Thursday, 1 April 2021

Witte Donderdag 2021

 Het paasfeest was op handen.
Jezus,
die wist dat zijn uur gekomen was
om uit deze wereld over te gaan naar de Vader,
en die de zijnen in de wereld bemind had,
gaf hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe.
Onder de maaltijd,
toen de duivel reeds
aan Judas Iskariot, de zoon van Simon,
het plan had ingegeven om Hem over te leveren,
stond Jezus van tafel op.
In het bewustzijn
dat de Vader Hem alles in handen had gegeven
en dat Hij van God was uitgegaan
en naar God terugkeerde,
legde Hij zijn bovenkleren af,
nam een linnen doek en omgordde zich daarmee.
Daarop goot Hij water in het wasbekken
en begon de voeten van de leerlingen te wassen
en ze met de doek waarmee Hij omgord was af te drogen.
Zo kwam Hij bij Simon Petrus,
die echter tot Hem zei:
“Heer, wilt Gij mij de voeten wassen?”
Jezus gaf hem ten antwoord:
“Wat Ik doe, begrijpt ge nu nog niet,
maar later zult gij het inzien.”
Toen zei Petrus tot Hem:
“Nooit in der eeuwigheid zult Gij mij de voeten wassen!”
Jezus antwoordde Hem:
“Als gij u niet door Mij laat wassen,
kunt gij mijn deelgenoot niet zijn.”
Daarop zei Simon Petrus tot Hem:
“Heer, dan niet alleen mijn voeten,
maar ook mijn handen en hoofd.”
Maar Jezus antwoordde:
“Wie een bad heeft genomen, behoeft zich niet meer te wassen,
tenzij de voeten,
hij is immers helemaal rein.
Ook gij zijt rein,
ofschoon niet allen.”
Hij wist immers wie Hem zou overleveren.
Daarom zei Hij:
“Niet allen zijt gij rein.”
Toen Hij dan hun voeten had gewassen,
zijn bovenkleren had aangetrokken
en weer aan tafel was gegaan
sprak Hij tot hen:
“Begrijpt gij wat Ik u gedaan heb?
Gij spreekt Mij aan als Leraar en Heer,
en dat doet gij terecht, want dat ben Ik.
Maar als Ik,
de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen,
dan behoort ook gij elkaar de voeten te wassen.
Ik heb u een voorbeeld gegeven,
opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb.”

 

Broeders en zusters

 

Met de viering van Witte Donderdag op deze avond beginnen wij het Heilig Triduum, de viering van de eenheid van Witte Donderdag – de instelling van de eucharistie en het gebod van naastenliefde - , Goede Vrijdag en de Paaswake. Wij vieren samen het Pasen van de Heer.

Het Pasen van de Heer begint met het Pasen bij de Heer. Het Paasmaal in de bovenzaal, samen met zijn leerlingen. Dat is nog het joodse Paasfeest waarover we hoorden in de eerste lezing. Een feest van leven, van bevrijding uit de dood, van uitzien naar het einde van de ballingschap in Egypte.

In dat oude feest ligt het nieuwe al besloten. We horen over het Paaslam dat geslacht wordt, en het bloed dat een wonderlijke bescherming geeft tegen de rondwarende dood. De kerkvaders hebben altijd gezegd dat in het Oude Testament het Nieuwe al doorschijnt, en zo is het ook nu.

Het is Jezus Christus zelf die zich deze nacht als Paaslam opgeeft aan de mensen die Hem kwaad willen doen, vóór alle mensen die bevrijd moeten worden. Het Paasfeest is geen feest van mensen lang geleden en ver weg, het wordt het feest van hier en nu – een feest voor alle tijden. Voor alle mensen die de weg van Jezus willen gaan.

In het vieren van Pasen deelt Jezus brood en wijn, en in die brood en wijn vinden we Jezus zelf. Hij deelt zichzelf. Hij houdt niets achter. En elke keer als wij samenkomen om eucharistie te vieren verkondigen wij deze waarheid, delen wij in Hem die de waarheid is.

Jezus houdt ons tenslotte in het Evangelie de les voor wat dat betekent. Jezus wast onder de maaltijd de voeten van de leerlingen. Petrus is ontsteld – want voeten wassen was het laagste werk wat er is. Men deed in de tijd van Jezus nog niet aan stevig schoeisel en goede wegen. Maar toch moet het gebeuren zodat de leerlingen leren wat er gebeurt.

Jezus geeft zichzelf volledig en houdt niets terug, Hij wil zijn leven geven ten bate van iedereen, want niet iedereen is rein, en tenslotte wil Hij ons een voorbeeld voorhouden. Doen, zoals Hij gedaan heeft.

Juist op deze dag, nog midden in de crisis, kunnen wij de woorden van Jezus niet liturgisch navolgen. De traditionele voetwassing in de viering vervalt. Maar we moeten begrijpen dat de voetwassing in de eerste plaats een symbool is, een teken dat ons onderwijst en werkelijkheid kan worden als wij de Heer willen volgen.

De Eucharistie, de maaltijd van de Heer mag steeds werkelijker voor ons worden als wij eucharistisch in het leven staan. Geraakt door de genade, de vrije gave van Boven, zelf leren steeds gevender te worden. Zorgen voor onze naasten, voor de mensen om ons heen, en zo ook steeds meer leren wie de Heer voor ons is.

Niet alleen vandaag, niet alleen met Pasen, maar elke dag opnieuw. Totdat wij wegtrekken uit de Ballingschap en mogen gaan tot het Beloofde Land.

Amen.

 

 

Saturday, 20 March 2021

Jezus Zien.

 

Onder degenen
die bij gelegenheid van het feest optrokken ter aanbidding
waren ook enige Grieken.
Deze nu klampten Filippus van Betsaïda in Galilea aan
en vroegen hem:
“Heer, wij zouden Jezus graag spreken.”
Filippus ging het aan Andreas vertellen
en tenslotte brachten Andreas en Filippus
de boodschap aan Jezus over.
Jezus echter antwoordde hun:
“Het uur is gekomen,
dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
als de graankorrel niet in de aarde valt,
blijft hij alleen;
maar als hij sterft,
brengt hij veel vrucht voort.
Wie zijn leven bemint, verliest het;
maar wie zijn leven in deze wereld haat,
zal het ten eeuwigen leven bewaren.
Wil iemand Mij dienen dan moet hij Mij volgen;
waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn.
Als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren.
Nu is mijn ziel ontroerd.
Wat moet Ik zeggen?
Vader, red Mij uit dit uur?
Maar daarom juist ben Ik tot dit uur gekomen.
Vader, verheerlijk uw Naam.”
Toen kwam er een stem vanuit de hemel:
“Ik heb Hem verheerlijkt
en zal Hem wederom verheerlijken.”
Het volk dat er bij stond te luisteren,
zei dat het gedonderd had.
Anderen zeiden:
“Een engel heeft tot Hem gesproken.”
Maar Jezus sprak:
“Niet om Mij was die stem,
maar om u.
Nu heeft er een oordeel over de wereld plaats,
nu zal de vorst dezer wereld worden buiten geworpen;
en wanneer Ik van de aarde zal zijn omhoog geheven
zal Ik allen tot Mij trekken.”
Hiermee duidde Hij aan
welke dood Hij zou sterven.

 

Beste mensen, broeders en zusters

Het is feest in Jeruzalem! Heel veel mensen zijn op pad om de pelgrimstocht naar de tempel te maken. En in dat gedrom lopen allerlei mensen rond, het is net als de Lange Nieuwstraat op koopzondag – en dan zonder virus en met God.

Mensen van allerlei slag lopen naar Jeruzalem, naar de Tempel toe en hopen daar iets te vinden. Hoop of wijsheid, verlichting – nieuw leven.

Ondertussen gonst het in de groep van een leraar die een nieuwe boodschap brengt. Jezus. En de mensen die van ver komen – het Evangelie noemt die ‘de Grieken’ – vragen aan de eerste de beste leerling die ze tegenkomen:

“Wij willen Jezus zien”, in de Nederlandse vertaling lezen we: “we willen Hem graag spreken”, maar dat staat er niet. Er staat in het Grieks: we willen hem zien. En dat is ook waar het om draait deze zondag. Jezus zien.

“Wij willen Jezus zien”, dat zijn woorden die ook wij zo mee kunnen nemen. Want dat is ook de reden dat we hier zijn. Wat doen we hier op zondagochtend in de kerk of thuis ingeschakeld via de nieuwe stream: we willen Jezus zien, we willen zien wie Hij is, we willen weten wie Hij is. We willen Hem beter leren kennen.

Die “Grieken” blijken helemaal niet zo ver weg te zijn. Ze zijn best dichtbij. Sterker nog: zij zijn wat wij zijn – mensen uit de hele wereld die opgaan naar God.

De een komt elke week naar de kerk, de ander maar een paar keer per jaar – zo met Kerst en Pasen – een derde komt zo af en toe voor de mooie muziek en een derde is misschien pas katholiek geworden en is super-enthousiast over alles. Zo was dat ook met de Grieken uit de tijd van Jezus (maar dan Joods, en nog niet katholiek)

Daar zaten felle bekeerlingen tussen, of Griekssprekende Joden die elk weekend meededen en vrijwilliger waren, of Joden die dat van geboorte waren en hoewel iets minder actief – het geloof toch belangrijk vonden - en tenslotte ook mensen die “de muziek volgden”: heidenen die dat allemaal wel interessant vonden: Één God met een boodschap voor alle mensen! Ze werden dan misschien niet officieel Joods maar ze deden wel mee. Dat alles waren de Grieken, mensen net als wij.  

En hun woorden, hun nieuwsgierigheid, mag ook de onze zijn: wij willen Jezus zien

Maar Jezus loopt niet direct naar ze toe om zich voor te stellen en visitekaartjes uit te delen.

(Dat zou wat zijn, visitekaartjes van Jezus: J. Christus, Leraar en Wonderwerker, en dan een kantooradres in Kafarnaüm en het telefoonnummer van zijn secretaresse – nee hé, we voelen het al aan, dat is niet hoe Jezus zichzelf laat zien, zelfs al hadden er al visitekaartjes bestaan)

Hoe gaat Jezus zichzelf wél laten zien? Niet op een afstandelijke manier, met een website en een visitekaartje, een Linkedinprofiel met endorsements – dat mensen bijvoorbeeld vertellen dat je heel goed bent in storytelling en het genezen van melaatsen.  

Onze vraag blijft: wij willen Jezus zien, maar wat is het antwoord. Wat krijgen we te zien? Wat krijgen we te horen?

We krijgen tekens en symbolen te horen. We horen over Jezus die omhooggeheven wordt met de armen wijd uitgestrekt, en een symbool: het zaad dat in de Aarde valt en sterft. Als het zaad zichzelf blijft , dan wordt het niks. Maar als het zaad sterft – ophoudt zaad te zijn – dan is er ruimte voor nieuw leven.

Die twee dingen samen wijzen vooruit. Ze wijzen vooruit naar de Goede Week, naar de Passie van de Heer. Naar zijn dood aan het Kruis.

Waar Hij omhoog geheven zichzelf openbaart als de redder van de wereld. Zo laat hij zichzelf zien.

Niet met interviews in glossy’s of bijdehante opmerkingen op sociale media of een gelikt webformulier waarna je – als je dat hebt ingevuld – elk jaar op je verjaardag een e-mailtje krijgt met felicitaties en een mooie aanbieding van Jezus. Drie voor de prijs van één. Nee.

Hij openbaart zich niet als de succesvolle – maar als degene die zijn leven geeft, en het op Pasen terugwint omdat hij het verliest.

Op de vraag: laat ons Jezus zien – is maar één antwoord mogelijk, en dat is het kruis. Dáár kun je Jezus zien. Dat is wat Hij is. De man aan het kruis die zijn leven geeft voor de hele wereld. Voor pretletters en pechvogels, succesverhalen en mislukkingen, voor wappies en wijzen, voor farizeeërs en losbollen, voor verloren zoons en oudere broers.

Je moet hem zó zien, anders zie je hem niet.

En als je Hem zo ziet, en als je zo in Hem gelooft – die vreemde boodschap dat Jezus wint door te verliezen – dan zijn we ook vrij om te doen.

Letterlijk vrij om te doen, want dan worden we ook bevrijd van het idee dat je alleen maar kan slagen als je altijd wint.

Dan kun je geven zonder elk moment iets terug te moeten verwachten. Kun je liefhebben zonder boekhouding.

En als je je niet meer angstig vastklampt aan jezelf zul je zien dat er ruimte is voor nieuw leven, nieuwe groei.

En met alle mensen om ons heen, die we dan met nieuwe ogen mogen leren zien kunnen we dan samen opgaan naar onze woning.

Het nieuwe Jeruzalem.

Amen.

 

 

Saturday, 13 March 2021

Omhooggeheven

 

In die tijd sprak Jezus tot Nikodemus:

“De Mensenzoon moet omhoog worden geheven,
zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn,
opdat eenieder die gelooft
in Hem eeuwig leven zal hebben.
Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad,
dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven,
opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan,
maar eeuwig leven zal hebben.
God heeft zijn Zoon
niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen,
maar opdat de wereld door Hem zou worden gered.
Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld,
maar wie niet gelooft, is al veroordeeld,
omdat hij niet
heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon Gods.
Hierin bestaat het oordeel:
het licht is in de wereld gekomen,
maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht,
omdat hun daden slecht waren.
Ieder die slecht handelt, heeft afschuw van het licht
en gaat niet naar het licht toe
uit vrees dat zijn werken openbaar gemaakt worden.
Maar wie de waarheid doet, gaat naar het licht,
opdat van zijn daden moge blijken dat zij in God zijn gedaan.”

 

Broeders en zusters

Het is een mysterieuze tekst die we deze zondag horen in het Evangelie. Jezus openbaart aan Nicodemus, een joodse leraar de nieuwe werkelijkheid die Hij zal inleiden. Hij gebruikt symbolen uit het Oude Testament om dat  uit te leggen. Maar u zult het met me eens zijn dat het Nicodemus misschien allemaal niet één twee drie duidelijk was. En ons misschien ook niet.

Grote woorden: heil, licht, oordeel, een omhooggeheven slang..

Zoals dat vaak gaat met de woorden van Jezus, de leerlingen en naasten snapten het vaak ook niet. Pas in het licht van Pasen kan men terugkijken en wordt duidelijk wat Jezus allemaal bedoelde.

Als we het af en toe allemaal moeilijk vinden bevinden we ons dus in goed gezelschap!

In deze lezing zien we een hele mooie beweging van de aarde naar de Hemel en weer terug. We zien drie thema’s die alles met elkaar te maken hebben.  

Het Kruis als openbaring van het heil

De zelfgave van Jezus

En het wezen van het oordeel.

Allereerst: zonder kruis geen redding.

Toen Mozes met het Joodse volk in de woestijn was. Gebeurde er eens iets verschrikkelijks. Door grote onvoorzichtigheid werden veel mensen door slangen gebeten en het gif zou hen fataal worden. God vertelde toen aan Mozes om een bronzen slang op een paal op te heffen in de woestijn en iedereen die naar dat beeld op keek zou worden genezen.

In de Joodse traditie wordt dan gezegd: het zijn niet de slangen die doden of levend maken, het is het je hart richten op God, dat brengt leven.

Jezus gebruikt het symbool om zijn kruisiging uit te leggen, net als de opgeheven slang een symbool van Goddelijke genezing was, zo zal de kruisiging de realiteit daarvan zijn.

En dat is zo omdat de kruisiging de volledige zelfgave van God in Jezus Christus is, hij is gekomen om te redden, dat is zijn enige doel – en de kruisiging en de Opstanding zijn daar de voltooing van.

En waar red Hij ons van, van de duisternis, van het negatieve oordeel. Want het oordeel, zo zegt Hij, dat is niet als een onderzoek van een forensische accountant, van een soort Goddelijke FIOD, die je boeken komt controleren om te kijken of je niet ergens eens een keer een komma verkeerd hebt gezet in je leven, maar een liefdevol licht dat ons uitnodigt om thuis te komen.

Wat betekent dit alles voor ons: we hebben hier grote vergezichten van de eeuwigheid tot Pasen en weer terug, maar wat mogen we hiermee doen?

We gaan op naar de Goede Week, een tijd waarin we onders bijzonder mogen verenigen met Jezus’ lijden en sterven aan het Kruis, en dan is het goed dat doel van redding onder ogen te houden. Het kruis maakt het Licht zichtbaar en wij worden uitgenodigd in dat licht te gaan staan.

Dat kan soms even moeilijk zijn, want als je in het licht staat zie je ook wat er allemaal nog niet goed gaat in het leven, al onze onhebbelijkheden,  onze tekortkomingen.

Maar staan we eenmaal in het licht dan kunnen we er ook steeds dichterbij komen, de duisternis heeft dan geen greep meer op ons. Niet blijvend in ieder geval.

Als je éénmaal in het licht staat wordt het makkelijker blijven we op weg, onder het teken van de Omhooggehevene mogen we uiteindelijk mee omhoog. Naar God,

Amen.