In deze Goede Week leefde heel Nederland mee met twee indrukwekkende verhalen. Het eerste verhaal ging over valse getuigen, hoop, verraad, en de strijd om de waarheid – het andere verhaal was dat van Pasen.
Op TV was er een nek-aan-nek-race gaande tussen de Passion en de debatten in de Tweede Kamer. Één journalist schreef: “het leek wel alsof twee werkelijkheden in elkaar over liepen”.
Inderdaad, er liepen twee werelden door elkaar heen. Het leek alsof het oude paasverhaal gespiegeld werd in de wijde wereld. Natuurlijk moeten we de vergelijking ook weer niet te ver doordrijven. Geen enkele politicus, geen enkele partij is hier te vergelijken met Jezus Christus. Het koningschap van Jezus Christus is niet van deze wereld. Wij mogen Hem niet vereenzelvigen met welk ander mens dan ook, hoe zeer we ook denken dat hij of zij het bij het rechte eind heeft.
Maar toch, we horen de echo’s van 2000 jaar geleden nog steeds weerklinken als hier iets gebeurt. Zo bijzonder was het wat er toen heeft plaatsgevonden.
Als u met de verhalen van Palmpasen, Witte Donderdag en Goede Vrijdag hebt meegeleefd, of misschien ook deze dagen de vieringen hebt meegemaakt in de kerk of misschien met de vieringen hebt meegekeken via de stream, dan weet u hoe Jezus als koning wordt binnengehaald maar wordt verraden door iemand die hem nabij staat, door boze machinaties van invloedrijke mensen wordt uitgeschakeld.
Einde verhaal denk je dan, want deze verhalen kennen we. Dat éne bekende verhaal van goede mensen die het onderspit delven tegen hen die sterker en machtiger zijn. Het lot van veel mensen die hun principes belangrijker vinden dan hun eigenbelang, of het verhaal van mensen die niet eens de kans kregen om principieel te zijn, maar gewoon pech hadden en vermorzeld werden omdat ze op het verkeerde moment op de verkeerde plek waren.
Een tijd geleden schreef een Amerikaanse rabbijn, Harold Kushner, een boekje met de titel: “Waarom het Kwaad Goede Mensen Treft”. Als we nu cynische mensen zouden zijn zouden we zeggen: dat is een zinloze vraag – het kwaad treft juist de goede mensen– want – in de woorden van de Bijbel - de kinderen van het licht zijn niet eens half zo uitgekookt als de kinderen van de duisternis.
Als we leven in een wereld waarin het goede krachteloos is en machtigen kunnen doen wat ze willen is de vraag waarom het kwaad goede mensen treft betekenisloos. We kunnen ons die vraag alleen stellen als we weten of vermoeden dat het goede een sterker fundament heeft, diepere wortels heeft dan het kwade. En hoezeer het goede in de diepste diepten geworpen wordt, zelfs tot in de afgrond van de dood, het komt toch sterker terug. Het goede steunt op God, God zelf wil het fundament zijn van leven, waarheid en liefde.
En Hij doet dit, niet door gekonkel, niet door rechtszaken achter gesloten deuren, niet door politieke berekening. Maar door de macht die in de liefde zelf besloten ligt. Een heel ander soort macht. Een stille kracht. Een kracht zonder grote woorden. Een kracht die niet afstoot, niet bang maakt en niet intimideert. Een kracht die in de stilte van het graf alles nieuw maakt, en ons vandaag blijft vernieuwen. Een kracht die zich toont – niet met grote geweldige tekens, niet met vuurwerk, sirenes en trompetten, maar door tekens van eenvoud.
Een
weggerolde steen, een opgevouwen doek, een vriendelijke tuinman, een jongen in
een wit gewaad.Een vrouw die het verder gaat vertellen.
En dat teken wordt doorgegeven als een lopend vuur, door verhalen van vrouwen en mannen, door de eeuwen heen. Tot aan vandaag, tot hier en nu. Nu wij dit geloof op onze beurt weer door gaan geven.
Zo mag het zijn tot wij Hem zien, van aangezicht tot aangezicht.
Jezus, de Verrezene, onze Heer.
Amen.