niet als het ons tegen zit of we teleurgesteld zijn!
Lockdown of geen lockdown, in geestelijke zin is het geen tijd om stil
te zitten en af te wachten!
Voor deze advent wil ik u dan ook vragen:
Wees moedig, blijf volhardend, juist in moeilijke
tijden zult u het verschil gaan merken.
Met God is niets onmogelijk.
Amen.