Broeders en
zusters in Christus,
Soms blijken
mensen niet te zijn wie je dacht dat ze waren. Je denkt: “dit is iemand die een
goede eerste indruk gemaakt heeft: iemand op wie ik kan bouwen”, en na verloop
van tijd blijkt dat dat vriendelijke gezicht toch een masker was. En als dat
masker afglijdt kan dat een pijnlijk schouwspel zijn.
Zulke dingen
gebeuren overal, tot in de hoogste kringen toe.
Ik las zo`n twee weken geleden
dat president Trump een nieuwe woordvoerder had gevonden, een meneer
Scaramucci. Iets meer dan een week later moest hij alweer vertrekken. Hij bleek
toch minder goed te zijn in communiceren dan hij zich had voorgedaan. Zo snel
kan het gaan!
Gelukkig kan
het omgekeerde zich ook voordoen: mensen waarvan je niet zoveel verwachtingen
had kunnen opeens onvermoede kanten e hebben, blijken mensen te zijn waar je op
kan steunen als de nood aan de man is. Ook dat kan zomaar gebeuren, en wat een
zegen is dat als we die mensen tegenkomen!
Het hart van
de mensen is geen open boek. Wat er in dat hart zit moet zich tonen: in
ontmoetingen, in het dagelijks leven. Door jaren van vriendschap heen. En ook
als je elkaar jaren kent zijn er toch nog onvermoede kanten, dat is het
avontuur van vriendschap: Naar mate het wederzijdse vertrouwen en genegenheid
groeit kan er steeds meer ontdekt worden!
Er is maar
één persoon die zich volledig in zijn hart laat kijken, en zelfs Hij doet dat
maar op een enkel moment, maar op dat éne moment laat Hij ook volledig zien wie
hij is. Jezus Christus is niet zomaar iemand, hij is de Zoon van God, hij hoort
vanuit de eeuwigheid thuis bij God en is op aarde gekomen om de vriendschap
tussen God en mens te herstellen. Dat is wíe hij wérkelijk is.
Maar laten
zien wie je werkelijk bent, dat kan alleen samen met anderen. Je bent nooit puur jezelf als je in je eentje bent. De
joodse denker Emmanuel Levinas heeft veel geschreven over de ‘ethiek van het
gelaat van de ander’.
Pas als je
jezelf toont aan iemand anders, word
je werkelijk jezelf. Dit is voor iedereen waar, zelfs voor een kluizenaar, want
een kluizenaar is dan wel niet onder de mensen, maar zijn leven is één grote
oefening in zich blootgeven aan God.
Zó laat
Jezus Christus ook zichzelf zien, niet als een almachtig individueel fenomeen
dat alles om zich heen in het niets laat verdwijnen, maar als de Zoon van God
die leeft vanuit de verbondenheid.
Hij is eerst
verbonden met God, Hij bestaat niet zonder Hem, dat is wat dat Taborlicht
betekent, ik ben van eeuwigheid in en met
God. In mijn Gelaat zie je Hem terug. Wie Mij ziet, ziet de Vader.
Hij is ten
tweede verbonden met het
verleden:
Als je het
verhaal van jezelf vertelt begin je te vertellen waar je vandaan komt, dat determineert je niet: je bent zelf veel
meer dan je afkomst. Maar zónder je afkomst ben je óók niks. Daarom is het zo
belangrijk dat Jezus zich toont met Mozes en Elia, met de vertegenwoordig van
de Wet, en de vertegenwoordiger van de Profeten. En ze onderhouden zich met
elkaar, ze zijn met elkaar verbonden.
Daarmee zegt
Jezus: ik ben geen breuk met het verleden. Ik bouw op wat jullie eerder gegeven
is. God is geen politicus of president die net zo makkelijk van mening als van
pak verandert en A zegt maar B doet! Nee. Hij is trouw aan wat Hij gezegd
heeft, alles wat Hij aangekondigd heeft maakt hij waar.
Hij laat
zich dus niet in zijn eentje zien, alsof het alléén maar om Hem gaat nu en de
Wet en de Profeten vergeten zijn, nergens meer toe dienen.
Hij is ten
derde verbonden met de toekomst. En het is dan ook interessant aan wie Hij
zich laat zien. Hij openbaart zich, in goddelijke majesteit, omringt door een
licht dat naar de Eeuwigheid verwijst, maar dat doet Hij niet midden in
Kafarnaum, waar hij thuis is, of op het plein van de Tempel in Jeruzalem, of in
een Samaritaans dorp, of onder de heidenen van de Decapolis, nee.
Hij laat
zich zien, bovenop een berg met alleen Petrus, Jakobus en Johannes erbij, het petit comité van zijn leerlingen. De
meest naaste vertrouwelingen. Zij zijn niet zomaar drie poppetjes, Jantje,
Pietje en Japie, nee. Zij zijn de meest centrale leerlingen, ze
vertegenwoordigen de Kerk. Zij moeten vanuit de verbondenheid met Jezus zijn
verhaal doorgeven aan alle andere mensen.
En zelfs díe leerlingen zijn volledig overdonderd en vallen op de grond van schrik. En als ze daar klaar mee zijn dan weten ze hoe uitverkoren ze zijn. Het is als iemand die zijn meest dierbare, het mooiste geheim met je wil delen. En ze zouden dat moment willen vasthouden. Petrus heeft het al over het bouwen van hutten. Een soort Hemel op Aarde zou dat zijn! Ze willen de toekomst niet in, ze willen in het nu blijven.
Maar een
Hemel op Aarde, een moment vasthouden, dat gaat niet. Als we de waarheid over
Jezus leren kennen dan mogen we die niet voor onszelf houden. Daar moeten we
wat mee doen, daar moeten we voor aan de slag. Die verbondenheid van Jezus, dat
is geen éénrichtingsverkeer. Als Jezus zich toont voor wie Hij is, dan moeten
Johannes, Jakobus en Petrus daar mee aan de slag, dan moet heel de Kerk daarmee
aan de slag.
Want dat
Jezus als Zoon van God verbonden is met de toekomst, dan is hij niet alleen
verbonden met de apostelen, maar met iedereen die daarna komt. Met de hele Kerk
door de eeuwen heen. Met ons, maar ook de mensen die weer na ons zullen komen.
Net als de leerlingen mogen wij Gods goede nieuws niet voor onszelf houden.
We moeten
die blijven delen, of we nu jong zijn of oud, gezond of minder gezond. Zo lang
we nog ademen kunnen we iets zichtbaar maken van wie God is.
Als we dat
doen, dan geven we iets van dat Taborlicht, zo`n sprankje uit de eeuwigheid, door.
Dan geven we mensen wat licht in de duisternis cadeau. Een vonkje licht waarmee
ook zij op tocht kunnen gaan om God te vinden.
Amen.