De
geboorte van Jezus Christus vond plaats op deze wijze:
Toen zijn moeder Maria verloofd was met Jozef,
bleek zij, voordat ze gingen samenwonen,
zwanger van de heilige Geest.
Omdat Jozef, haar man, rechtschapen was
en haar niet in opspraak wilde brengen,
dacht hij erover
in stilte van haar te scheiden.
Terwijl hij dit overwoog,
verscheen hem in een droom een engel van de Heer
die tot hem sprak:
“Jozef, zoon van David,
wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen:
het kind in haar schoot is van de heilige Geest.
Zij zal een Zoon ter wereld brengen, die gij Jezus moet noemen,
want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.”
Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden
wat de Heer gesproken heeft door de profeet, die zegt:
“Zie, de maagd zal zwanger worden
en een Zoon ter wereld brengen,
en men zal Hem de naam Immanuël geven.”
Dat is in vertaling:
God met ons.
Ontwaakt uit de slaap
deed Jozef zoals de engel van de Heer hem bevolen had
en nam zijn vrouw tot zich.
Beste vrienden.
Stelt u zich voor dat iemand een ziek kind heeft met wie hij dringend naar het ziekenhuis moet. We kunnen ons voorstellen hoeveel haast de ouder wel niet heeft, er mag geen moment verloren gaan! Maar stel dat er een agent is die de ouder staande houdt. Die rijdt immers veel te hard! Maar als de ouder vertelt wat er aan de hand is laat de agent geen moment verloren gaan, hij zet de sirenes en de zwaailichten aan en rijdt voor de ouder uit zodat ze veilig aankomen en het kind op tijd behandeld kan worden.
Als de agent dat doet, dan doet hij recht aan wat we de geest van de wet noemen. In elke samenleving zijn er regels, maar de regels zijn er voor de samenleving en niet omgekeerd. Het Evangelie van vandaag leidt ons naar een soortgelijk verhaal – maar dan natuurlijk een beetje anders.
Maria en Jozef zijn verloofd. Volgens de ingewikkelde regels van het Joodse recht van tweeduizend jaar geleden betekende dat dat ze wel al economisch getrouwd waren maar nog niet samenwoonden en (dat is belangrijk) niet samen sliepen.
Dan blijkt Maria toch zwanger te zijn en hoe dat ook heeft kunnen plaatsvinden. Jozef wéét één ding zeker: híj was het niet. Volgens de regels van de wet had hij van Maria mogen scheiden en haar zelfs héél streng laten straffen. Maar omdat hij een goed mens is zoekt hij een discrete uitweg. Hij staat open voor de geest van de Wet. Overspel is absoluut verboden maar de regels moeten ook met genade worden toegepast. Zo denkt Jozef. Een wijze man.
Het is die houding die een deurtje openzet voor de engel van God. En in de Bijbel is het zo de boodschapper is altijd ook een beetje degene die hem zendt. Als de engel spreekt, spreekt God zelf. En God maakt ruimte voor een heel nieuw begin. Niet alleen voor Jozef en Maria maar voor iedereen.
Jozef dacht eerst dat hij volgens de wet de zwangere Maria uit de auto moest zetten en afzetten ergens bij een koud benzinestation. Maar de betekenis van de wet is een andere. En de Engel van de Heer komt luid toeterend, midden in Jozefs droom, aangereden om er voor te zorgen dat er geen ongelukken gebeuren!
Dit Kerstfeest wordt dus geen verhaal over een achtergelaten vrouw in een smoezelig benzinestation en een verbitterde man die wegrijdt terwijl hij zich verraden voelt door alles wat er gebeurd is. Het wordt geen verhaal van mensen die in een isolement vallen, niet meer met een ander kunnen spreken.
Nee. Het wordt een heel ander verhaal! De engel van de Heer - als we hem ons voor de geest halen met een politie-pet op met, ik stel me voor, de Tafels van de Wet op zijn politiepet - onderschept Jozef vóór er ongelukken gebeuren.
De Engel zegt:
“het kind in haar schoot is van de Heilige Geest”. Hij geeft geen uitleg, hij gaat
Jozef geen theologisch college geven over de Drie-eenheid of de Menswording.
Dat is van later zorg! Voor nu moet Jozef horen: het is goed zo, maak je er geen
zorgen over. Ook hier werkt Gods plan. Juíst hier werkt Gods plan.
En als Jozef weer een beetje kan ademhalen. Gaat de Engel hen met loeiende sirenes en zwaailichten voor. En Jozef en Maria rijden achter de engel aan. Het gaat er nu niet om, om één leven te redden, zoals wanneer je je naar het ziekenhuis moet. Het gaat er om dat ieders leven wordt gered. Het kind van Maria is immers niet zo maar een kind. Hij moet Jezus genoemd worden staat er in het Evangelie, want Híj zal zijn volk redden uit hun zonden. Er is niet één ziek kind dat naar het ziekenhuis moet. We zijn op deze wereld met acht miljard zieke kinderen, en we kunnen alleen genezing vinden als het kind Jezus veilig en wel geboren wordt.
Dát is de schaal van wat hier gebeurt. Ik denk dat ik het gaspedaal ook een beetje zou aaien en de sirene iéts harder zou zetten dan normaal. Want er moet een héél belangrijk vrachtje naar Bethlehem!
En als dan iemand klaagt over dat de auto te hard rijdt, of de sirenes vijf decibel luider zijn dan mag en de zwaailichten wel héél fel zijn en niet precies voldoen aan de Europese regelgeving …. dan mis je de clou, de geest van het verhaal.
De letter doodt, de Geest maakt levend. Rigide mensen, die zich alleen maar kunnen vastklampen aan wat hard en concreet is kunnen ook blind worden voor wat God hen wil geven. Dat is een groot gevaar.
Met zo`n houding sluit je, als je niet uitkijkt, jezelf af voor het cadeau van Kerst. Ik denk dat dat ook had gegolden voor Jozef. Als hij alleen maar wraak had willen nemen op Maria, dan was de engel er niet doorheen gekomen. Rigiditeit die voortkomt uit woede of angst maakt mensen zo hard dat zelfs een boodschap van de engel er van af kan ketsen! Juist omdat Jozef genadig is (“zacht” zouden sommige mensen spottend zeggen) kan God tot hem doordringen. Dáárom kunnen we Kerstmis vieren!
Het Evangelie nodigt ons dus uit om de kansen van God te zien, en op zoek te gaan naar waar Hij een nieuw begin wil maken. Hij vraagt ons om barmhartig te zijn en anderen met mededogen te benaderen. (Ookal staan wij natuurlijk volledig in ons recht!).
Mogen wij in de opgang naar het Kerstfeest, in deze laatste paar dagen in ons hart kijken en zien wat er nog verhard is, bevroren en afwerend. En mogen we dan die nieuwe zachtheid vinden, die openheid voor het onverwachte; een nieuwe toekomst die God ons geven wil.
Amen.