Broeders en
zusters in Christus,
Ik schrijf
meestal geen preken uit voor doordeweekse missen. Meestal is het zoals u weet,
een kort woordje aan de hand van de lezingen. Dit is echter een beetje een
bijzondere mis. Het is een mis in het Paasoctaaf – die zijn al anders dan
anders – en het is een Mis van Eerherstel. Misschien kent u die van vroeger,
dat als er iets heiligschennends was gebeurd dat er een Mis van Eerherstel
gelezen werd voor de bijzondere en enige intentie voor genoegdoening aan het
adres van de Heer, die in zijn Goddelijke Majesteit, zijn Heiligheid gewond was.
Meestal zijn
dat boetevieringen, maar in het Paasoctaaf is dat niet passend, dus doen we het
anders. Misschien heeft u gehoord dat er een reclame op TV is gekomen waarin
mensen afbeeldingen van Jezus Christus verscheurd hebben. Ik wil er zo kort
mogelijk over hebben want het kwaad heeft al genoeg aandacht gehad in de
Vastentijd. Daar bedoelden ze mee te zeggen dat Jezus zichzelf deelt met
anderen. Het was vast niet slecht bedoeld, maar het Gelaat van Christus is
heilig, de iconen waar onze Oosterse broeders met zoveel devotie het aangezicht
van de Heer in tegenwoordig stellen, die zijn heilig. Een afbeelding van het
Gelaat van Christus mag nooit zomaar worden verscheurd.
De
heiligheid van God is objectief, Jezus Christus kan niet anders dan Heilig zijn, en de iconen en afbeeldingen die
wij vereren, dat zijn geen totempalen, maar hebben een eigen, maar afgeleide heiligheid, omdat zij in verband staan met de
Heer die zij willen laten zien.
Hoe heilig
het aangezicht van de Heer is lezen we vandaag, als we Maria Magdalena bij het
graf zien, en ze ontmoet Jezus, en ze herkent zijn gezicht omdat zij van Hem
houdt. Zij heeft een diepe liefde tot de Heer die haar bevrijd heeft van de “zeven
duivels”, wat die ook mogen zijn. Door die liefde herkent ze Hem voor wie Hij is. En zij wil Hem vasthouden, voor
altijd bij haar houden. Zo diep is haar liefde voor Hem.
Maria
Magdalena is dé maatstaf bij uitstek voor liefde voor de Heer, wat zou zij er
van vinden als de foto van Jezus, we praten even over de moderne tijd, zomaar
verscheurd zou worden? Wat een pijn zou haar dat doen! Dat is wat heiligschennis is. En de heiligheid
schenden, dat is zoiets als onschuld schenden. Het is een groot kwaad. Hoe schuldig mensen daar dan aan zijn hangt
van de situatie af. Maar het is hoe dan ook een kwaad.
Maar de tijd
van scheuren en lijden en kwaad is voorbij. We leven in de Paastijd en mogen
het glorieuze verrijzenisgelaat van de Heer aanschouwen. Zijn
Godmenselijkheid. We weten dat hoeveel
domme dingen mensen ook doen, dat houdt geen stand tegen Gods overwinning op Dood
en Zonde, díe liggen nu begraven, die zijn weggespoeld in het water van de zee.
We mogen
uitzien naar die werkelijke ontmoeting
met de Heer, met het moment dat we Hem met de ogen van Maria Magdalena en van
de Geliefde Leerling – die zag en geloofde
– het Gelaat van Christus mogen zien. Dan zal het zijn als op de Berg
Tabor, waar zijn gelaat vscheen in Goddelijk Licht. Niet voor even maar voor
eeuwig. Wij hoeven dan geen tenten neer te zetten om bij Hem te kunnen zijn,
Hij heeft een huis voor ons bereid met vele kamers.
Wij mogen
dan in de vrijheid van de kinderen Gods deze Mis dan ook opdragen met de
intentie dat alle kwaad die zo`n heiligschennis met zich mee brengt verdwijnt
in dat Goddelijk Licht. En wat een
voorrecht dat we dan de Eucharistie mogen vieren. En in de Eucharistie bidden
we dan bij de Vredeswens die mooie zin: Let
niet op onze zonden maar op het geloof van uw Kerk. Door ons geloof, door
ons vertrouwen in ons vrije antwoord op de Genade, kunnen wij heel veel kwaad in
de wereld uitdelgen.
Door dat
geloof spreken we diep in de stilte van ons hart de geloofsbelijdenis van Maria
Magdalena uit: Rabboeni! Meester! en weten
we ook dat we welkom zijn op de plaats waar hij heen gaat, naar Zijn Vader en
Onze Vader, Zijn God en Onze God.
Amen.