Saturday, 3 December 2022

Tweede Zondag Advent A 2022

 

Evangelie:  Mt 3,1-23

In die tijd trad Johannes de Doper op
en predikte in de woestijn van Judea:
“Bekeert u, want het Rijk der hemelen is nabij.
Deze toch is het, die de profeet Jesaja bedoelde
toen hij zei:
een stem van iemand, die roept in de woestijn:
bereidt de weg van de Heer,
maakt zijn paden recht.”

Johannes nu droeg een kleed van kameelhaar
en een leren gordel om zijn lenden.
Zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing.
Toen trok Jeruzalem, Judea en heel de Jordaanstreek
naar hem uit
en zij lieten zich door hem dopen in de rivier, de Jordaan,
terwijl zij hun zonden beleden.
Maar toen hij vele Farizeeën en Sadduceeën zag komen
om gedoopt te worden,
sprak hij tot hen:
“Adderengebroed, wie heeft u voorgespiegeld,
dat ge de dreigende toorn kunt ontvluchten?
Brengt liever vruchten voort, die passen bij bekering,
en neemt niet een houding aan alsof ge bij uzelf zegt:
Wij hebben Abraham tot vader!
Waarachtig, ik zeg u,
dat God de macht bezit
voor Abraham uit deze stenen kinderen te verwekken!
Reeds ligt de bijl aan de wortel van de bomen.
Elke boom dus, die geen goede vrucht draagt,
wordt omgehakt en in het vuur geworpen.
Ik doop u met water, opdat ge u zoudt bekeren.
Maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik,
en ik ben niet waardig Hem van zijn sandalen te ontdoen.
Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur.
De wan heeft Hij in zijn hand
en Hij zal zijn dorsvloer grondig zuiveren;
zijn tarwe zal Hij in de schuur verzamelen,
maar het kaf verbranden in onblusbaar vuur.”

 

Beste vrienden,

In het pastoraat ben je altijd met veel verschillende mensen in gesprek. En dan vallen je ook dingen op aan die mensen. Soms ook kleine dingen. En de laatste tijd valt me steeds meer op dat ik regelmatig mensen zie en spreek die een zegelring aan hun vinger hebben. Een zegelring met een familiewapen erop. Op sommige plekken zie je dat toch net íets vaker dan elders. 

 

Dat is natuurlijk iets moois, als je een wapen mag voeren, als je uit een familie komt die zoveel traditie heeft, zoveel geschiedenis. En dat je daar na zoveel eeuwen bij mag aansluiten. Daar mag je terecht waardering voor voelen, en ook wel een beetje trots op zijn. We krijgen allemaal een voorgeschiedenis mee in ons leven, en zo`n lange voorgeschiedenis gekenmerkt door ondernemingszin of publieke dienst door de generaties heen is een goede zaak. Dan levert de familiegeschiedenis ons goede voorbeelden die wij mogen navolgen.

Het kan ook anders gaan. Sommige families hebben helemaal geen mooie geschiedenis en worden geplaagd door alle verkeerde gebeurtenissen, of soms verkeerde keuzes uit het verleden.  Ziekte, armoede, verslavingen of gedrag waardoor je buiten de samenleving komt te staan. Dat raakt dan niet alleen degene die het rechtstreeks aangaat, maar ook de kinderen en soms ook de kleinkinderen. Zowel goed als kwaad tekenen ons door de generaties heen.  

We krijgen allemaal een voorgeschiedenis mee in ons leven, en een voorgeschiedenis kan nog lang voortleven en verstrekkende consequenties hebben voor ons eigen bestaan.

Want onze voorgeschiedenis ligt achter ons. Het is onze achtergrond. Het kan de moeite waard zijn, of iets wat we het liefst vergeten. Het is er. Ontegenzeggelijk. Maar wij zijn niet onze geschiedenis.

Johannes de Doper die in het Evangelie van vandaag aan het woord komt, spreekt hier dus een boodschap van hoop uit. Hij spreekt die boodschap op een wat strenge manier, zoals de profeten uit het Oude Testament dat ook deden, maar daar moet u zich niet door laten afleiden. Wat Johannes de Doper beweegt is ten diepste liefde. Het is wel een beetje wat de Amerikanen noemen tough love. Harde liefde. Maar het is wel degelijk liefde.

Hij richt zich op de mensen die dachten dat zij geen werkelijke bekering nodig hadden. Die mensen bedotten zichzelf! Deze mensen waren zo trots op hun afkomst, hun status als kinderen van Abraham, dat ze dachten sowieso een goede relatie met God te hebben.

Wat ze verder ook dachten, zeiden of deden. Ze geloven dat hen niks kon gebeuren. Dan heb je dus al een denkfout gemaakt.

U kunt nakomeling van Abraham zijn, beste vrienden, een zegelring dragen met … de Eik van Mamre er op misschien. Dat zou een mooi wapenschild zijn. Een eik met drie engelen er naast! Ja. Dat kan.

Maar met zo`n ring ben je nog geen écht kind van Abraham!

En dat is waar Johannes mee te maken heeft, een mensenmassa die zegt dat zij niks meer hoeven te presteren, en hun ringen laten zien als bewijs!

Welnu: als iemand van wie je houdt, en Johannes houdt van de mensen om hem heen, dingen gelooft die absoluut niet waar zijn, dan doe je je best om hen van dat waanbeeld af te helpen. Anders kunnen ze niet verder. Dan kunnen ze geen leven leiden dat recht doet aan hun roeping.

Dat is wat Johannes hier doet. Hij zegt eigenlijk niet meer dan: “Lieve mensen. Jullie zijn geen Abraham. Je moet je eigen keuze maken voor God, je kan niet bij God komen op grond van je achternaam. Als je dat wel denkt, dan loopt het slecht met je af. Want alles wat je doet, heeft ook consequenties. En als je blind bent voor de consequenties van het kwaad dat je gedaan hebt, dan ziet het er niet goed uit.

Het mooiste is: dat geldt omgekeerd ook. Ook als het verleden niet iets is om trots op te zijn. Ook als je zélf dingen hebt gedaan die niet door de beugel kunnen dan is dat voor God nog steeds niet het einde van het verhaal. Er is altijd een opening naar het licht toe. Geen enkel duister is zwart genoeg om dat licht buiten te houden: maar we moeten zèlf de gordijnen open doen. God gelooft zo diep in onze menselijke vrijheid, onze menselijke waardigheid, dat Hij ons die vrijheid geeft.

Niemand kan onze vrijheid, onze verantwoordelijkheid van ons afnemen. Niemand kan die luiken voor ons op slot doen. Dat is onze menselijke waardigheid, de diepste kern van onze menselijkheid. Dat elk mens de mogelijkheid heeft, en het recht om voor God te komen staan en op zijn of haar manier bij God thuis mag komen, een levende relatie mag hebben met Hem wiens naam Liefde is.

Amen.